Column: Erik Nieuwenhuis – Toekomstdromen (48)
Ondanks zijn slechte gebit, vier onderkinnen en zware bierpens verlangde Stefan intens naar een langdurige relatie met een vrouw die net als hij van vrolijke spelprogramma’s hield. Geen eenvoudig verlangen, want hij kwam maar weinig met vrouwen in contact en als hij bij toeval al eens met een vrouw te spreken kwam, bracht hij het gespreksonderwerp meestal te snel en te gretig op zijn jeugdhelden Willem Ruis en Dick Passchier. De aangesproken vrouwen wisten vrijwel nooit wie dat waren en als ze het wel wisten, hielden ze dat voor hem verborgen, uit angst om te lang met hem aan de praat te moeten blijven. Julia was de eerste die zag dat in het dikke, onaantrekkelijke lichaam een goede ziel huisde. Bovendien hield zij ook van spelprogramma’s, het meest nog van tv-shows waarbij de kandidaten een flinke kans liepen om een nat pak te halen. In het najaar van 2010 had hij kaartjes voor Spel zonder Grenzen en tot zijn verbazing ging ze in op zijn voorstel om de opnames samen bij te wonen. Na afloop bedankte ze hem voor de fijne dag en zoende hem eenmaal op zijn wang. De kans dat hij nog eens met zo’n vrouw in aanraking zou komen, leek hem uiterst klein. Hij moest haar hebben en wilde niks aan het toeval overlaten. In het voorjaar van 2011 bouwde hij in de schuur achter het huis van zijn moeder van twee oude fietsen, een buffetkastje en een paar badmintonrackets een constructie die wel wat weghad van het Starship Enterprise. ‘Ik doe mee aan ‘fiets-em-erin’,’ vertelde hij haar zo achteloos mogelijk. ‘Daar wil ik bijzijn,’ zei ze enthousiast. De presentator werkte fijn mee. ‘Je wou nog iets vragen aan een heel speciaal iemand,’ zei hij voor het tweeduizendkoppige Te-land-ter-zee-en-in-de-lucht-publiek. ‘Ja,’ zei Stefan en hij keek in de richting van Julia die onder een paraplu op de kade stond. ‘Julia,’ riep hij in de microfoon die Ron Boszhard bereidwillig voor zijn neus hield, ‘wil je met me trouwen?’ De camera zoomde in op de vrouw aan de kade. Eerst verbaasd, dan verbijsterd en ten slotte duidelijk in paniek gooide ze de paraplu van zich af, schudde hevig met haar hoofd en zwaaide met haar armen als iemand die in de laatste scène van een horrorfilm de geest die haar al anderhalf uur achternazit ineens in zijn volle afgrijselijkheid op zich af ziet komen.
Erik Nieuwenhuis