Column: Coen Peppelenbos – Ernst Jansz
Ernst Jansz
Ik ben niet bijgelovig, maar ik heb nooit opgeschreven welke muziek ze zouden moeten spelen op mijn begrafenis. Als je het vastlegt, loop je onder de bus. Ik zal een nummer verklappen: ‘Tijd genoeg’ van Doe Maar. De rest blijft geheim vanwege die bus. Ik was al fan van Doe Maar voordat gillende meisjes de band aan flarden krijsten. Mijn schoonzus schaamt zich nog steeds als ze terugdenkt aan die tijd waarin ze hardop ‘Wees niet bang voor mijn lul / Dat is toch flauwekul’ meezong. Meisjes waren destijds verliefd op Ernst Jansz of op Henny Vrienten. Ik vond Ernst Jansz de leukste van het stel, maar die liefde was – zoals destijds alles – wel heel erg onbereikbaar.
‘Tijd genoeg’ is een lekker sloom nummer, troostrijk ook voor iemand met te veel verlangens. ‘Maar al zijn de dagen nog zo grauw / Ik weet het zeker als jij wou / Dan verfde jij de wolken blauw // Want wat ook een ander zegt / Er is tijd genoeg / Voor jou voor mij voor iedereen’. Die jij kon iedereen zijn, zelfs ik.
Afgelopen weekend stond ik met schrijver Tjibbe Veldkamp op het fantastische, literaire festival Zomerzinnen in Amen om te praten over onze laatste boeken. Daarna hadden we vrij en konden we de andere programma’s bijwonen. Op het eind van de middag stond Adriaan van Dis geprogrammeerd die in een boerenschuur een mensenmassa trok. Tjibbe en ik gingen kijken naar Ernst Jansz die met drie andere muzikanten elders in het dorp op een podium stond. Mijn idool was ouder geworden. Wij van de Doe Maar-generatie waren allemaal ouder geworden. Het gebeurt buiten je medeweten om. De band speelde allemaal nummers van een nog te verschijnen cd en ondanks een cover van én een loflied op Bob Dylan hield ik nog steeds van Ernst Jansz. Tijdens het optreden moesten we weg, omdat de huurauto terug moest en juist op moment zette Jansz het enige Doe Maar-nummer van die middag in. En toen bleven we toch. Er is tijd genoeg. Voor jou, voor mij, voor iedereen.
Coen Peppelenbos
Deze column stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 24 juni 2017.