Kroniek: Aristide von Bienefeldt: Rokkenjager of broekenman? Het geval Mark Rutte
Rokkenjager of broekenman? Het geval Mark Rutte
Ik vind niet dat een man die homoseksueel is daar per definitie ook maar mee te koop moet lopen, en dat geldt natuurlijk ook voor lesbische vrouwen. Het is soms zelfs wenselijk, denk bijvoorbeeld aan acteurs, om juist niet op de hoogte te zijn van zijn (of haar) seksuele voorkeur omdat de verbeelding er mee in het gedrang kan komen. Maar als iemand een publieke functie bekleedt, minister is of voor mijn part burgemeester of kroonprins, dan ligt dat anders. Je vervult dan ook een voorbeeldfunctie, en je kunt, juist door het persoonlijke toe te laten in het maatschappelijke, accenten verleggen, horizons verbreden of bepaalde onderwerpen die in sommige kringen moeilijk liggen, bespreekbaar maken.
Een tijdje terug hebben de reclamemakers van de FNV een filmpje gemaakt, en daar is ophef over ontstaan. Het filmpje was bedoeld om te laten zien dat het kabinet Rutte op een onzorgvuldige manier bezuinigt op werkplaatsen van mensen met een beperking. Om deze boodschap over te brengen zie je beelden van een lachende Mark Rutte afgewisseld door beelden van (licht) gehandicapte mensen die zich zorgen maken over hun toekomst. De indruk wordt gewekt dat Rutte die mensen uitlacht, en sommigen beschouwen dit als onkies.
Ik ben het daar niet mee eens, niet dat ik beweer dat Mark Rutte ook echt om mensen met een beperking lacht, maar het kost je geen enkele moeite om hem dat te zien doen. En daar ligt de kracht van dit filmpje. Het is geloofwaardig.
Als Emile Roemer of voor mijn part Jolande Sap zich zouden bescheuren om dit soort onrecht, dan zou het filmpje de plank volledig misslaan. Dat Roemer of Sap de minder bedeelde medemens in de maling zou nemen, is verre van geloofwaardig. Sap en Roemer zijn integer, authentiek en begaan met het lot van de sociaal zwakkeren. Mark Rutte is achterbaks en hypocriet.
Mark Rutte is niet altijd achterbaks geweest, zijn politieke carrière heeft hem achterbaks gemaakt. Door een organisatie die ‘vrijheid’ in haar vaandel heeft wapperen heeft hij zich laten omturnen van een opgewekt jong poedeltje tot een afgerichte pitbull.
Ik herinner me de jongepoedel-tijd van Mark Rutte, hij was druk zijn territorium in Den Haag af te bakenen, ging er prat op nooit een das te dragen en verklaarde in een actualiteitenprogramma met opgekrulde mondhoeken een ‘broekenman’ te zijn.
Die term was een beetje pompeus, maar het had ook wel een zekere charme. We hebben het hier over de jaren negentig, de verbeelding was nog lang niet uitgeregeerd en in actualiteitenprogramma’s was nog plaats voor improvisatie.
De presentatrice (die het gesprek voerde alsof het een een sollicitatiegesprek betrof) moet een voorzienende blik hebben gehad. Eerst stelde ze wat routinevragen die in het verlengde lagen van zijn ambitie (hij zei grootse plannen voor Nederland te hebben – nou, daar zijn we achter gekomen!), zijn vorige werkkring (Shell geloof ik, maar het kan ook Unilever geweest zijn) en ze besloot met wat vragen over de mens achter het politieke dier.
De mens achter het politieke dier beantwoordde de vraag over zijn onbedekte, ranke zwanenhals (‘Wel een beetje kaaltjes voor een VVD’er’) met een snoeverig ‘dassen zijn ouderwets’ en toen hij de keuze voorgelegd kreeg of hij zichzelf zou typeren als ‘rokkenjager’ of als ‘broekenman’ koos hij zonder aarzelen voor de broekenman.
Parijs heeft een homoseksuele burgemeester, net als Berlijn en wat te denken van die aandoenlijke onderkoning van België, de heer Elio di Rupo? Allemaal gay, en geen hond die er een scheet minder om laat. Dat noem ik lef hebben, maar het is ook een vorm van schatplichtig zijn aan de tijd die je helpt vormgeven. Een politicus heeft geen baan, maar een roeping.
Met broekenman Rutte aan de macht verwordt Nederland van een tolerante natie naar een conservatief bolwerk waar schijn en would be de toon aangeven. Weg gedoogbeleid, weg alles moet kunnen cultuur, weg vrije liefde en kom maar aan mijn borst, ik zal je laven.
Of het tij nog te keren is? Toen ik laatst in de trein zat hoorde ik iemand zeggen: ‘Als Roemer straks in het Torentje zit wordt Nederland één grote dansvloer.’
Ik waag het te betwijfelen.
Aristide von Bienefeldt