Recensie: Rob van Essen – Elektriciteit
Freud haalt een kut van de deur
Onlangs werd hij door Ronald Giphart nog een ‘Geheimtip’ genoemd in de Volkskrant. Maar aan die status heeft Rob van Essen zich inmiddels wel ontworsteld, dankzij de roman Visser die volkomen terecht op de shortlist stond van de Libris Literatuur Prijs. Met Elektriciteit laat Van Essen zien dat hij ook zeer goed uit de weg kan met het genre van het korte verhaal.
In Elektriciteit staan vier verhalen die eerder in de papieren Tzum hebben gestaan: ‘Scipio’s laatste woorden’, ‘Scipio’s laatste dans’, ‘Wit licht’ en ‘Zondagochtend, zondagavond’. Vooral de eerste twee (al geschreven in 2003) zijn intrigerend omdat een verteller, over wie we niet zoveel komen te weten, herinneringen ophaalt aan een oude vriend Scipio. Scipio is studentikoos type vol branie en bravoure, maar als lezer weet je dat hij inmiddels overleden is, zodat al zijn vrolijk baldadige opmerkingen en avonturen worden verteld met de bijklank van de dood, waardoor de vrolijkheid meteen navranter wordt. Ik hoopte altijd dat Van Essen een complete roman rond Scipio zou bouwen, maar ben blij dat deze verhalen nu eindelijk in boekvorm zijn uitgegeven.
Elektriciteit heeft geen rode draad; er is geen verbindend thema en ook de toon van de verschillende verhalen is heel divers. Soms is die ronduit hilarisch zoals in ‘Zondagochtend, zondagavond’ waar ‘Dr. Lisettes gepatenteerde spermamethode’ wordt toegelicht of in ‘Toen we in Londen naast Freud woonden’ waarin een paar jongens op de deur van de bekende psychoanalyticus een zelfgefabriceerde kut plakken zodat Freud zelf in de weer moet om het ding er weer af te halen: ‘Met de kut in zijn handen viel Freud langzaam achterover, als een beeld uit een film die vertraagd wordt afgedraaid.’
Het allermooist vind ik echter de verhalen waarin behalve wat lichte ironie de minste humor zit zoals ‘Achttien’, ‘Lopend water’ en het titelverhaal. In ‘Achttien’ haalt een gescheiden vader zijn zoon op om, voor de laatste keer, zijn zoon te fotograferen voor de appelboom in het huis waar deze zijn jeugd heeft doorgebracht. Van Essen laat mooi het gezwoeg en de desinteresse van deze vader zien, die vooral geïnteresseerd is om zijn eigen project tot een goed einde te brengen en nog te veel in beslag genomen wordt door de scheiding. Dat de appelboom inmiddels is omgezaagd geeft een grote knauw aan het zelfbewuste handelen van de vader. Dit is een verhaal met kartelrandjes. Tijdens het lezen verlies je steeds meer de sympathie voor de vader. In ‘Lopend water’ realiseren een man en vrouw de droom voor hun oude dag: een huisje op het water, maar als ze dat eenmaal hebben beseft de vrouw dat ze bang is voor dat water en vooral voor een overstroming terwijl ze slaapt. De man moet kiezen voor zijn vrouw en haar welzijn of voor de boot die hij met alle macht zelf heeft opgetuigd. In een paar bladzijden wordt een verhaal over een dilemma en uiteindelijk de keuze voor de liefde (denk ik) verteld. En zo zijn er meer verhalen die je direct in je hart raken. Nederland is een erg goede verhalenverteller rijker.
Coen Peppelenbos
Rob van Essen – Elektriciteit. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 176 blz. € 16,50.