Interview: ‘Wie wordt de nieuwe Mulisch?’
Deze zomer verschijnt het vijftigste nummer van Tzum. De komende tijd zullen we wat interviews uit het archief van de papieren Tzum online zetten. Het onderstaande interview met Antoon Wester, paragnost werd gepubliceerd in Tzum 3/4 (1998). Peter Swanborn in de Volkskrant vond het allemaal maar niets, een ‘lasterpraktijk van een paragnost’. Tzum-redacteur Derwent Christmas reisde af naar de binnenlanden van Friesland met een stel foto’s van jonge schrijvers op zak.
Wie wordt de nieuwe Mulisch?
De weg naar Irnsum is donker. Terwijl ik de auto over de kronkelige weg tussen de duistere weilanden door laveer, kijk ik vluchtig op het dashboardklokje. Ik ben al een keer verkeerd gereden en heel stiekem vraag ik me af of hij dat nu weet. Ik ga op bezoek bij Antoon Wester, paragnost van Irnsum.
‘Twee trappen op,’ zegt de vrouw die me binnen laat en ze gaat me voor naar een vertimmerde zoldering, waar het naar wierook ruikt en waar rustgevende muziek klinkt. In een wit beklede stoel zit Wester op me te wachten. Hij staat niet onmiddellijk op als de vrouw me aan hem presenteert, maar neemt me even heel kort op met een strakke blik. Als we elkaar de hand schudden denk ik: dus jij gaat de toekomst van jonge schrijvers voorspellen.
‘Misschien moet ik eerst even vertellen wat ik precies doe,’ zegt Wester en gaat ontspannen achterover zitten en legt z’n vingertoppen tegen elkaar aan: ‘Het is namelijk niet eenvoudig om vanaf een foto iets waar te nemen. Daarom werk ik heel gericht op de persoon, dat wil zeggen dat ik me niet zozeer bezig houd met aura’s en dergelijke. Ik richt me op de persoon en krijg zaken door uit diens verleden, heden en toekomst. Vraag me niet hoe dat komt, dat weet ik zelf niet en dat interesseert me ook maar bar weinig. Wat ik probeer, is de lijnen te vinden naar die persoon. Ik probeer de persoon terug te vinden, te kijken waar hij zich op het moment bevind en dan heb ik het niet over een plaats, maar over zijn hele wezen. Hoe voelde hij zich op het moment dat de foto is gemaakt. Als paragnost ben je in staat zaken te zien, horen en voelen die van veel grotere invloed en kracht kunnen spreken dan de normale kracht die we ervaren in de wereld.
Aan gedragingen heb ik niets. Ik moet achterhalen wie de persoon is achter de persoon die ik tegenover me heb zitten. Neem bijvoorbeeld gedrevenheid, ambitie. Aan de houding en het gedrag van iemand lees je vrij gemakkelijk een bepaalde gedrevenheid af. Waar ik me op richt is de herkomst en de werking van de prestatiedrang. Ik kruip daarvoor in de huid van de ander en probeer te ontdekken hoe de persoon in elkaar zit, want ambitie is vaak gerelateerd aan de opvoeding en het opgroeien.’
Ik zeg hem dat hij waarschijnlijk wel gelijk heeft, maar dat het voor schrijvers toch even anders ligt. Neem de schrijver die ‘het mooiste boek ooit gemaakt’ wil schrijven. Dat heeft er gewoon mee te maken dat ze hun beroep zo goed mogelijk willen uitoefenen. Of toch niet?
‘Misschien, maar vraag zo’n schrijver als hij dat boek af heeft of het inderdaad ‘het mooiste boek ooit’ is. Wanneer is iets goed? Als ‘het mooiste boek ooit’ af is, ontstaat er weer een andere definitie van ‘het mooiste boek ooit’. Met andere woorden, de drang om zo’n boek te schrijven blijft aanwezig. Die drang, daar gaat het om, niet om dat boek.
Vaak heeft die drang te maken met ideeën, maar zeker ook met gevoelens vanuit de persoon zelf. Het gevoel nooit echt begrepen te worden. Er spreekt vaak een soort gemis uit. Nu hoeft helemaal geen problemen op te leveren. In veel gevallen zal het juist inspirerend werken. Wat je je kan afvragen is hoe zo’n persoon functioneert op het moment dat hij even niet aan het werk is: als artiest geven ze zich helemaal, maar als persoon geven ze zichzelf verdomd weinig, tot niks.’
Dan kijkt hij voor het eerst naar de foto die hij al geruime tijd in zijn handen heeft. Hij zegt niets, gaat even verzitten, legt de foto op z’n schoot en kijkt alleen maar. Een halve minuut later knikt hij met z’n hoofd, kijkt me aan en vraagt: ‘Je wilt nu van mij weten wie de Harry Mulisch van de nieuwe generatie schrijvers wordt, toch?’
Manon Uphoff
‘Deze persoon mag heel graag omgaan met mensen. Ik zie haar een enorme gedrevenheid hebben in het spreken. Haar achtergrond geeft haar de gedrevenheid om te schrijven. Ze heeft een gedrevenheid die vanuit haar levenservaring is ontstaan. Het heeft vooral te maken met een diepgaande relatie die heel kwetsend voor haar is geweest. Ik weet niet of het zo is, maar dat krijg ik door. Haar leven is de inspiratie voor wat ze doet. Bij haar heeft bijna alles met gevoel te maken. Voor mijn gevoel is ze op de een of andere manier erg teleurgesteld in een aantal zaken. Ze weet heel goed wat ze wil en waar ze naar toe gaat met dat wat ze doet. Maar ik denk niet dat ze het zo blijft doen zoals ze het nu doet, omdat ze de drang krijgt om de zaken anders te benaderen, te bezien. Ze zal weer sterk naar haar eigen leven gaan kijken; niet naar wat ze heeft meegemaakt, maar naar wat ze aan het doen is. Ze is echt heel erg gevoelig. Waarschijnlijk zie je dat in haar werk niet terug, maar ze is het wel en daar gaat ze in de toekomst absoluut iets mee doen.
Deze vrouw is een echte einzelgänger, maar ook dat gaat veranderen. Het klinkt gek, maar ik zie haar met muziek bezig zijn. Ik weet niet waarom. Moet je eens naar vragen, of ze iets met muziek heeft. Volgens mij is muziek voor haar heel erg belangrijk. Als je het vraagt zal ze zeggen: ‘O, heel belangrijk.’ Ik hoor het haar gewoon zeggen. Met dezelfde intonatie als ik het nu zeg. ‘O, heel belangrijk.’ Ik heb het idee dat ik opeens haar manier van spreken aanvoel.
Ik zie haar niet op hetzelfde niveau komen als Harry Mulisch. Als ik naar de uitstraling kijk van Mulisch, dan zie ik iets dergelijks niet bij haar terug.’
Ronald Giphart
‘O ja……’
Ken je hem?
‘Nee dat was meer een o ja in de zin van: o, ja zo’n type. Een persoon die graag van een lolletje houdt, een heel open persoonlijkheid, weinig serieus. Heeft er soms moeite mee om serieus te zijn. Hij zal erg veel mogelijkheden hebben in zijn carrière, maar ik zie hem er niet toe komen om het niveau of de status van Mulisch te behalen. Wat deze jongeman vergeet is dat hij zichzelf van een grote groep lezers afstoot door de dingen die hij doet en schrijft. Je kunt wel heel nonchalant en luchtig zijn in je werk, maar daarmee stoot je veel mensen af. Hij is niet breed genoeg. Wat hij moet doen is de juiste balans vinden tussen wat hij vindt en wat er in de actualiteit gebeurt. Misschien doet hij dat ook wel, maar hij maakt er telkens weer een grap van. Tenminste, als ik zijn gedachtegang goed door krijg. Wat hij moet doen is een stap terug doen. Zie het als een waarschuwing aan zijn adres. Als hij zo doorgaat komt hij er niet meer veel verder mee. Deze jongen moet een keer terug naar zichzelf en bedenken hoe hij zich verder moet ontwikkelen. Hij is teveel bezig met wat hij leuk vindt, maar niet met zichzelf. Naar zichzelf toe moet hij veel en veel kritischer worden. Want hij weet dat er van binnenuit een grote twijfel naar buiten komt. ‘Doe ik het wel goed?’ ‘Doe ik nu wat ik echt wilde gaan doen?’ Terug naar zichzelf, dat wordt voor hem belangrijk.
Ik voel bij hem erg veel teleurstelling, maar dat weet ik niet zeker. Volgens mij heeft het iets met z’n vader te maken. Ik krijg veel kwade gevoelens door. Daar ligt een hoop verwijt en frustratie. Wacht eens, volgens mij heeft hij z’n vader niet gekend….. hij kent hem wel……nee, ik weet het niet, er is iets met de vader volgens mij.
Deze schrijver moet bij zichzelf nagaan wie hij is en dat komt ten goede van zijn werk. Daarnaast moet hij een keer nadenken over de luchtigheid waarmee hij zaken benadert in zijn werk, want eigenlijk denkt hij er heel anders over. Hij moet eens leren emotioneel diep in te gaan op de zaken. Dan zal hij heel veel mensen weten te raken. Nu stapt hij overal lekker luchtig overheen. Daarmee word je geen Mulisch!’
Joost Zwagerman
‘Een bekend gezicht. Volgens mij heeft hij veel last van migraine. Bovendien lijkt hij me een echte denker te zijn. Deze man zou erg veel succes kunnen hebben dankzij z’n filosofisch denkwerk. Een mens met vrij veel levenservaring op betrekkelijk jonge leeftijd. Maar ik weet niet of hij dat in z’n werk tot uiting brengt, maar hij zou dat erg goed kunnen, hij is er toe in staat. Hij zou ook erg goed inzichten kunnen geven in bepaalde zaken en dat moet je in zijn werk terug kunnen vinden. Het is jammer dat hij nauwelijks iets van zichzelf in zijn werk stopt, want hij is een rasechte denker. Hij moet gaan werken vanuit zijn eigen ideeën en opvattingen, vanuit zijn denken. Nu gaat hij teveel met de actualiteit mee, dat is zonde, want er zit veel meer in deze man. Een echte denker. Ik voel hem bijna vierentwintig uur denken. Zeker weten komt hij regelmatig moe van bed, omdat hij de hele nacht heeft liggen denken. Dat denk ik in ieder geval.
Hij moet meer als individu gaan kijken naar onderwerpen en daar over gaan schrijven, niet zoals hij denkt dat mensen het willen lezen, maar zoals hij denkt dat hij het zelf zou willen lezen, dan haalt hij er veel meer uit. Voor zichzelf ook. Dat wat hij maakt wordt dan meer van zichzelf. Hij moet een ander gezicht laten zien, een andere manier van schrijven aanmeten en andere onderwerpen aansnijden, wil hij echt succesvol worden. Als ik nu naar deze man kijk denk ik dat hij erg egoïstisch is, misschien wel een beetje zelfzuchtig, maar dat weet ik natuurlijk niet zeker. Ik denk dat het zo is, dit krijg ik over hem door. Hij is arrogant, maar anders dan Mulisch. Mulisch is gemaakt arrogant, die speelt toneel. Deze man niet, deze man is volgens mij wel een beetje arrogant. Als iemand kritiek op hem heeft, dan kan hij daar kwaad om worden, maar het doet hem eigenlijk erg weinig. Kritiek zal hem nooit inspireren tot verbeteren. Hij heeft goede ideeën, maar dat komt er absoluut niet uit. Kijk, Giphart moet naar zichzelf kijken en afgeremd worden. Dat moet deze man ook, naar zichzelf kijken, maar hij moet bepaald niet afgeremd worden. Sterker nog, hij heeft een schop onder z’n kont nodig. Als hij doorgaat op dezelfde lijn dan zie ik hem niet datgene bereiken wat hij wil bereiken en waarvan hij overtuigd is dat hij het kan bereiken. Hij heeft volgens mij al het gevoel dat hij het hoogste heeft bereikt.’
Rogi Wieg
‘Hmmm, ja. Misschien klinkt het gek hoor, maar over deze persoon krijg ik onmiddellijk gemengde gevoelens door. Echt een enorm stuk ongeïnteresseerdheid. ‘Het kan me allemaal geen ene moer schelen’; zo’n type. Een brok onverschilligheid en een enorme piekeraar. Ik ben heel erg benieuwd naar wat deze man schrijft.
De benadering van het leven, van hele serieuze dingen kun je niet, mag je niet vanuit zijn gedachtegang benaderen, want hij kwetst mensen. Wat anderen denken en zeggen doet hem niets.
Zijn achtergrond is absoluut niet goed. Volgens mij is de opvoeding mislukt. Hij ervaart veel gemis en eenzaamheid. Deze persoon zal nooit een groot schrijver worden. Zijn manier van benaderen, redeneren en beschrijven is niet voor een breed publiek. Deze man weet zelf niet wat hij wil bereiken. Het is een persoon die al z’n leven lang zoekt. Eigenlijk moet hij een keer goed nagekeken worden, in die zin, dat hij leert ervaren dat een slechte opvoeding met veel pijn en beschadiging, geen reden is om anderen ook zomaar te beschadigen en kwetsen. Misschien ben ik erg negatief, maar zo zie ik deze man wel. Hij is gevormd, eigenlijk misvormd door het leven.’
Jaap Scholten
‘Hij heeft een bekend gezicht. Qua uitstraling kan je deze man zo in een Nederlands drama plaatsen. Dit is een persoon die je zonder moeite in de jaren veertig plaatst. Een beetje tijdloos. Deze man is zoals hij schrijft. Dat maakt deze man sterk. Hij is echt zichzelf. Zijn eigen mening op het leven klinkt volledig in het werk door. Ik weet zeker dat veel mensen zich herkennen in zijn werk, omdat hij in zijn werk doorklinkt. Het wordt veel echter. Ik denk dat hij sterk is in het verwoorden van het verleden en de invloed van het verleden, de werking daarvan naar de toekomst. Hij kan gericht kijken naar gezin en situaties en heeft de capaciteit om door zijn manier van denken veel gevoelspunten te raken. Toch voel ik dat hij verdrietig is, of teleurgesteld, triest. Hij kan zo schrijven dat anderen om hem kunnen lachen, huilen en kwaad worden op hem. Deze jongen heeft een grote toekomst voor zich liggen. Veel van de vorige schrijvers hebben nog wat af te maken en moeten naar zichzelf kijken, maar deze jongen heeft uitstraling en is totaal gelukkig met zichzelf. Hij is zichzelf. Hij kan hoog eindigen, hoewel hij nog erg veel te leren heeft. Hij moet meer levenservaring krijgen.’
Arnon Grunberg
‘Ik vind hem niet onspontaan. Hij lijkt me wel een opgewekt persoon die erg scherp kan zijn in zijn constateringen. Hij heeft het in zich om met zichzelf bezig te zijn. Hij zal zich niet snel binden en zich ook niet snel verantwoordelijk voelen voor een ander. Ik zeg niet dat hij geen verantwoordelijkheidsgevoel heeft hoor. Hij kijkt erg veel naar zichzelf, zijn eigen leven is belangrijk. Hij kan enorm uithalen en heeft een goede kijk op de zaken om hem heen. Soms kun je je afvragen of zijn gedachte en zienswijze wel terecht is. Je moet een zienswijze niet opdringen en dat vergeet hij wel eens. Ik heb niet het idee dat hij mensen echt kan inspireren. Als ik hem in het rijtje schrijvers leg die we nu hebben behandeld dan valt hij er ergens tussen in. Zijn grote manco is de herhaling, ik weet niet waarom, maar dat voel ik. Als hij doorgaat zoals hij nu werkt, dan worden mensen flauw van hem. Hij moet een totaal andere richting gaan zoeken in dat wat hij doet. Misschien mag hij wat kritischer op zichzelf worden.’
Antoon spreidt de foto’s voor zich op tafel en gaat op het puntje van z’n stoel zitten. Hij wrijft zich in het gezicht en kijkt nog eens aandachtig naar alle plaatjes. Dan knikt hij en verschuift een aantal foto’s. Hij kijkt me aan en glimlacht, wijst:
‘Daar liggen ze, in de juiste volgorde. Deze hier, die meneer Scholten, dat is het echte talent. Hij kan goed voelen en ervaren en dat verwoorden. Hij is zichzelf en dat sterkt hem. Met een beetje meer levenservaring wordt hij de nieuw Mulisch, bij wijze van spreken natuurlijk, want hij is een totaal ander persoon.
Als ik kijk naar Uphoff dan denk ik dat het er bij haar ook wel inzit, maar ik weet niet of ze het er ook daadwerkelijk uit haalt. Afwachten wat er gebeurt als ze met haar verleden klaar is. Meneer Giphart kan er ook wat van, maar als hij niet erg snel teruggaat naar zichzelf zie ik het er bij hem niet uitkomen. Kijk naar je zelf, klinkt mijn advies voor hem. Voor Grunberg geldt dat ook, maar anders. Hij moet ervoor waken dat hij niet indut. Blijf kritisch voor jezelf en zoek iets geheel nieuws. Zwagerman moet ervoor zorgen dat hij minder zelfzuchtig is. Als hij zijn eigen gedachten en ideeën in de toekomst gebruikt, dan komt hij ook erg ver. Toch zie ik dat niet zomaar gebeuren. Hij is te arrogant, denk ik. Dan Rogi Wieg. Ja, hij moet een keer gevoel leren ervaren. Hij moet zoeken naar zichzelf en misschien maar een hulp zoeken. Deze hier, Jaap Scholten, dat is de man van de toekomst.’
Derwent Christmas
Als ik dit verslag zo leest en constateer dat dit interviewal jaren geleden is afgenomen , kom ik tot de conclussie dat de paragnost(dhr. Wester) het grotendeels gelijk heeft gehad.
Ik vind het bijzonder knap dat deze paragnost de persoonlijkheden bijna voor 100% heeft gesitueerd en beschreven. Zelf heb ik niet veel met helderzienden of paragnosten maar de heer Wester zal ik persoonlijk eerder willen bestempelen als echt en mijnheer Wester heeft mij overtuigd dat er toch meer is tussen hemel en aarde!
Best Regards,
Marten Rood