Recensie: Dimitri Verhulst – Bloedboek
Isaak is het poepescheetje van de Heer
De Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst (1972) weet vaak raak te schieten met zijn cynisme, heeft zogezegd ‘de tekst met een knipoog’ vervolmaakt. Als geen ander heeft hij door dat je grote thema’s prima kunt aansnijden in het banale. Dat is in zijn oeuvre meermaals zeer effectief gebleken. Voor zijn nieuweling Bloedboek heeft hij teruggegrepen op de eerste vijf Bijbelboeken. De verhalen in het Oude Testament over de genesis, over de verspreiding van de volkeren, de ballingschap in Egypte, het beloofde land en het verstrekken van de leefwetten zijn over het algemeen nog wel bekend, maar worden nog maar zelden bewust aangehaald.
De Bijbel, nog steeds een van de best verkochte boeken aller tijden, bevat alle elementen van een superthriller: moord en doodslag, jaloezie, wraak, zonde, hebzucht, overspel, liefde, seks en ga zo maar door. Een bron waaruit het gemakkelijk putten is. Beweegreden voor Verhulst om deze teksten te hernieuwen is dat hij de verhalen terug wilde geven aan de taal. Bij herlezing had hij zich daarnaast verbaasd over de gruwelijke details en hilarische eigenaardigheden die uiteraard tot op de dag van vandaag herkenbaar zijn. Niets menselijks is ons vreemd.
Over de inhoud van het boek behoeft eigenlijk niets gezegd te worden. Adam en Eva, Kain en Abel, Mozes en de rest van de enorme stamboom der mensheid. Ondanks dat je al die geschiedenissen ooit misschien al hebt gehoord, of verplicht hebt moeten lezen, blijven ze boeien. Niet zozeer (meer) vanuit religieus oogpunt, maar door de verhaaltechnische aspecten. De Bijbel als een verdomd goed geschreven boek.
Verhulst gooit een vette Vlaamse saus over de tekst. Woorden als ‘effenaf’, ‘flinkheel’, ‘tokkerachtig’, ‘bekotebikkerde’, ‘ribbedebie’ en ‘pardaf’ en uitdrukkingen als ‘uit je krammen schieten’, ‘naar binnen spelen’, ‘op niet te veel trekken’, ‘malsigs liggen braiseren’ behoeven voor de niet geoefende lezer (lees: den ocharme Ollander) wat gewenning. Je voelt aan wat er wordt bedoeld, maar het versterkt toch ietwat het idee van louter lolligheid. Het totale boek heeft iets kolderieks. Maar ja, daar is op zich niets op tegen. (In zekere zin levert het een dubbelspel op: enerzijds hernieuwde aandacht voor oude verhalen en anderzijds een zekere spot aangaande het christelijke geloof. ‘Isaak is het poepescheetje van de Heer.’ ‘Israel legde zeven lussen in zijn lul.’)
Soms is Verhulst ronduit flauw. ‘De jaren verstreken, want daar zijn jaren altijd al goed in geweest.’ Wanneer de protagonisten weer eens van land moeten verkassen over Gods ondoorgrondelijke wegen, doen zij dat steevast met de oubollige hymne De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas. Met stralend oog, en blijde zin en goedgevulde tas. Dat is misschien, héél misschien, eenmaal leuk en/of aardig. Tja, het is een lange weg naar Tipperary. (Zoals ook eenmaal jolig ten berde gebracht.)
Mozes heeft van God zijn wetten gekregen.
De God die mij heeft gezonden heet Isenwasenzal. Isenwasenzal. Isen, voor de vrienden. […] Ik had een missie, handjes in de lucht, hoera, zingerdezing, zangerdezang, en zou mijn eenvoudige en veilige leven en dat van mijn gezinsleden helemaal door elkaar shaken.
Het gebruik van moderne uitdrukkingen, straattaal zo men wil, zorgt wel voor de hoognodige vervreemding, de serieuze oude klanken die even worden afgestoft. ‘Ruben, de stepmodderfokker.’ ‘Sippora, de multitaskende vrouw.’ Er wordt wat afgekakeld in die Bijbel. Dat heet in de versie van Verhulst quatsch en kaffeeklatsch. Een hoofdstuk wordt afgesloten met: ‘De punt stond op de i, de corona op de å.’
Het is lastig raden wat de schrijver met deze hertaling beoogt, anders dan het aanscherpen van zijn idioom. Er staat ‘roman’ op het omslag. In taaltechnische zin valt dat te begrijpen, maar – en dat is ook moeilijk wanneer je úitsluitend het vaste stramien van een iconisch boek gebruikt – erg veel van de mens Verhulst vind je er niet in terug. Het boek is opgedeeld in twee delen: ‘De soap van de aartsvaders’ en ‘Mijn veldtocht’. Juist in dat tweede deel verwacht je meer te zien van de inborst van de auteur, niet uitgesproken, maar tussen de regels. (Zoals wanneer Mozes God met ‘onze Dictator’ aanspreekt.) De ontstaansgeschiedenis die in de veldtocht van de schrijver uitkristalliseert.
Dit alles neemt niet weg dat je op een of andere mindere manier deze tekstinterpretatie toch uitleest. In het nog steeds goedgelovige zuiden van het land zal Bloedboek wel weer voor ophef zorgen, net zoals, alleen al vanwege de titel, Godverdomse dagen op een godverdomse bol, de met de Libris Literatuur Prijs bekroonde bestseller van Verhulst. En dat heeft dan wel weer iets. Verhulst houdt wel van een spelletje met de lezer, met de boekhandel en de media. Ook met de uitgever soms?
Guus Bauer
Dimitri Verhulst – Bloedboek. Atlas Contact, Amsterdam. 432 blz. € 19,99.
Het zou geen waar geweest zijn met Emile en Ellen aan het roer bij Atlas.
Had Verhulst niets beters te doen dan oude koeien uit de sloot te trekken en ze er dan weer in te duwen? Er is zoveel in de Bijbel en met name het oude testament bloot te leggen dat mij een wat serieuzere kijk zinvoller lijkt. Zo hoor ik bijvoorbeeld niemand zeggen dat het oude testament een heidens geschrift is en eigenlijk in de christelijke bijbel niets te zoeken heeft. En dan is er aan het begin van al die onzin de kwestie van Adam en Eva die nooit is opgehelderd want ze worden ons wel voorgehouden als de eerste mensen, maar wie een stukje verder leest, komt erachter dat dit helemaal niet zo is. Hoe dat allemaal zit, had ik liever gehoord. Ik zal het dus weer allemaal zelf moeten doen. Bedankt, Verhulst.
Rudolf Kahl
Wat ik Verhulst over de bijbel hoor zeggen heeft mij kromme tenen bezorgd. Hij vindt de Thora fascistisch en maakt een vergelijking met Mein Kampf. Een lugubere vergelijking als je de geschiedenis van de Joden kent. Ik heb niet gemerkt dat Verhulst een groot kenner is van de verhalen waarover hij schrijft. Het lijkt me ook totaal zinloos om wetten van ongeveer 2500 jaar geleden te beoordelen naar de maatstaven van nu. De Thora is voor het (religieuze) jodendom van zeer groot belang. Wat Verhulst doet is een beetje een atheïstische sport: Je beschrijft de religie vanuit een zeer fundamentalistisch standpunt, verkondigd hoe slecht dat allemaal is en verwerpt daarna wat je zelf bij elkaar hebt verzonnen.
Ik ben het wel met Van den Berg eens. De wijze waarop Verhulst in het programma Pauw zijn eigen boek toelicht heeft iets absurdistisch: de Islam onder kritiek? Waarom het christendom dan ook niet meegenomen, het is toch een pot nat. Het ontbreekt hier aan nuance en context: je kunt ne zo goed Homerus belachelijk maken vanwege zijn taalgebruik of oorlogsretoriek. Jammer, want je kunt zoveel meer met de boeken (meervoud!) van het Oude Testament dan hier, badinerend, in het TV programma, wordt gedemonstreerd.
Verhulst toont aan dat de oorsprong van de monotheïstische godsdiensten gebaseerd is op gruwel, geweld en inderdaad (wat we nu zouden noemen) fascisme. Wilt dit zeggen dat gelovigen vandaag aanhangers zijn van het fascisme, etc.? Nee, natuurlijk. Het toont enkel aan dat godsdiensten er goed in slagen om de mensen in slaap te wiegen door hen te beletten grondig over de bestaansredenen van dit \’opium van het volk\’ na te denken.
God heeft de wereld en de mens geschapen. God weet alles en is overal aanwezig. Ook dat er een Hitler of IS in de loop van de geschiedenis zouden opduiken bijv zou hij als een god perfect weten! Ziekten, armoede, oorlogen, dit heeft hij allemaal mogelijk gemaakt! Als je gelovigen hierop wijst, antwoorden ze steevast dat \’de wegen van god ondoorgrondelijk zijn\’. En hiermee is voor die brave gelovigen de kous af!
Geloven is gelijk aan unidimensioneel denken, kritieken die je wereldbeeld onderuit halen negeren. Vele gelovigen doen dit niet bewust. Ze voelen zich goed en veilig in hun geloof en willen dit kost wat kost zo houden. Opium dus. Dat de mens god heeft \’geschapen\’ is voor hen ondenkbaar.
Dat bedoel ik nou met mijn slotzin mijnheer/ mevrouw HV.
Wat Verhulst doet is zijn eigen interpretatie van de teksten uit de Thora, niet meer en niet minder. Ik mis in zijn optreden de twijfel dat zijn interpretatie misschien niet de enige is en ik mis in zijn optreden vooral de aandacht voor de sociale wetgeving die er ook in te ontdekken valt. Met andere woorden ik mis aandachtig lezen. De monotheïstische religies zijn niet gebaseerd op gruwel, geweld en fascisme, ze zijn gebaseerd op verwondering en op de constatering dat een mens zich moet verhouden tot die eindeloze ruimte van het universum, tot zijn eindigheid en tot zijn medemens. De Bijbelverhalen zijn reflectie geen spoorboekje. De dooddoeners die u aanhaalt kom ik in mijn omgeving niet tegen. De religieuze mens staat niet buiten de werkelijkheid, de werkelijkheid is uitgangspunt, behalve misschien bij de felle fundamentalisten en de sterke atheïsten. Zij scheppen zich een werkelijkheid die anderen totaal geen recht doet.
Dat het joodse \’oude testament\’ wreed en achterhaald zou zijn, is een zeer oude these van antijudaisten. Er is niet zoveel kennis nodig om te weten dat \’heilige boeken\’ als deze nooit als naakte tekst functioneren: er zijn 25 eeuwen oude tradities van intelligente lectuur, commentaar en debat omheen geweven. Wie over zulke religieuze culturen iets vewrstandigs wil zeggen moet zich op de hoogte stellen (dat geldt dus ook voor christendom en islam). Voor de politiek van Israel nazitermen gebruiken – alsof daar planmatige genocide bedreven zou worden – is erger dan onwetend: het is antisemitisch.
Sorry Verhulst, dit boek is een smeuïge versie van een zondagmiddagfilm.
Heb van jou al beter gelezen. Toch op de commerciële toer?
Nu ben ik er nooit op tegen dat mensen hun eigen commentaar op de Bijbel schrijven, maar allez Verhulst, als dit het is wat u er als intellectueel van kunt maken, dan schrik ik daar toch wel van. Ja, er staan vreselijk duistere passages in het OT, maar in hoeveel andere boeken die we scharen onder \’wereldliteratuur\’ is dat niet het geval? En als je begrijpt, wat theologen al langer begrijpen, dat de Thora is geschreven ten tijde van de Joodse ballingschap, dan zou je snappen dat veel van die duistere passages juist de taal van het slachtoffer, de underdog, de weggevoerde is. Dan komt uw taalgebruik wel erg triomfantelijk over en \’vanuit de verkeerde richting\’. Waar is uw compassie met de slachtoffers van de geschiedenis? Overigens lees ik ook Griekse tragedies, nou, die liegen er ook niet om. Waarom deze niet van uw commentaar voorzien?
Als ik een boek zou gaan schrijven over hoe je een raket naar de maan moet maken,zou ik daar maar een slechte beurt mee maken, omdat ik daar helemaal niets van weet, en mij dat ook helemaal niet boeit!
De heer Verhulst echter voelt zich geroepen om een boek te schrijven,over een onderwerp waar hij ook niets van weet of kent.of dit nu verstandig is laat ik aan de lezers over.
Dat hij zich beter zou houden aan zijn gewoonte om cynische en onbschofte schrijfsels te verpreiden,dat is tenslotte zijn enige talent.
Ik zou hem pas belangrijk vinden, indien hij eens de moed had zoiets over de koran te schrijven, of is zijn grote mond bij deze gedachte alleen al voorgoed dicht??
Halve \”waarheden\” zijn nog erger dan de grootste leugens Dimitri!