Nieuws: Frederik Ruysch, Ter Braak en Marsman online
O kom er eens kijken. Op de onvolprezen site DBNL weer een enorme hoeveelheid nieuwe boeken en tijdschriften. De complete Menno ter Braak lijkt het wel (liefhebbers kunnen op de Menno ter Braak-site inmiddels de handschriften zien), enkele werken van Louis Couperus, een roman van Marsman. Daarnaast poëzie van Anna Roemers Visscher, Jacob Cats en Jacob van Lennep. En ook nog het geromantiseerde leven van Bredero door A.M. de Jong in De dolle vaandrig. En nog veel en veel meer.
Opmerkelijk is ook het boek van Fredericus Ruysch die onlangs nog als superpreparateur werd geportretteerd in Vingers van marsepein van Rascha Peper. in Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken legt hij zijn methoden zelf uit. Hogere ontleedkunde zoals mag blijken uit de onderstaande opsommin van enkele hoofdstuktitels:
XL. Aanmerking. Een ingewortelde [Cephalaea] hoofdpyn opgehouden door een halsdragt [setaceum], maar weggenomen zynde, quam de pyn wederom, en dat altemets.
XLI. Aanmerking. Een groote uytvloeying van Water [Lympha], wegens het openen van een Lies-gezwel [Bubo], door een particuliere konst tegengehouden.
XLII. Aanmerking. Een zeer groote bloedvloed [haemorrhagia] uyt een zweer van de roede [penis], wel door een ligte, maar by zondere konst tegengehouden.
XLIII. Aanmerking. In ’t doode lighaam van een Kraamvrouw een gapende mond van de Lyfmoeder, en het bekken [pelvis] met vogten vervult.
XLIV. Aanmerking. Een barnsteene Coraal lang in de neus gebleven, met een steenagtige [tophus] stoffe begroeyt.
XLV. Aanmerking. Verscheyde zaaken in ’t doode lighaam van een waterzugtige vrouw aangemerkt, waar onder de klieren van de Lever zeer opgeblazen.
XLVI. Aanmerking. Een waterzugt van de buyk uyt waterblaasjes [hydatides] bestaande.
XLVII. Aanmerking. Een scheur [fissura] van ’t bekkeneel uyt een kneuzing [contusio], gaande zelfs door de naaden.
XLVIII. Aanmerking. Bastart [fungus] of spongieus vleesch van ’t verhemelte [palatum] met bederving [caries], door ’t mes en gloeyende brandyzers gelukkig weggenomen.
XLIX. Aanmerking. Het zelve geval, maar van een andere uytkomst, door onwetenheyd van Lapzalvers.
L. Aanmerking. Een hardigheyd en verzweering van de Lever gelukkig geneezen.
LI. Aanmerking. De Milt [Lien], Lever [Hepar], en bynieren [renes succenturiati] &c. konnen gevoeglyk gehouden werden voor bloedagtige klieren.