De programmering van de breinbioscoop

De ene man is de basisverzekering, de andere de aanvullende. Zo gaat Violetta in Beers balkon, de tweede roman van Jeroen Berkhout, om met respectievelijk echtgenoot Geurt en buitenechtelijke vriend Beer. Geurt, een seksloze nerd, Beer een wat autistische vrije jongen met een bij zijn naam passend lijf.

Beer, die eigenlijk Rem Boelo heet, is pas gescheiden van Mirjam, die niets begrijpt van zijn bevlogen kunstzinnige kijk op het bestaan, hem aangereikt door zijn charismatische vader. Die was kunstschilder en noemde hem daarom meteen maar Rem, naar Rembrandt, wie kent hem niet. Al door de kraamzusters werd hij echter Beer genoemd, vanwege zijn omvang en forse stemgeluid.

Jeroen Berkhout is van 1962 en debuteerde pas in 2010 met het goed ontvangen Canon & Fuga, het eerste deel van wat een trilogie moet worden. De nu verschenen roman schreef hij er tussendoor. Niet zo maar even, maar gedegen en weldoordacht.

De eerste kennismaking met protagonist Beer, zijn afkomst, kunstzinnige en filosofische gezinsopvattingen, persoonlijke geschiedenis en gemankeerde huwelijk met Mirjam vormen een wat traagzaam begin. Berkhout is duidelijk een ‘opbouwer’, geen schrijver van de snelle binnenkomer. De uitgebreide verwijzingen naar minder toegankelijke zaken als de Occitaanse renaissance, de poëzie van Dante en de alchemistische interpretatie van Albrecht Dürers grafische werk mag je bovendien wel atypisch voor de meeste hedendaagse fictie noemen.

Berkhout past dergelijke kennis kundig, zij het soms wat wijdlopig, in het verhaal in, want over Dürers gravure Melencolia I komt hij later nog vaak te spreken. Die blijkt een houvast in het bestaan voor zowel Beer als eerder zijn vader. Mirjam daarentegen was absoluut niet zo’n vrouw en daarmee liep hun relatie spaak.

Toen Beer haar na het overlijden van zijn vader de spreuk voor op de grafsteen voorlas, ‘Verbonden met alles, gebonden aan niets’, zweeg Mirjam wijselijk. Ze deed weinig moeite om het triomfantelijk lachje op haar gezicht te verhullen.

Vanaf dat moment, als Beer weer zijn eigen gang kan gaan, beweegt de roman eerst in een absurdistische richting, later krijgt die zelfs trekjes van een thriller. Niet van de soort, die tegenwoordig halve boekwinkels in beslag neemt, maar door het volgen van grote en kleine ontwikkelingen die als een uurwerk in elkaar passen en uitlopen op een onthutsende apotheose.

Relaties tussen vrije mannen en getrouwde vrouwen, die de eerstgenoemden aantrekken en weer afstoten, steeds kleine beloftes doen, maar uiteindelijk niet thuis geven, zijn minder talrijk dan de omgekeerde variant. Dat alleen al, maar Beers balkon, genoemd naar het balkon van Beers rommelige vrijgezellenflat, waar af- en aanvliegende vogels grote schade aanrichten en Beer niet goed weet wat hij er aan moet doen, is hoe dan ook eigenzinnig werk.

De toevallige ontmoeting van Beer en Violetta, hun geheime ontmoetingen, bevrijdende seks en intense gesprekken over wat ze verder bezighoudt, verwoordt Berkhout terughoudend, maar de verwikkelingen komen wel binnen. We leren Beer kennen als een onzekere, beïnvloedbare, wat autistische man, die alles en iedereen in categorieën indeelt en moeite heeft zijn irritaties en agressie binnen de perken te houden. Violetta zit opgesloten in een verstikkende relatie met Geurt, die haar welhaast puur als zakenpartner beschouwt, waardoor Beer haar een lot uit de loterij lijkt. Toch heeft ook deze relatie zijn onvolkomenheden, realiseert Beer zich:

Mijn eigen breinbioscoop heeft onderhand geen geheimen meer voor me. Ik ken het genre films dat daar draait maar al te goed en kan de afloop van nieuwe titels van tevoren al uittekenen.
Waar ik razend benieuwd naar ben, is de programmering van Violetta’s breinbioscoop. (…) Of, en dat is ook een mogelijkheid, misschien heeft ze helemaal geen bioscoop in haar hoofd, of heeft ze die lang geleden al dichtgetimmerd met schotten en planken voor de toegangsdeuren.

Door flashbacks en -forwards, bovendien gebruikmakend van een aantal ‘tussenwerpingen’, laat Berkhout de ontwikkelingen vanuit verschillende perspectieven en momenten passeren. Dat allemaal geeft Beers balkon een mooie dynamiek, die alleen aan het begin dus wat ontbreekt.

André Keikes

Jeroen Berkhout – Beers balkon. De Arbeiderspers, Amsterdam. 272 blz. € 21,99.