Boekenweek: De vriendschap tussen Hans Warren en Tom Lanoye
In 1981 duikt Tom Lanoye voor het eerst op in de dagboeken van Hans Warren. De jonge Vlaming had zijn licentiaatsverhandeling (Lanoye studeerde aan de universiteit van Gent) opgestuurd aan zijn literaire held: De Poëzie van Hans Warren: een thematische studie. Warren vindt nog wel wat foutjes, maar is zo verguld door de verhandeling dat hij weer aan het dichten slaat. Later in het jaar, op een ‘Warren-avond’ in Goes ontmoet hij de jonge student voor het eerst.
Tom Lanoye bleek een vrij knappe jongeman van even in de twintig, prachtig zwart haar, donkere ogen, wat klein van stuk, maar atletisch gebouwd, een charmante kerel.
Die is binnen. Het probleem van dagboeken is dat je genadeloos eerlijk moet zijn. Je kunt dan ook beter na je dood de dagboeken publiceren. Warren deed dat voor een groot deel tijdens zijn leven. Vrienden konden dan ook lezen hoe Warren werkelijk over ze oordeelde. Dachten ze een leuke avond te hebben meegemaakt en dan blijkt na jaren dat Warren zich de hele avond aan je zat te ergeren. Je kunt beter genadeloos eerlijk zijn op papier dan in de werkelijkheid.
In 1982 komt Lanoye voor het eerst op bezoek bij Hans Warren en Mario Molengraaf. De beschrijving valt nu in zijn nadeel uit:
In plaats van de aantrekkelijke figuur die ik verwachtte stond daar een nerveus, ietwat dik wezentje met een ambtenarengezichtje, een verknepen mondje, het bleke bakkesje haast onzichtbaar achter een blikkerende bril met enorm dikke glazen, min zevenenhalf bleek later. Het mooie zwarte haar uit mijn herinnering was tot een minimaal perkje teruggeknipt, en in plaats van het enigszins getinte Vlaams dat hij die avond in Goes sprak, kwam er alleen een moeilijk verstaanbaar dialect van tussen de smalle lippen.
De opmerkingen over Lanoye in de dagboeken zijn vaak gericht op zijn uiterlijk. Een avondje in 1999 waarbij Lanoye en zijn man René Los trakteren, wordt door Warren negatief beschreven: ‘ik voel hun vriendschap en bewondering, maar het was saai.’
De onderwerpen vond ik ook niet bijster interessant: de euro, het Europees Parlement en andere politieke verwikkelingen. Tom zag er weer eens gek uit, het leek of zijn gemillimeterde grijs was, witgrijs. Ik durfde er niet naar te vragen. Toen hij naar het toilet was, vorste ik bij René. Gelukkig had ik voor het woord ‘geblondeerd’ gekozen en dat bleek het ook te zijn. Daaronder zijn dikkig geworden gezicht, zwarte wenkbrauwen, en uiteraard een gek brilletje.
Hoewel Lanoye de dagboeken (het deel waarin het laatste citaat staat, is pas na de dood van Warren verschenen) heeft gelezen, kan ik me niet herinneren dat hij zich ooit negatief heeft uitgelaten over Warren. Ook als je in een dagboek een dolk in je rug krijgt, kun je een ander blijven bewonderen. In die zin kan vriendschap heel eenzijdig zijn.
Geheim dagboek 25 april 1999, zondag – \’Een tijd geleden zonden we aan Tom Lanoye de pagina\’s uit het dagboek waarop hij voorkomt, gunstig, maar ook genadeloos kritisch. Antwoord bleef uit en ik vreesde het ergste. Maar een paar dagen geleden kwam een allerhartelijkste brief, getuigend van echte vriendschap.
Hij nodigt ons uit voor een diner in Inter Scaldes. Niets minder! Maar goed dat we de passages stuurden, het idee was van M. \’
Hoezo eenzijdig? Warren hecht duidelijk aan de vriendschap met Tom Lanoye, zoals uit deze passage blijkt. Mis het niet! Ga ze allemaal lezen, van deel I t/m deel XXII!
Zo niet in winkels of in antiquariaten, dan toch wel in de bibliotheek te vinden, deze Geheime dagboeken, de mooiste boeken ooit verschenen!
De passage onderstreept vooral de grootmoedigheid van Lanoye.
Zelfs in vriendschappen weet je nooit werkelijk hoe de ander zo nu en dan over je denkt, omdat hij zich graag, ook tegenover zichzelf, een beminnelijk en behoorljk mens toont.
Dat je zijn werkelijke denken en voelen in zijn \’Geheim dagboek\’ kunt lezen – en dat van zijn 20e tot zijn 80e jaar! , maakt het meteen tot een uniek boek. Niets wordt mooier voorgesteld dan het is. Het is een van de zeldzame keren waarop je je eigen goed en kwaad in de ander ontmoet!
Niemand ontkent dat het een uniek boek, een unieke boekenreeks is. Maar juist Warren stelt zaken wel mooier voor dan ze zijn. In het echte leven dus. Geen wonder dat mensen uit het echte leven zich verraden kunnen voelen. Wel eerlijk op papier, maar niet in de werkelijkheid.
Ik geef het op. Dag hoor!
.
Lijkt me ook het beste.
Ik kan het nog even niet laten Coen: iedereen stelt de zaken in het echte leven immers zo nu en dan mooier voor dan ze zijn! Hoe vaak moet ik het nog uitleggen?
Verraad voelen! Wat een idoot groot woord.
Het is vast niet leuk om iets negatiefs of onaardigs over jezelf tegen te komen in een dagboek dat voor iedereen te koop in de winkel ligt.
Maar wie er geen rekening mee houdt dat er naast positieve, ook kritische of zelfs negatieve gedachten en gevoelens bij Hans over jou waren, is verstoken van elk inzicht in de menselijke natuur. En vooral verstoken van zelf inzicht. Van schrijvers verwacht ik dat ze dat hebben. Hoe willen ze anders schrijven? Waar willen ze over schrijven? Sprookjes? Boze dan toch! Anders leest niemand ze.
Nou, ik ben stil. Meer argumenten, die ik trouwens telkens herhaal, heb ik niet.
Over en sluiten, Coen.
Nou Ria, dan ga ik het ook nog een keer voor je uitleggen. Natuurlijk kan iedereen bij leven naast positieve gevoelens ook negatieve gevoelens koesteren voor een andere. Sterker nog: die kan hij ook opschrijven, maar hij moet niet raar opkijken als iemand zich verraden voelt als hij die bij leven ook publiceert. Als je je schrijfseltjes van groter belang vindt dan een vriendschap, dan is het niet vreemd dat mensen zich in de rug aangevallen voelen.
Begrijp me goed: ik geniet van de roddelkont Warren – dat waren de enig leesbare stukken tussen al dat gekeutel over die beeldjes en al die gastronomische reisjes.
Lees dan de bloemlezing die Mario Molegraaf van 60 jaar G.D. maakte eens.
Daarin geen kostbare maar tegenvallende diners en nauwelijks tribal-art aankopen.
Ik snap een ontgoocheling in eerste instantie, maar niet die in tweede of derde.
Zelf zou ik er niet vreemd van opkijken als niet één van mijn 467 brieven aan Hans het hebben overleefd (die van hem aan mij natuurlijk wél), en dat hij zich zo nu en dan aan mijn epistels ergerde, is niet anders dan logisch.
Onder de meest hechte vriendschappen zit veel duisters wat verborgen blijft en van het ene in het andere moment in heftige onmin(achting) kan verkeren.
Enfin, Lanojje is in iedere geval een man die zich zijn warme gevoelens voor Hans niet laat ontnemen door wat minder vleiende opmerkingen in de dagboeken van de ouder wordende Hans, omdat die hem ook het nodige aan goeds gaf. Hij bracht zelfs een heuse ode aan hem:
http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/nog/1.679517
Je zult het allemaal vast al weten en kennen; voor de zekerheid dan maar.
Dat leuke boek over homosensuele mannen in een kraamkliniek dat je samen met een vriend schrijft, zou dat ook geen leuke tv.-serie kunnen zijn? Bavo Defurne zegt in de Gaykrant van 31 maart wegens zijn film Texas nogwat hetzelfde als jij in dat mooie portret van je: dat er zo weinig leuks is aan boeken en films in de Gay wereld.
Kan hij, nu hij klaar is met zijn film, jullie boek toch mooi verfilmen? (Of aan Steen der Hulp van Hans beginnen natuurlijk, zoals hij ooit van plan was!)
Sorry! Veel te grote bemoeial. Irritant. Buiten beeld nu.