Column: Erik Nieuwenhuis – Toekomstdromen (47)
Het eerste miljoen was het moeilijkst, zei de vrouw die haar tieten voor minstens het dubbele had laten verspijkeren. En of ze daar gelijk in had gekregen. Toen hij twaalf was, wist hij al dat hij miljonair wilde worden, maar het duurde nog dertien jaar voor het zover was. Al die jaren had hij zich de puissante rijkdom voorgesteld als het paradijs: een Lamborghini, een huis met een verwarmd binnenzwembad dat door een flapje met het buitenbad in verbinding stond, en een huisbioscoop om oude afleveringen van Tom and Jerry te kijken met zijn vrienden. Maar hij durfde niet, omdat hij heel goed wist dat elk tientje dat hij uitgaf het einde van zijn miljonairsschap kon betekenen. Hij bleef investeren, omringde zich met financieel adviseurs en sleepte in de vijf jaren die volgden nog eens tien miljoen binnen. De Lamborghini kwam er, maar hij gunde zich geen tijd om erin te rijden. In plaats daarvan stelde hij zich twee nieuwe doelen: voor z’n vijfendertigste in de Quote 500 en een vrouw die van hem hield, maar niet om zijn geld. De Quote 500 bleek te hoog gegrepen, maar die vrouw kwam er. Vijftien jaar ouder dan hij en na haar scheiding van de nummer 350 nog altijd goed voor twee keer zijn kleine kapitaal, een landhuis in de Provence, een jacht in Saint-Tropez dat haar naam droeg en een eigen keldertje in Reims, dat ruimschoots voorzag in hun maandelijkse behoefte aan kistjes brute champagne. Toen ze op een avond uit pure verveling een plan smeedden om hun gezamenlijk kapitaal er in een jaar door te draaien, dacht zij dat hij een grapje maakte. Maar gelukkig met z’n nieuwe doel, maakte hij er daags erna meteen werk van. Het eerste miljoen bleek weer het moeilijkst, maar gaandeweg kreeg hij een neus voor noodlijdende bouwprojecten. Binnen twee jaar waren ze alles kwijt. Alleen de Lamborghini heeft hij gehouden. Zijn geld verdient hij tegenwoordig als uitzendkracht. Vandaag heeft hij in een wollig pak voor paashaas gespeeld in een kinderziekenhuis. Die gelukkige kinderkoppies toen hij ze een rondje mee liet rijden in de tweezitter. Daar doet hij het voor.
Erik Nieuwenhuis