Boekenweek: De vriendschap tussen Ronald Giphart en Bert Natter
Met de openingswoorden ‘Vuile fascist’ een vriendschap beginnen, is enigszins ongewoon, maar dat was de tekst die Ronald Giphart zijn medeleerling Bert Natter toevoegde op het Baarnsch Lyceum. ‘Ik ben geen vuile fascist. Ik ben een vuile communist,’ antwoordde Natter en een vriendschap was geboren. Dat kunnen we lezen in het blad van Stichting Lezen. De schrijvers zaten bij de wat rebelse schoolkrant De uitlaat. Binnen een nogal rechts milieu (het Baarnsch Lyceum was de school van prins Willem-Alexander) vormden de twee een linkse uitzondering. De gemeenschappelijke passie was literatuur. Er bestaan uit die tijd al een foto van de twee jongens die als beginnende schrijvers poseren. Je herkent een fles Drambuie, de schrijversdrank bij uitstek, een potje pillen en bovenop een stapel boeken ligt de roman Winterlicht van Jeroen Brouwers. Toen nog een literair voorbeeld.
In de tweede roman van Giphart, Giph, spelen Monk en Thijm (waarin we Bert Natter en Jerry Goossens gefictionaliseerd terugzien) een belangrijke rol in het vinden van de eigen stem van Giphart in de literatuur. Er moet echter nog wel een literaire vadermoord gepleegd worden. Die vader is Jeroen Brouwers.
Het stormachtige begin van de carrière van Giphart zorgde meteen voor een probleem voor Bert Natter. Op een literaire avond, onlangs in Groningen, vertelde hij dat zijn eerste boek erg leek op de eerste romans van Giphart. Door dezelfde studentikoze setting zou de kritiek hem kunnen verwijten dat hij slechts een epigoon zou zijn. Natter moest op zoek naar een andere stem en zijn echte literaire debuut kwam pas uit in 2008. Begeerte heeft ons aangeraakt kwam 16 jaar uit na het debuut van Giphart, Ik ook van jou. In de tussentijd schrijft Natter columns en journalistieke artikelen, is hij uitgever en zelfs korte tijd hoofdredacteur: kortom van alles en nog wat en dat valt mooi samen te vatten onder gruwelijke term ‘publicist’. Het werd hoog tijd dat hij schrijver werd.
In die tussenliggende 16 jaar schreven Giphart en Natter ook wel dingen samen, zoals bijvoorbeeld het inmiddels legendarische Kwadraats Groot Literair Lees Kijk Knutsel en Doe Vakantieboek (met een Maarten ’t Hart-aankleedpoppetje) onder de pseudoniemen Arnold Hitgrap en Brett Tanner. Met ‘Regen of zonneschijn. Regen of sneeuw. Het maakt niets meer uit: met dit boek is het overal gezellig. Leve de vakantie! Leve dit boek!’ een citaat uit het boek zelf eindigt Hans Warren zijn recensie in de Provinciale Zeeuwse Courant. Warren kon tegen een grap, want hij wordt in het boek zelf ook nogal op de hak genomen. Hij heeft zich ‘kostelijk’ vermaakt. Onder meer met die Maarten ’t Hart-poppetjes. Het Vakantieboek kwam uit in 1993. In 2012 schrijft Maarten ’t Hart in Vrij Nederland een recensie over de tweede roman van Bert Natter Hoe staat het met de liefde?: ‘Mij lijkt dat er te veel en te gulzig in deze roman gevreeën wordt, en bij het navrante slot heb ik mijn bedenkingen, maar desondanks kan Bert Natters tweede roman gelden als een knappe, geslaagde proeve van een bijzonder vertellerstalent.’
En de vriendschap? Die bestaat nog steeds. Natter is volgens Giphart in Lezen zijn ‘officiële beste vriend.’ Dat geldt ook voor Natter: ‘Ik denk niet dat het ooit nog ‘uit’ kan gaan tussen ons.