Recensie: Paul Mennes – Het konijn op de maan
Een vreemdeling in Japan
Je ontdekt je eigen cultuur pas in contrast met een andere cultuur. Dat overkomt Samuel Penn (kortweg Sam) als hij besluit zijn bestaan in Vlaanderen op te geven voor samenleven met zijn vriendin Midori in Japan. Hij was eveneens de hoofdpersoon van Huiskamermuziek, de vorige roman van Paul Mennes, maar Het konijn op de maan is los daarvan te lezen. Sam komt in Osaka in een totaal nieuwe omgeving, krijgt een ‘schoonfamilie’ die hem met grote argwaan bejegent en merkt dat zijn vriendin zich in haar vaderland anders gedraagt.
Mennes gebruikt in Het konijn op de maan een motto uit (de inleiding van) The Pillow Book en refereert in de roman ook regelmatig aan het meer dan duizend jaar oude Japanse boek, waarin een vrouw schrijft over het merkwaardige hofleven waarin zij verzeild is geraakt. Midori krijgt werk bij een theater waar ze onder leiding van een Franse regisseur een theaterversie van het boek gaan brengen. Sam koopt het boek en is razend enthousiast:
‘Hé, Midori, dit is geen boek. Dit is een blog!’
‘Is dat goed of niet zo goed?’
‘Het is geweldig.’
En voor een deel is de opzet van deze roman wel enigszins te vergelijken met Het hoofdkussenboek; Sam beschrijft zijn indrukken van de nieuwe omgeving. Soms liggen die erg voor de hand, zoals de enorme voorkomendheid waarmee klanten in winkels tegemoet getreden worden, de nette rijen in het openbaar vervoer en het ontwijken van antwoorden waarbij men ja of nee moet zeggen. Daar tegenover staan de clichés die Sam te horen krijgt van Japanners die een rondreis van een paar dagen hebben gemaakt door Europa. België wordt dan meestal teruggebracht tot chocola en wafels.
Komischer is de opsomming van onbegrijpelijke Engelse opschriften op Japanse T-shirts die Sam her en der verwerkt in zijn notities over Japan: ‘Daddy was a street corner’ of ‘Happy dragon just feel our children’. Ook de lijstjes met aparte zaken die Sam tegenkomt in Japan versterken de luchtige toon van deze roman evenals de kluchtige ontmoetingen met de luidruchtige, oude buurvrouw die Engels probeert te studeren en de boze man die op de benedenverdieping regelt dat het vuilnis op een juiste manier wordt aangeleverd.
De lichte vertelwijze wordt de hele roman door volgehouden. Af en toe werd ik uit het verhaal gehaald door woorden waarbij ik het woordenboek erbij moest pakken om iets te controleren. Schrijf je ‘de rooster’ (ja, dat mag volgens het ‘Groene Boekje’), ‘de omslag’ (ja, dat mag ook), ‘de plakband’ (nee, mag niet), het meervoud ‘leraars’ (ja, is in Vlaanderen zelfs gewoon), ‘iets dat’ (nee, mag niet, maar wordt tegenwoordig bijna nergens meer gecorrigeerd).
Wie de roman leest zal ongetwijfeld sympathie krijgen voor Sam die zich lang staande weet te houden in een hem vreemde cultuur. Dat het hem uiteindelijk lukt om net als de Japanners de afbeelding van een konijn te zien op de maan is een kort moment van euforie in de wetenschap dat er nog duizenden andere cultuurverschillen zijn die een wig zullen drijven tussen hem en zijn geliefde. Ondanks de lichtheid van het boek is dat een treurig besef. Het konijn op de maan staat op de longlist van de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs 2011, eerder stond het al op de longlist van de Libris-prijs. Opmerkelijk voor een boek dat met weinig bombarie in de markt is gezet, maar het is volledig terecht dat de roman in het moeras van verschenen boeken toch boven komt drijven.
Coen Peppelenbos
Paul Mennes – Het konijn op de maan. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 190 blz. € 16,50.