Recensie: Jan Siebelink – Het leven van Clara
Clara zoekt het geluk
Den Haag neemt een belangrijke plaats in in het oeuvre van Jan Siebelink. In Knielen op een bed violen werkt en leert de vaderfiguur een tijdje in de hofstad; in Suezkade speelt het hele boek zich af aan de kade van de titel en ook in Het lichaam van Clara is Den Haag weer het decor. Binnen Den Haag is het altijd de omgeving van de Laan van Meerdervoort. Deze roman begint in de buurt van het oude woonhuis van Couperus. Clara Hofstede heeft net moeten besluiten om haar hondje te laten inslapen en komt dan de schrijver Oscar Sprenger tegen, een schrijver waarin je meteen Jan Siebelink herkent. En laat die Sprenger nu net een roman hebben geschreven die Clara heet.
Clara Hofstede, een eigentijdse Eline Vere, is nogal behept met stoornissen. Ze heeft diverse dwangneuroses: tellen, eindeloos controleren, de straat vegen en zichzelf verwonden door in haar armen te kerven. Laat nu dat hele leven van haar door die Oscar Sprenger te zijn opgeschreven. Diens hoofdpersoon is zij. Vanaf dat moment lopen in het boek werkelijkheid en fictie door elkaar. Wat is het werkelijke leven van Clara en wat verzint zij? Komt de schrijver echt bij haar op bezoek of is dat een hersenschim? Maakt hij echt een vervolgafspraak of gebeurt dat alleen maar in het hoofd van Clara? De roman geeft niet geheel duidelijkheid. Soms is er een alwetende verteller aan het woord, dan duik je weer in de gedachten van Clara.
Clara heeft geen gemakkelijk jeugd gehad. Tussen een stille in zichzelf gekeerde vader en een hysterische moeder bemiddelt zij als kind. Voor mij is het dan niet duidelijk waarom dat leidt tot automutilatie. Als ze geslachtsrijp is komt daarbij nog een overmatige drang tot masturbatie en, als ze weet dat ze daarmee macht kan uitoefenen, het verleiden van mannen. Siebelink racet af en toe door de gebeurtenissen. Zo heeft Clara een verhouding met de gymleraar die vrij lang duurt, ze werkt zelfs een tijdje in een bordeel, maar die bordeelfase wordt in enkele bladzijden afgehandeld. Ze kan blijkbaar zonder moeite in en uit die wereld stappen. Ongeloofwaardig. Net zo ongeloofwaardig als de episode in Venezuela waarin ze opeens als diplomatenvrouw de leiding over de Hollandse Club op zich neemt. Na een flirt met een andere man wordt haar eigen man boos, neemt hun dochtertje mee naar de markt en daarna is het dochtertje ontvoerd. Bots, knots. De roman had gemakkelijk zonder dit slecht uitgewerkte gegeven gekund. De relatie met haar man krijgt nauwelijks contouren, de verdwijning van het dochtertje is slechts een rimpeltje in het boek.
Wat me het meeste stoort in het boek zijn de expliciete beschrijvingen van de gemoedstoestand van Clara, of dat nu door haarzelf gebeurt of door de verteller. Ze kan in haar lichaam snijden door zichzelf als ‘de Ander’ te zien. Dat lijkt me meer iets uit de psychologische handboeken dan een beschrijving van het daadwerkelijke proces. Je zit dan ook niet in het hoofd van Clara, maar bij een alwetende verteller die weet hoe dat gaat en die stoornis precies kan invullen.
‘Clara Hofstede keek naar zichzelf en kende geen gevoelens meer. Noch afkeer, noch liefde of genegenheid voor wie dan ook, voor de levenden of de doden. Slechts onverschilligheid. Ze zat onder een glazen stolp, het omringende leven trok aan haar voorbij en ze was er op geen enkele manier deelgenote van. Met een onhoorbare klik was ze van de werkelijkheid afgesneden. Clara’s innerlijk was zo leeg als wat. Berooid en uitgestorven.’ Het is therapeutenproza. Dit zijn lelijke zinnen, net als de zinnen die Clara denkt over haar eigen leven: ‘Ik zoek iets. Ik zoek naar iets van mezelf uit die tijd. Een gebaar of een woord dat mij iets duidelijk maakt. Iets wat ik wel zag, maar weigerde te zien. Ik wil iets begrijpen. Ik zoek een blik, een liefdevolle blik misschien. Ik zoek een geheimzinnige vlam die een weg naar mijn bevrijding kan wijzen. Wat is mijn ware aard? Waarom ben ik die niet op het spoor gekomen?’ Clara zoekt het geluk. Het leven van Clara is helaas een therapieroman in een bloedeloze stijl.
Coen Peppelenbos
Jan Siebelink – Het leven van Clara. De Bezige Bij, Amsterdam, 336 blz. € 19,90.
Inderdaad een vreselijk \’bloedeloos\’ verhaal. Je zou er depressief van worden. Teveel ingevuld aan gevoelens van Clara. Er blijft niets te raden over wat er in haar omgaat. Ik was blij dat ik het boek uit had eigenlijk.