Recensie: Remco Campert – Om vijf uur in de middag
Het dichterschap als dekmantel
‘Ik, Wim Klein, wil neuken en wel zo snel mogelijk.’ De eerste zin van het eerste verhaal van Om vijf uur in de middag, de nieuwe verhalenbundel van Remco Campert, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Een bestseller wil Wim Klein schrijven en dan ook nog graag een onverbiddelijke bestseller net als Jan Cremer lang geleden. Het humoristische verhaal ‘Bestseller’ lijkt in opdracht geschreven, waarschijnlijk ter gelegenheid van een jubileum van de rebel uit Twente.
Hoe komisch ook, ‘Bestseller’ en ook ‘De scholier’, dat eveneens over een jongen gaat die niet wil deugen en waar opnieuw een vader zich zorgen maakt over de toekomst van zijn zoon, zijn verhalen van aanmerkelijk lichter gewicht dan verhalen elders in de bundel. Misschien moet Campert (van 1929) de jongeren maar over laten aan een nieuwe generatie schrijvers of alleen maar schrijven over de tijd dat hij zelf jong was, want erg geloofwaardig komt het niet meer over als een moderne jongere zich hevig interesseert voor jazz, lid is van de Thelonious Monk Fan Club en een rector heeft die de band ‘The Dukes’ (naar Duke Ellington) minder geslaagd vindt, ‘want hij vond jazzmuziek maar kattengejank’.
Als Campert de verhalen in een andere tijd had geplaatst waren ze veel geloofwaardiger geweest, want op zich zijn de problemen van de jongemannen in deze twee verhalen van alle tijden. Ze ontworstelen zich aan het gezag van hun ouders en zijn bezig om zelf een weg in het leven te vinden. Toch vind ik het verhaal ‘Crisis’, over een oudere schrijver met een jongere vriendin, interessanter. Op een luchtige manier wordt daarin het langzame aftakelen beschreven dat de schrijver Lambert Verschuur in zijn greep houdt. Vooral de nachtmerries en de herinneringen aan de oorlog houden hem meer en meer bezig. Met zijn vriendin kan hij er niet over praten, wel met zijn oude vrienden in het café. Als je het zo samenvat is het een verhaal van niks, maar Campert weet je binnen een paar pagina’s het leven van Verschuur in te slepen en je het ongemakkelijke gevoel je onbegrepen te weten deelachtig te maken.
Het titelverhaal is het meest ambitieuze in dit boek. Het gaat over een soort geheim agent die onder valse namen over de wereld reist en opdrachten uitvoert. Hij heeft zorgvuldig gebroken met zijn jeugd, zijn vroegere leven, heeft een levenslange liefde voor een vrouw die hij op zijn reizen ontmoette en weer kwijtraakte en zit nu in een Zuid-Amerikaans land in een stad te wachten. Het dichterschap is deze keer zijn dekmantel. Ik zal het verhaal niet verder weggeven, maar als je dit leest vermoed je dat er meer in gezeten had. Een roman over gemis, liefde en het terugvinden van een identiteit die je van de hand hebt gedaan. Laten we hopen dat Campert dat boek ook nog zal schrijven.
Coen Peppelenbos
Remco Campert – Om vijf uur in de middag. De Bezige Bij, Amsterdam, 142 blz. € 15,90.