Radio: Reinjan Mulder over Objectief Nederland
Naar aanleiding van de tentoonstelling Objectief Nederland in het Rijksmuseum, bracht Reinjan Mulder een fotoboek uit onder dezelfde titel. Mulder, uitgever en recensent (onder meer op deze site) vertelde erover in de rubbriek ‘Open kaart’ van het radioprogramma Nooit meer slapen.
Nederland. Een objectief zelfportret in 51 voorwerpen
9789021313962
Objectief Nederland ; objective Netherlands
9789490950125
Bij de overdracht van zijn archief aan de Universiteit van Amsterdam vond schrijver en uitgever Reinjan Mulder in een verhuisdoos een uniek kunstproject terug dat hij in 1974 had gemaakt: 'Objectief Beeld van Nederland'. Het project dat Nederland liet zien 'zoals het was', zou in het Van Abbemuseum worden getoond, een rondreizende expositie door Nederland krijgen en een fotoboek, maar toen dat niet doorging, liet Mulder de beeldende kunst de beeldende kunst en ging hij de wetenschap in, en later de literatuur. Op het nippertje gealarmeerd verwierf het Rijksmuseum het project in 2012. In 'Objectief Nederland' presenteert Reinjan Mulder zijn project en vertelt hij over zijn werkwijze en de ideeën erachter. Hoe werd zijn ideaal van 'objectieve fotografie' uitgedacht en uitgewerkt? Behalve een uniek beeld van Nederland in 1974 geeft Objectief Nederland een ontroerend zelfportret van een bezeten fotokunstenaar die in zijn poging zijn voorkeuren en gevoelens uit te schakelen tot het uiterste ging, door uren in de vette klei van oostelijk Flevoland te baggeren, zich een nieuwbouwwoning in Velp binnen te praten, en met een motorvletje de Waddenzee op te gaan. Dankzij uitvoerige documentatie wordt in Objectief Nederland zichtbaar hoe een talentvolle, jonge kunstenaar onder moeilijke omstandigheden zijn missie volbracht. 'Reinjan Mulder [...] used photography to realize [his] concept as purely as possible, uninfluenced by a conscious or unconscious selection process, taste, conventions or other 'ballast.' Hans Rooseboom in: Modern Times - Photography in the 20th Century.
Een objectieve kijk op waterstof
9789492404220
In het klimaatakkoord komt maar liefst 182 keer het woord waterstof voor. Deze energiedrager lijkt dan ook een essentieel onderdeel te zijn van de energietransitie van fossiele brandstoffen naar duurzame energie. Waterstof kan worden ingezet als buffer om zonne-energie ‘s zomers op te slaan voor gebruik in de winter, het kan als alternatieve energiebron voor de industrie gebruikt worden in plaats van kolen, het gasnetwerk kan er onder voorwaarden mee overweg en auto’s kunnen er op rijden. Toch zijn er nog heel wat knelpunten te overwinnen. Waterstof (H2) wordt al decennia gebruikt in de industrie. Dankzij gunstige eigenschappen kan het voor vrijwel alles worden ingezet en onbeperkt worden bewaard. In een ideaal scenario zou waterstof met hoog rendement kunnen worden geproduceerd door zonnepanelen bij de evenaar, waar de zon het hele jaar optimaal schijnt. Vanaf daar kan het via pijpleidingen of schepen (op waterstof) vervoerd worden naar ons land. Ook kan het in Nederland worden geproduceerd wanneer er sprake is overcapaciteit van duurzame energie. Het zou kunnen worden opgeslagen in speciale opslagtanks, maar ook in zoutkoepels en lege gasvelden. Maar waterstof komt niet uit de grond - zoals olie of gas - en moet geproduceerd worden. In de praktijk gebeurt dat vooral op basis van aardgas, waarbij CO2 vrij komt. Het kan ook duurzaam, via elektrolyse, maar dat kost veel energie vanwege verliezen. Er zijn veel extra windmolens nodig om in die energiebehoefte te voorzien. In theorie kan het bestaande aardgasnetwerk worden gebruikt om huishoudens van waterstofgas te voorzien, maar er zijn veel haken en ogen. Auto’s, bussen en vrachtwagens kunnen rijden op waterstof, maar er bestaat vaak een rooskleurig beeld over snel tanken en lage kosten. De belangrijkste knelpunten hebben te maken met de productie, opslag en distributie van waterstof. Dit boek zet de feiten in begrijpelijke taal op een rij en bespreekt de (on)mogelijkheden, knelpunten, elektrolyse en efficiëntie, kosten, praktijkvoorbeelden én alternatieven. Robert van den Hoed, lector Energie en Innovatie aan de HvA, heeft jarenlang aan waterstofprojecten gewerkt en schreef in het voorwoord: "Dit boek probeert te laveren tussen de hoge verwachtingen en de kritische kanttekeningen die rond waterstof spelen. Het doet een poging om zowel voorstanders als criticasters een podium te geven. Beide partijen krijgen de gelegenheid hun visie over het voetlicht te brengen, waarom waterstof wel of juist niet kansrijk is. Dit boek biedt een perspectief op de voors en tegens per toepassingsgebied, zodat je als lezer je eigen mening kunt vormen over waterstof. Ook relativeert het hier en daar al te ronkende juichverhalen over nieuwe toepassingen van waterstof. Al met al een boek dat volgens mij hoognodig is om feiten van fictie rond waterstof te scheiden, en om een genuanceerd beeld te scheppen van waterstof als toekomstige energiedrager. En dus ook een boek dat mogelijk ertoe kan bijdragen voor- en tegenstanders wat dichter bij elkaar te brengen."