Zoon gijzelt moeder

Is het leven het waard om te leven? De wereld is een gevangenis waaruit we niet kunnen ontsnappen. Samen met de dood is het de begrenzing van ons bestaan. Aanvaarding dat ons bestaan nutteloos is kan leiden tot onverschilligheid. Met als gevolg, bijvoorbeeld, de zinloze moord die Meursault pleegt in De vreemdeling van Albert Camus. Men kan in opstand komen door steeds te trachten de wereld waarin we leven inzichtelijk te maken. Daarnaast is er ook een andere mogelijkheid om dit nutteloze leven om te zetten in een zinvol bestaan, namelijk door dit leven te beschouwen als een training voor het volgende leven.

In Dirt, de nieuwe roman van David Vann, kiest hoofdpersoon Galen niet voor de opstand, maar de weg van de spiritualiteit. Galen is 22 en woont nog thuis bij zijn moeder in het huis waar vroeger zijn grootouders woonden. Opa is inmiddels overleden en oma dementeert in een verzorgingstehuis. In het begin lijkt de roman, door Galen en zijn relatie met zijn moeder, op een tragikomische vertelling. Al snel lost het komische op en rest slechts tragiek.

De roman is om meerdere redenen beklemmend. De stijl is sereen en compact: de minimalistische stijl bewerkstelligt een piekfijne expressie. Ten tweede is de plot zeer geconcentreerd. Er is maar een beperkt aantal personages, twee plaatsen van handelingen en een tijdsduur van waarschijnlijk een paar dagen. Daarnaast is er de familiegeschiedenis. Vann houdt het slechts bij suggesties – de lezer moet de rest doen. Het gezin waarin Galens moeder opgroeide was niet echt een omgeving van leuk doen en lol maken, integendeel: ‘He understood now that what held his family together was violence.’ Daar komt hij achter tijdens een weekend in een vakantiehuisje met zijn moeder, oma, tante en nichtje. Zijn opa was de bron van het kwaad, met zijn gewelddadige optreden in het gezin. Desalniettemin doen Galens moeder en oma alsof hij een fatsoenlijke man was, maar zijn tante en haar dochter weigeren mee te doen aan deze heiligverklaring.

Galen denkt dat dit leven hem leert hoe hij de verbinding met de aarde, de andere mensen en de dingen kan verbreken. De menselijke wil zit hem te veel in de weg: het verlangen om seks te hebben, maar ook de wil om achter de waarheid van de geweldadige geschiedenis van zijn familie te komen. Hij wil eigenlijk meer weten over zijn opa, maar anderzijds wil hij zich niet bezighouden met aardse zaken: ‘Galen was becoming far too caught up in the illusions. He needed to remember that none of this was real.’ Hij denkt dat alles een illusie is: geld, geschiedenis, herinnering, het verleden: ‘The world only an illusion. This orchard, the long rows of trees, only a psychic space to hold the illusion of self and memory.’ Het uiteindelijke doel is transcendentie, hij wil dit leven overstijgen en buiten deze wereld treden zodat hij de verbinding verliest met de wereld en de dingen en mensen die zich daarin bevinden. Maar als hij met zijn sadistische nichtje van zeventien het bed heeft gedeeld, stelt hij seks boven zijn ultieme doel: transcendentie. Galen ontkent de werkelijke wereld, met als doel de verbinding hiermee te verbreken, maar deze ontkenning heeft dezelfde gevolgen als de onverschilligheid van Meursault.

Zijn moeder betrapte Galen tijdens de vrijpartij met zijn nichtje. Eenmaal thuis verkondigt zijn moeder dat ze hem zat is. Logisch, hij behandelt haar als oud vuil. Ze wil hem naar de gevangenis sturen voor verkrachting. Hij is een vuile aanrander, volgens zijn moeder en ze sluit zich op in de schuur. Ik ben je vader niet, herhaalt Galen telkenmale. Al snel keert alles om: de vrijwillige opsluiting van zijn moeder wordt een gijzeling als Galen haar er niet uit wil laten.

‘Any attachment was absurdity,’ denkt Galen, alleen kiest hij niet voor de opstand, maar voor ontkenning. Galen denkt dat de herinneringen afleiden, maar zijn dementerende oma vraagt hem:

Do you know what it’s like to not remember?
No.
It’s like being no one, but still having to live anyway.
Grandma.
It really is that bad. It’s like being no one. You think you’re someone now, but it’s only because you can put your memories together. You put them together and you think that makes something. But take away the memories, or even scramble them out of order, and there’s nothing left.

Hij bestaat, want hij kan zich dingen herinneren – al doet hij zijn best om de herinneringen te blokkeren. Dit leven is slechts een training voor wat hierna komt, denkt Galen. Het is de hoop op iets anders, iets beters. Het blijft bij hoop en verlangen, ons bestaan wordt nou eenmaal begrensd door de wereld en de dood. ‘Ja,’ schrijft Camus in De mythe van Sisyfus, ‘de mens is zijn eigen einde. En ook zijn enige einde. Als hij iets wil zijn, kan het alleen in dit leven.’

Koen Schouwenburg

David Vann – Dirt. William Heinemann, 258 blz. € 17,95.