Gedicht: Jan Glas – Als was zij mijn vrouw
Als was zij mijn vrouw
Ik trof haar half bevroren aan.
De hele winter had ze op de ganzen gewacht.
Ik nam haar in huis als was zij mijn vrouw.
Binnenshuis deed ze plastic zakjes
om haar vieze voetjes.
‘Ach, dat hoeft toch helemaal niet,’ zei ik.
Ritselend liep ze naar de koelkast.
Ik ging mijn bed verschonen.
‘Weet jij eigenlijk wel
dat je aan de hemel ontsnapt bent?’
Ja, dat wist ze wel.
Boven stond ik nog even
voor het slaapkamerraam.
Het water in de vijver, zag ik,
was vis geworden.
Jan Glas
Jan Glas is dichter, fotograaf, beeldend kunstenaar en zanger. Voor zijn Groningstalige poëzie won hij al diverse prijzen waaronder de Literaire Prijs van Stichting ’t Grunneger Bouk en de Duitse Freudenthal-prijs voor nieuwe Nedersaksische literatuur. In 2008 ontving hij het Belcampo-stipendium wat resulteerde in de tweetalige bundel Zo is t nait goan / Zo is het niet gegaan (uitverkocht). In hetzelfde jaar verscheen ook een boek waarin hij samenwerkte met de schilder Dolf Verlinden: Stel je bent schilder. Zie voor de rest van zijn oeuvre hier. Jan Glas bereidt een dichtbundel in het Nederlands voor.