Homoseksualiteit door de strot duwen

Op Roze Zaterdag zaten Eric de Rooij, Doeke Sijens en ik anderhalf uur lang in boekhandel Van der Velde onze drie regenboognovelles te signeren. Een half uur langer dan gepland, omdat de in de krant een andere aanvangstijd had gestaan dan op de posters van de winkel. Dat maakt niet uit als je met z’n drieën bent en er allerlei mensen langskomen die je kent. Doeke adviseerde klanten om ook nog andere boeken te kopen, dus we hebben ons best gedaan. Ik moest steeds mijn angst onderdrukken dat ik de namen van familie, vrienden, bekenden en studenten niet zou weten. Daniëlle moest ik navragen, maar Tryntsje niet, geen idee hoe dat werkt met het geheugen: ik onthoud meer personages in boeken dan echte mensen. Na afloop liepen we door een vrolijke, relaxte stad. De sfeer is altijd beter als queers in de meerderheid zijn.

En dan lees je de fijne verslagen op Sikkom, de lokale nieuwssite, en dan zie je op Facebook commentaren staan van types als Aike Warntjes: ‘Lekker hoor duw het maar weer door mijn strot laat deze mensen toch ze hebben geen aandacht nodig’ en dan weet je weer dat er een veel guurder klimaat is ontstaan de afgelopen jaren. Je weet – en dit is niet het ergste commentaar dat je terug kunt vinden – dat er altijd een dun laagje beschaving is waarop de mensen uit de regenbooggemeenschap kunnen gedijen. Je weet dat er extreemrechtse partijen in dit land zijn die aan pinkwashing doen op het moment dat ze de moslimgemeenschap in een hoek kunnen drijven. Er zijn ook nog homoseksuelen die op die partijen stemmen.

Dankzij een van die partijen staat nu in de onderwijsparagraaf van het hoofdlijnenakkoord: ‘Doelen over relationele en seksuele voorlichting zijn neutraal en beter toegesneden op de leeftijd van leerlingen, in het bijzonder in het basisonderwijs.’ Je herkent daar de aloude homofobe grondtoon waarbij de kinderen en de traditionele heteroseksuele familiewaarden beschermd moeten worden tegen alle andere mogelijkheden om je leven vorm te geven. Het is het oude liedje. Reaguurders als Aike Warntjes en het leger internettrollen dat zich ter rechterzijde heeft opgesteld weten dat ze hun gang kunnen gaan als er in de politiek de juiste hondenfluitjes klinken.

Laatst plaatste Yra van Dijk een waarderend bericht over de bundel Zij/haar over lesbische literatuur in de Facebookgroep Nederlands waarop meteen een docente schreef ‘Daar gaan we weer’. Even later zei ze (ik laat de naam achterwege omdat het een besloten groep is):

Maar taal misbruiken om kinderen die daar niet om vragen met geaardheden te confronteren waar ze ook niet om vragen, is plotseling ok? Zoals ik al zei, na 40 jaar is er niets veranderd in het vak. Toen begrepen ze het niet en drukten dingen door je strot. En nu gebeurt het weer. Toen luisterden ze niet en nu nog steeds niet. En iedereen zich maar afvragen waarom leerlingen zo slecht lezen en schrijven …

Je kunt de staat van het vak Nederlands wel aflezen aan het gebruik van drogredenen. Je snapt ook waarom er Roze Zaterdagen nodig blijven.

Achter de tafel zagen we gelukkig heel veel lhbtqia+-mensen in de winkel die naast onze boeken vooral veel Engelse literatuur kochten. Ze werden ook geconfronteerd met heel veel heteroseksuele literatuur die hen door de strot werd geduwd. Het is te hopen dat ze niet opeens op andere ideeën worden gebracht.

Coen Peppelenbos