Recensie: Mariëtta Nollen – Ik, Beatrix
Portret van een koningin
Schrijven over een gekroond hoofd is risky business als je serieus wilt worden genomen als romanschrijver. Voor je het weet wordt je werk weggezet als kitscherig voer voor de lezers van Vorsten. Mariëtta Nollen durft dat risico te nemen in roman Ik, Beatrix, de opvolger van haar in 2009 verschenen debuut Steenrijk en de tweede literaire interpretatie van het leven van koningin Beatrix die binnen korte tijd het levenslicht ziet (eind vorig jaar verscheen Majesteit van Oscar van den Boogaard).
Ik, Beatrix is dan ook zeker niet bedoeld voor fanatieke Oranjefans die in sprookjes willen geloven. Integendeel, lezers die dit boek aanschaffen omdat ze dol zijn op koninklijke trivialiteiten zullen van een koude kermis thuiskomen. Mollen presenteert geen sprookje, maar schildert een realistisch psychologisch portret van een recent jaar uit Beatrix’ leven. Het verhaal begint in april 2009 wanneer een eenling een aanslag pleegt in Apeldoorn en eindigt bij het Damschreeuwincident in mei 2010. In 2009 heeft Beatrix besloten dat het er maar eens van moet komen: de honderdste geboortedag van haar moeder beschouwt zij als een mooi moment om haar eigen troonsafstand bekend te maken. Het loopt allemaal anders. Karst Tates rijdt met zijn Suzuki Swift in op de Naald en neemt zeven mensen met zich mee in de dood. Door deze gebeurtenis begint Beatrix te twijfelen aan haar eerder genomen besluit en komt ze er algauw op terug. Ze wil niet aftreden na zo’n drama en haar oudste zoon acht ze nog niet rijp voor het koningschap. Ze laat Willem-Alexander weten dat de troonsafstand zal worden uitgesteld, tot groot ongenoegen van haar oudste zoon én van minister-president Balkenende. In het daaropvolgende jaar (het boek is onderverdeeld in seizoenen) denkt ze terug aan het verleden en aan hoe eenzaam haar positie eigenlijk is. Tegelijkertijd wil ze er nog niet graag vanaf, omdat ze niet goed weet wat ze na haar abdicatie met al die vrijgekomen tijd zou moeten doen. Ze ziet zichzelf niet, zoals haar grootmoeder Wilhelmina, een gezapig bestaan leiden. Haar karakter en de manier waarop ze het koningschap invult, zijn grotendeels gevormd door de Greet Hofmans-affaire en het slechte huwelijk tussen haar ouders. Maar vooral Claus heeft een grote invloed op haar manier van denken. Zijn stem achtervolgt haar in het beslissende jaar waarin het verhaal zich afspeelt, zeven jaar na Claus’ dood.
Vooral de eenzaamheid van Beatrix’ functie komt goed uit de verf in deze vlot leesbare roman. Veel indruk maakt een scène waarin zij afspreekt met haar leesclub, een groepje vrouwen bij wie zij zich zich helemaal vertrouwd voelt en bij wie ze het gevoel heeft helemaal zichzelf te kunnen zijn. Dan blijkt dat alle vrouwen, inclusief prinses Irene, al jaren weten dat een lid is gescheiden, terwijl Beatrix niets is verteld juist omdat zij koningin is. Het lijkt een onbeduidende scène, maar Nollen brengt hierin de eenzaamheid van haar hoofdpersonage goed onder woorden. Ze slaagt erin een mens van Beatrix te maken door middel van alledaagse, herkenbare situaties en gedachten, bijvoorbeeld wanneer de koningin vurig hoopt dat het erg gaat sneeuwen zodat haar verplichtingen komen te vervallen.
De roman is niet perfect. Halverwege haalt een te lang hoofdstuk over onder meer Balkenende de vaart uit het verhaal. Ook werken de talloze ‘wijze woorden’ van de overleden Claus, waarin de prins-gemaal meer klinkt als een zweverige Greet Hofmans dan als de intellectueel die Nollen blijkbaar wil neerzetten, op de zenuwen. Toch is Ik, Beatrix als geheel een heel aardige roman. Het lijkt wellicht moeilijker dan het is om het leven te interpreteren van een vrouw die iedereen denkt te kennen, want in feite weet het Nederlandse volk vrijwel niets van de persoon achter het symbool Beatrix en dat geeft Nollen de vrije hand. Heel verrassend gebruikt ze die vrije hand niet: de Beatrix in haar roman wijkt weinig af van het beeld zoals de meeste mensen dit van haar hebben. Ze is plichtbewust, rechtlijnig en hecht veel waarde aan het protocol, maar kan ook een menselijk gezicht tonen. Niets nieuws onder de zon dus. Maar misschien schuilt daarin ook juist de kracht van de roman. Nollen is er toch maar in geslaagd dit beeld op een geloofwaardige wijze op te tekenen en zo realistisch mogelijk in te kleuren. Na het lezen van Ik, Beatrix heb je het gevoel dat je de koningin beter hebt leren kennen. En dat is zeker een compliment waard.
Lucas Zandberg
Mariëtta Nollen – Ik, Beatrix. Prometheus, Amsterdam. 300 blz. € 17,95.