Recensie: Richard Mason – Geschiedenis van een genotzoeker
Amsterdamse affaire mist focus
Onderwerpen uit de Nederlandse geschiedenis spreken tot de verbeelding bij buitenlandse schrijvers. Auteurs zoals Tracy Chavelier en Sarah Emily Miano zijn slechts enkele van de auteurs die zich in recente jaren aan historische romans in een Nederlandse setting waagden en nu schaart ook de Britse Richard Mason, die in 1999 als 21-jarige meteen doorbrak met Verloren zielen, zich in dit rijtje.
Als hoofdpersoon kiest hij voor Piet Barol, een ambitieuze Leidenaar die iets meer dan honderd jaar geleden een succesvolle poging doet te ontsnappen aan het relatief eenvoudige milieu waarin hij is opgegroeid. De jonge twintiger beproeft zijn geluk in Amsterdam, waar hij als privéleraar in dienst treedt bij de zeer vermogende familie Vermeulen. Egbert, de jonge zoon van het gezin, lijdt aan een dwangneurose waardoor hij niet buiten durft te komen. Piet wordt aangesteld om Egbert te helpen, maar al bij het kennismakingsgesprek valt hij meteen in de smaak bij Jacobina, de aantrekkelijke en verheven vrouw des huizes. Algauw beginnen ze een geheime verhouding, waar haar man Maarten natuurlijk niet achter mag komen. Intussen houden de dochters van het gezin de boel nauwlettend in de gaten. Het fraaie onderkomen aan de Herengracht biedt verder onderdak aan diverse bedienden, die allemaal met hun eigen problemen kampen. Piet weet zoon Egbert te genezen en wordt daarvoor rijkelijk beloond door Maarten. Daarna besluit hij naar Zuid-Afrika te gaan, aan boord van een luxe schip dat eigenlijk veel te duur voor hem is
Het meest geslaagd aan Geschiedenis van een genotzoeker is de uitwerking van de hoofdpersoon. Piet is eigenlijk helemaal niet aardig want hij is gruwelijk arrogant, maakt misbruik van anderen en vraagt zich bij situaties alleen maar af hoe hij er zelf beter van kan worden. Toch leef je mee met deze onvolmaakte held en dat is een compliment waard.
Toch is deze roman, die Mason blijkens de dankbetuiging schreef met flink wat hulp van Nederlandse bodem, wat onevenwichtig, hoe prettig leesbaar en toegankelijk die ook is. Het verhaal mist focus. Blijkbaar vormt de geheime affaire tussen een man uit de lagere klasse en een deftige dame niet genoeg stof voor een mooie roman. Na een veelbelovend begin wordt het een aaneenschakeling van gebeurtenissen die elk los van elkaar stof voor een roman of een kort verhaal zouden kunnen zijn. Het leest als een trein, maar diepgang krijgt het onvoldoende. De personages zijn zondermeer kleurrijk en spreken tot de verbeelding, maar sommige verhaallijnen worden onvoldoende uitgewerkt. Veel belangrijke problemen worden nogal oppervlakkig opgelost. Piet weet bijvoorbeeld wel erg snel en eenvoudig een oplossing te vinden voor Egberts ernstige dwangneurose. En wanneer Maarten de verhouding tussen de leraar en zijn vrouw ontdekt, leidt dit niet tot de climax die de lezer zou mogen verwachten gezien de zorgvuldige opbouw die eraan voorafgaat. Maarten denkt al vrij snel na zijn ontdekking ‘Wat moest hij haar een verdriet hebben bezorgd!’, is vol berouw over zijn verwaarlozing van zijn vrouw en een bladzijde verder is alles koek en ei tussen de beide echtelieden. Deze reactie van een bedrogen echtgenoot is niet heel geloofwaardig in het Amsterdam van 1907.
Jammer aan Geschiedenis van een genotzoeker is dat het échte verhaal tot vervelens toe wordt onderbroken door uit de lucht vallende uitwijdingen over homoseksuele ervaringen, terwijl de voor het verhaal belangrijke beschrijvingen van ervaringen met vrouwen worden beschreven alsof het te vergelijken valt met het vuilnis buiten zetten. Veel verder dan ‘drie dagen lang bedreven ze hartstochtelijk de liefde’ komt Mason dan niet.
De roman eindigt met ‘wordt vervolgd’, wat wellicht verklaart waarom er na Piets afscheid van de familie Verheulen nog een lange beschrijving volgt van zijn reis naar Zuid-Afrika. Op zich is het geen slecht idee van Mason om nog geen afscheid te willen nemen van Piet Barol en hem mee te nemen naar een volgend boek. Piet is immers een boef die je het beste gunt, ondanks zijn slechte karaktereigenschappen. Dat wekt dan ook de nieuwsgierigheid op naar wat hij nog meer gaat beleven. Het is alleen te hopen dat Piet dan mag figureren in een verhaal waarin wat meer focus valt te bespeuren.
Lucas Zandberg
Richard Mason – Geschiedenis van een genotzoeker. Vertaald door Dennis Keesmaat. De Bezige Bij, Amsterdam, 348 blz. € 18,90.