Recensie: Dimitri Verhulst – De laatste liefde van mijn moeder
De euforie van Duits gebak
In een tijd waarin iedereen op schoolreisje minimaal naar Rome gaat en de zomervakanties worden doorgebracht in dusdanig verre oorden dat jezelf tot de uitheemse diersoorten gaat behoren, is het nauwelijks meer voorstelbaar dat dertig jaar geleden een reisje naar Duitsland als een exotische trip werd gezien. In De laatste liefde van mijn moeder gaat moeder Martine met haar nieuwe geliefde Wannes en haar puberzoon Jimmy met een touringcar naar het Zwarte Woud. Dat het niet zo wil klikken tussen Jimmy en zijn stiefvader is een kleine complicerende factor.
Pas op een laat moment ben ik ingestapt in het oeuvre van Dimitri Verhulst, namelijk bij de verschijning van De helaasheid der dingen. Een prachtig boek waarbij het stilistische vuurwerk de volkse karakters niet in de weg zat. Het volgende boek, Mevrouw Verona daalt de heuvel af, was veel serener van opzet en het daarop volgende Godverdomse dagen op een godverdomse bol een staaltje van taaltechnisch imponeergedrag dat niet aan mij besteed was, maar wel aan de jury van de Libris-literatuurprijs. Met De laatste liefde van mijn moeder vind ik de Verhulst terug van De helaasheid der dingen.
Op zich gebeurt er niet zoveel tijdens de reis, maar de voorbereidingen op de reis en de reis zelf worden minutieus beschreven omdat zo’n buslading vol mensen een biotoop wordt met de gebruikelijke groepsprocessen. Het is een erg groot pluspunt dat de personages met een zekere mildheid beschreven worden. Dimitri Verhulst is geen intellectuele auteur die boven zijn personages staat, maar hij staat er tussen in. Gewone mensen worden niet belachelijk gemaakt, terwijl het boek toch humoristisch is door wat men zegt en doet. Een constante in het werk van Verhulst blijft zijn vermogen om tragikomische zinnen te formuleren. ‘Aan drie wanden hingen reproducties van abstracte schilderijen waaruit niet viel af te leiden of de maker een mens dan wel een ontploft blik ravioli was geweest.’ (Alvast een kandidaat voor de Tzum-prijs van volgend jaar.) ‘Als het algemeen gevoel van welbevinden door het eten van een stuk taart groter werd, en daarover kon in feite weinig discussie bestaan, dan moest de stemming middels het eten van een stuk Duits gebak euforische hoogten bereiken. Kolossale bouwwerken, opgetrokken uit slagroom en biscuit, mastodonten van eiwit, suiker en mastellen die duidelijk maakten dat men de geschiedenis geen geweld aandeed indien men de architectuurplannen van Albert Speer in het licht van de Germaanse banketbakkerij bekeek.’
Lezing van dit boek bracht ook een stortvloed aan herinneringen teweeg. Ik ben iets ouder dan de schrijver, maar ging als jongen ook met hele gezin naar Duitsland (in een auto in plaats van met de bus) en ik herken enorm veel clichédenkbeelden die je in die tijd had over Duitsland en de Duitsers. Ik weet nog hoe buitenissig wij dekbedden vonden en die rare rollen die men als hoofdkussen gebruikte. Maar ook simpele zaken als bellen naar huis in telefooncellen die Marken slurpten. Ik ben heel benieuwd hoe jonge mensen met mobieltjes en een koffer met wereldwijsheid dit boek lezen. Ik kan alleen maar zeggen dat ik (op de korte epiloog na, maar wie maalt daar om) erg genoten heb van deze roman.
Coen Peppelenbos
Dimitri Verhulst – De laatste liefde van mijn moeder. Contact, Amsterdam, 236 blz. €19,95.