Recensie: Arnon Grunberg – Huid en haar
De personages arnoneren maar door
Er zou een woord moeten bestaan voor de oeverloze dialogen in de romans van Arnon Grunberg. Net zoals het woord ‘pinteren’ de enige manier is om de dialogen van Harold Pinter weer te geven. Laten we het eens proberen met ‘arnoneren’: de personages praten wel met elkaar, maar begrijpen doen ze elkaar niet met als gevolg dat ze nog meer zeggen en nog minder begrijpen. Die dialogen gaan gepaard met veel herhalingen en af en toe felle uitschieter die de lezer bij de les houdt. Ook in Huid en haar, de jongste Grunberg is het weer zover.
Roland Oberstein, een Nederlandse econoom die aan een Amerikaanse universiteit onderzoek naar de bubbel ontmoet op een congres over de Holocaust de Amerikaanse Lea die gespecialiseerd is in de kampcommandant Rudolf Höss. Lea probeert hem tevergeefs te versieren, maar Oberstein is een volstrekt autistische man die voornamelijk gericht is op zijn werk. Niettemin krijgt hij de ene romance na de andere van vrouwen die juist aanhankelijkheid willen, het enige waartoe Oberstein niet toe in staat is. Lea neemt dan maar een andere wetenschapper het bed in. Op de vlucht terug naar de Verenigde Staten zit ze naast Roland en het gesprek gaat wel over overspel, maar Oberstein reageert op al haar toespelingen met een academische afstandelijkheid. Dat kan zo een paar bladzijden in beslag nemen tot de dialoog opeens zo’n bizarre zin oplevert die alleen in het proza van Grunberg voor kan komen. De stewardess komt langs om te vragen wat ze willen eten.
‘Wat vraagt ze?’ vraagt ze aan Roland.
‘Rundvlees of vegetarische ravioli.’
‘Wat zit er in de ravioli?’
‘Iets vegetarisch. Moet ik haar dat vragen? Je spreekt toch Duits?’ Roland lacht vriendelijk. Maar het klonk alsof hij zich schaamde dat hij dergelijke vragen zou moeten stellen: wat zit er in de ravioli? Alsof het een gênante vraag zou zijn.
De stewardess zegt: ‘Ricotta, mevrouw.’
‘Ik neem de vegetarische ravioli,’ zegt Lea.
Roland neemt het rundvlees.
Allebei kijken ze naar hun eten.
‘Mijn god,’ zegt Lea. ‘Ik had meer abrikozen moeten kopen.’
‘Ik vind dit heerlijk,’ zegt Roland. ‘Soms vraag ik me af hoe jij een kamp had overleefd. Had je dan ook aan de SS gevraagd: wat zit er vandaag in de vegetarische ravioli?’
In Amerika worden de pogingen van Lea om Oberstein in bed te krijgen uiteindelijk wel beloond en dan kan een groots, af en toe kluchtig, relatiespel beginnen, want Oberstein heeft in Nederland nog een jongere vriendin (die op haar beurt weer een minnaar heeft) en een ex-vrouw en een zoontje. Lea is getrouwd met een politicus die het perfecte voorbeeldgezin naar buiten toe wil spelen, maar geen enkel seksueel gevoel meer heeft voor Lea. Wel voor de illegale UPS-bezorger Enrique die hij dwingt tot seks in ruil voor een verblijfsvergunning. De moeilijkheden stapelen zich op voor Oberstein die door zijn ex gedwongen wordt om een deel van het jaar in Nederland les te geven en ook daar krijgt hij weer een verhouding, nu met een opstandige studente.
Huid en haar is veel meer een komedie dan de andere boeken van Grunberg. In vergelijking met Tirza is dit lichtere kost omdat je in dat boek deelgenoot werd van de verwarring van een obsessieve vader. De hoofdpersonen in Huid en haar blijven meer op afstand. Dat komt ook door het satirische karakter van het boek, die ik af en toe erg geslaagd vind. Zo wordt er een fnuikend beeld gegeven van de universitaire wereld in Nederland en de lamlendigheid onder de studenten en bestuurders. De veelheid aan personages en ontwikkelingen maakt deze roman echter wat minder hecht. Sommige onderdelen van het verhaal komen ook nauwelijks uit de verf, zoals de boze moeder van Oberstein die de grootvader van Lea in huis neemt ter voorbereiding van diens euthanasie. Die verhaallijn wordt niet echt uitgewerkt en dat is zonde. In Huid en haar raken de personages ontregeld in een relatiekomedie rond de bestudering van de Holocaust. Knap, daar niet van, maar mijn favoriete Grunberg blijft vooralsnog Tirza omdat dat boek de gedachten van de lezer volledig laat ontsporen.
Coen Peppelenbos
Arnon Grunberg – Huid en haar. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 526 blz. € 19,95.