Recensie: Kim Young-Ha – Het rijk der lichten
Subtiel en ontroerend spel met Koreaanse identiteit
Noord-Korea is de afgelopen tijd veelvuldig in het nieuws geweest. De nog niet bevestigde leiderswisseling van het streng stalinistische land zorgt voor een stroom aan publicaties én speculaties. En daar helpen ze zelf ook aan mee. Dankzij een voor het afgesloten land ongekende toegang voor de pers, hebben journalisten vanuit de hele wereld de parades in het kader van de 65-jarige verjaardag van de Arbeiderspartij kunnen verslaan. In de berichtgeving over het land strijden afkeer en fascinatie om voorrang. Het land is een dictatuur, waarin de bevolking geen enkele vrijheid geniet en waar andersdenkenden zonder pardon naar een strafkamp worden afgevoerd. De bevolking heeft te lijden onder grote voedseltekorten; de hele economie is al vijftien jaar volledig ingestort. Maar er is tegelijkertijd ook fascinatie voor dit land. Fascinatie voor de persoonlijkheidscultus rond de stichter van de natie Kim Il-sung en diens zoon, de huidige dictator, Kim Jong-il. Alles wat maar een tipje van die sluier oplicht, kan rekenen op grote interesse. Zo werd er bericht over de dood van Hwamg Jang-yop. Deze voormalige mentor van Kim Jong-il is onlangs dood in zijn badkamer gevonden. Een aantal jaren geleden is Hwamg Jang-yop naar Zuid-Korea overgelopen. Sinds die tijd leefde hij onder constante bewaking. Zijn dood is dan ook onderwerp van onderzoek. Want de tentakels van de dictator zijn lang.
De roman Het Rijk der Lichten van de Koreaanse schrijver Kim Young-Ha maakt op een boeiende wijze inzichtelijk hoe die tentakels kunnen werken. Hoofdpersoon Kim Kiyong is een spion uit Noord-Korea die op een langdurige missie in Zuid-Korea is gestuurd. Zijn directe chef in Noord-Korea is overleden en de dienst lijkt hem vergeten. Inmiddels leidt Kim Kiyong een geheel eigen leven met alle geneugtes van de kapitalistische Zuid-Koreaanse samenleving, waar hij werkt in de filmindustrie. Een leven dat hij zich in Noord-Korea niet kon en mócht voorstellen. Want dat dat leven daar heel anders is, wordt via verschillende flash-backs pijnlijk duidelijk. Hoe moeilijk het leven in de stad P’yongyang is, wat overleven betekent in een land dat door de Geliefde Leider – ook een filmfanaat – tot één groot toneel is omgebouwd, waarin hij de Grote Regisseur is die bepaalt wat er gezegd én gedacht wordt.
Die flashbacks maken Kim Young-Ha’s roman op zich al interessant. Het geeft een beeld van het leven in Noord-Korea. Kim Kiyongs comfortabele leventje met vrouw en kind – met wie we overigens ook kennismaken en wiens wegen en gedachten we ook volgen – wordt ruw verstoord als er opeens een mailtje in zijn inbox zit met een bevel om zich binnen vierentwintig uur naar P’yongyang te begeven. Wat hij ook doet, het wordt zijn dood. Het maakt niet uit of hij het bevel uitvoert of negeert, de uitkomst staat vast. Die vierentwintig uur vormen de tijdslijn van de roman. Zoals gezegd, volgen we niet alleen Kim Kiyong tijdens die vierentwintig uur, maar ook zijn vrouw en dochter. Via hen leren we andere facetten van de Zuid-Koreaanse samenleving kennen. Een overspelige vrouw en een puberende dochter geven de roman een grote verscheidenheid aan thema’s op. Kim Young-Ha maakt via hen uitstapjes naar de wereld en positie van de vrouw in Zuid-Korea, naar de harde werkelijkheid van een ontluikende volwassenheid. Deze uitstapjes geven het verhaal de nodige lucht en dragen tegelijkertijd op schijnbaar lichtvoetige wijze bij aan het ingenieuze spel met de Koreaanse identiteit die vooral terug te vinden is in de hoofdpersoon.
Kim Kiyong heeft bij het zich vestigen in Zuid-Korea de identiteit aangemeten van een jongen die vanaf zijn zestiende spoorloos verdwenen is. Bij tijd en wijle wordt Kim Kiyong wakker gehouden met de vraag wie nu de echte Kim Kiyong is. Is het die jongen van wie hij de identiteit overgenomen heeft? En waarom is hij destijds verdwenen? Of is het toch de ‘nieuwe’ Kim Kiyong? Juist in die identiteitszwendel vormt de kracht van de roman. Het maakt op fijnzinnige en intelligente wijze duidelijk en invoelbaar in welke positie de Koreaanse identiteit zich bevindt. De langzame verwijdering tussen de beide Korea’s mag misschien op politiek en diplomatiek niveau meer dan vaste vorm hebben, dat betekent niet dat dat ook gevoeld wordt in de harten van de bewoners van beide landen.
Koen van Hees
Kim Young-Ha – Het rijk der lichten. Vertaald door Remco Breuker. Anthos, Amsterdam. 352 blz. € 22,95.