Het stapeltje voetbalplaatjes in de deelauto maakte mij onverwacht gretig, hebberig. Dat heeft niets met voetbal te maken. Het zit zo: in 1987 had ik zelf zo’n plakboek en bracht dat seizoen al mijn zakgeld naar de plaatselijke voetbalplaatjesdealer. De belofte van een ongeopend pakje met vijf plaatjes, die nieuwe geur, de simpele, eerlijke koppen van de spelers van Ere- en Eerste divisie: alles was me even lief. Terwijl – en dat is nooit veranderd – die competities me geen lor interesseren.