Recensie: Kluun – Haantjes
‘Ha, de heren zijn op zoek naar een lekkere fluit, dat zie ik zo’
Er is iets geks aan de hand met Haantjes, de nieuwste roman van Kluun. Arjan Peters besprak het boek lovend op de voorkant van boekenbijlage van de Volkskrant. NRC Handelsblad besprak het boek prominent samen met de nieuwste roman van Herman Koch. Haantjes gaat over een stel mannen uit de reclamewereld die snel rijk willen worden tijdens de Gay Games in 1998. Omdat Kluun in zijn ‘verantwoording’ verwijst naar een citaat van Willem Elsschot uit het boek Kaas, werd in de recensies regelmatig de link gelegd naar de prachtroman van Elsschot. Kluun is opeens salonfähig.
Ik had, naast stilistische en structurele bezwaren ook morele bezwaren tegen Komt een vrouw bij de dokter (2003), de bestseller van Kluun. Niet zozeer het overspelige gedrag van de hoofdpersoon Stijn vond ik moreel verwerpelijk (in de literatuur mag alles), maar wel de vermenging van fictie en werkelijkheid die plaatsvond in en buiten het boek. Normaal heb ik daar juist geen problemen mee, maar in Komt een vrouw bij de dokter vergeeft de vrouw van Stijn op haar sterfbed haar man voor zijn overspel terwijl zij leed aan kanker. Omdat dat zo’n beetje aan het einde van het boek staat, vlak voordat ze daadwerkelijk overlijdt, vergeef je als lezer Stijn ook. Als zelfs zijn vrouw dat al doet, wie zou jij als lezer dan zijn om het niet te doen? Maar het is hier de schrijver die de vergeving opdringt door deze constructie in deze (semi-)autobiografische roman. De schrijver vergeeft zichzelf dus. Dat vond ik moreel verwerpelijk. Gevoegd bij de andere argumenten: dit was geen literatuur. Maar als grote critici een schrijver plotseling gaan omarmen, dan wordt het misschien tijd om mijn mening te herzien.
In korte, soms ultrakorte, hoofdstukjes wordt de teloorgang van Stijn en Frenk beschreven die een nieuw reclamebureau zijn begonnen, maar nog niet echt zijn doorgebroken, en eindelijk het gouden idee krijgen voor een verkoopsucces tijdens de Gay Games in Amsterdam. Vlaggen, petjes, T-shirts en fluitjes verkopen waarbij de rode kleur uit de vlaggen van diverse landen is vervangen door roze. Übernicht Charles heeft alles bedacht. Stijn en Frenk besluiten het idee zelf te gaan vermarkten en vanaf dan loopt alles fout. Dat weet je al in het begin en er zitten weinig spannende complotwendingen in die je voor verrassingen stellen.
Is Kluun nu opeens literair gaan schrijven? Absoluut niet. Haantjes bestaat voor 80% uit dialogen, een kenmerk van lectuur. Bovendien worden veel uitspraken nogal expliciet geduid. Een kleine bloemlezing die met gemak vertwintigvoudigd kan worden: ‘vroeg Charles verbaasd’ (blz. 29), ‘zei ik resoluut’ (blz. 46), ‘vroeg ik verbaasd’ (blz. 50), ‘mompelde Frenk ontsteld’ (blz. 59), ‘vroeg Strijpstra jr. verbaasd’ (blz. 61), ‘zei ik resoluut’ (blz. 62), ‘vroeg Frenk verbaasd’ (blz. 73), ‘zei Frenk benauwd’ (blz. 73) ‘vroeg Frenk verbaasd’ (blz. 93), ‘mompelde ik korzelig’ (blz. 109). Daarnaast wordt er continu gegrijnsd, met het hoofd geschud dan wel geknikt. Er wordt zoveel geschud en geknikt dat het wel een kliniek voor parkinsonpatiënten lijkt op dat reclamebureau.
De spanning is afwezig, de stijl is erbarmelijk en de personages blijven plat. Charles de sportschoolgay is een typische nicht, die alleen maar aan seks denkt. Als hij praat, lijkt hij zo weggelopen uit de Snip en Snap-revue van zestig jaar geleden. ‘Aloha schatjes!’ ‘Ha, de heren zijn op zoek naar een lekkere fluit, dat zie ik zo.’ Het is het clichébeeld van de homoseksueel ten top. Ook Stijn en Frenk, (hetero) reclamemannen, praten en handelen zoals je denkt dat reclamemannen praten. Het hele boek staat vol met Engels jargon. Als je Haantjes vergelijkt met Kaas dan valt vooral op dat je met Laarmans mededogen hebt, terwijl je bij Stijn en Frenk vooral denkt: net goed.
Ik zou geen enkele reden weten waarom Haantjes tot de literatuur gerekend dient te worden. Dat is niet erg. Ik heb zelf ook aan twee soaps, toevallig gay-soaps, meegeschreven die ik niet tot de literatuur reken om dezelfde redenen. De auteur hoorde in ‘De Wereld Draait Door’ de literaire erkenning met graagte aan en dat is hem gegund, maar toch: ik las Willem Elsschot, ik bestudeerde Willem Elsschot. Willem Elsschot is een van mijn favoriete schrijvers. Kluun, u bent geen Willem Elsschot.
Coen Peppelenbos
Kluun – Haantjes. Podium, Amsterdam. 192 blz. € 17,50.
Lees ook de recensie van Frank van Dijl over dit boek.
Ik val, over het zinnetje \’Haantjes bestaat voor 80% uit dialogen, een kenmerk van lectuur.\’ Volgens mij wordt een literair verhaal juist gedragen door handelingen en dialogen. Show, don\’t tell. Allerlei uitleg verprutst het dan natuurlijk weer.