Recensie: C.J. Aarts & M.C. van Etten – 175 jaar Nijgh & Van Ditmar
Nimmer dralend
Het lezen van boeken op een e-reader heeft veel voordelen, ik zal het niet ontkennen, maar soms komt er een boek langs waardoor je weer meteen een ‘old school’-lezer wordt. C.J. Aarts en M.C. van Etten (op de voorkant staat natuurlijk ‘&’ in plaats van ‘en’) maakten een jubileumboek voor uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Het ietwat saaie omslag verbergt een prachtig boek waarin de geschiedenis van de uitgeverij van 1837 tot en met nu minutieus wordt beschreven. Uitmuntend vormgegeven (met slechts één foutje op blz. 178, zoals Perzische kleden ook altijd één weeffout moeten hebben omdat perfectie slechts aan God is voorbehouden), met beeldmateriaal om van te watertanden. Het boek valt mooi open, het ruikt zelfs lekker. Dit is hét boek van 2012 voor de boekenliefhebber.
Aarts en Van Etten nemen steeds een tijdperk van de uitgeverij waarin een algemene beschrijving wordt gegeven van de historie, waarna er ingezoomd wordt op alle uitgaven, vaak met bijzondere citaten en details. Dat de makers nog zoveel hebben kunnen vinden mag een wonder heten, want het hele archief van Nijgh & Van Ditmar is bij het bombardement op Rotterdam verloren gegaan.
Hendricus Nijgh is de echte grondlegger van de uitgeverij. Hij werkte in een boekhandel, maar besloot in 1937 als zelfstandig boekhandelaar verder te gaan. De eerste uitgave is Het Klaverblad van A. van der Hoop jr., vertellingen in de vorm van een gesprek over de ‘Geschiedenis des Vaderlands’ tussen vier vrienden. Nijgh gaat voortvarend van start, begint met kranten (de Nieuwe Rotterdamsche Courant bijvoorbeeld) en vertalingen (Dickens, Scott, Dumas etc.). W.N.J. Van Ditmar treedt in 1846 in dienst van de firma en in 1864 heeft hij samen met Nijgh een vennootschap onder firma gevormd. Pas in 1870 wordt de firmanaam Nijgh & Van Ditmar. Met een eigen drukkerij weet de uitgeverij enorm te groeien. De leiding van de uitgeverij blijft steeds in handen van de familie, soms aangetrouwd.
De glorietijd begint met de komst van Doeke Zijlstra in 1912 en in 1923 literair adviseur Laurens van der Waals. Zijlstra had een neus voor literair talent. Zo verschijnen er ook boeken van Louis Couperus in het fonds. Maar ook Aart van der Leeuw, Nescio, Simon Vestdijk. F. Bordewijk, Menno ter Braak, J. Slauerhoff, Albert Helman en Arhur van Schendel gaan in de eerste helft van de vorige eeuw behoren tot de stal van Nijgh & Van Ditmar. De fameuze Nimmer Dralend-reeks met literaire meesterwerken wordt opgezet. Los van de literaire geschiedenis hebben Aarts en Van Etten ook oog voor kleine menselijke verhalen over de auteurs. Zo schreef Johan van der Woude over Aart van der Leeuw:
Kinderen hadden de Van der Leeuws niet; wel een poes, die wist dat Aart van der Leeuw doof was, niet miauwde als ze de kamer uit wilde, maar met een poot op zijn knie tikte.
175 jaar Nijgh & Van Ditmar geeft naast informatie over de uitgeverij en de boeken ook een mooi beeld van de geschiedenis van de vormgeving van boeken. In de jaren twintig en dertig zijn er mooie strak vormgegeven omslagen te bewonderen, na de oorlog lijken de omslagen hoe langer hoe lelijker te worden. De makers geven af en toe duidelijk blijk van hun afkeer van de uitgegeven boeken. Een van de hoofdstuktitels, over de jaren 1970-1980 luidt ‘Immer dwalend’.
Er verschijnt een standaardwerk over Drugs (1972), aan de modieuze schilder A.C. Willink wordt een goedkope monografie gewijd, en het zweefboek is herkenbaar aan titels als Het eeuwige leven, Een Jezusbaan, Zeven maal zeven haikoes, De onsterfelijken en Tussen hoer en heilig.
Het gaat allemaal beter als de uitgeverij, na de oorlog in Den Haag gehuisvest, verkast naar Amsterdam in de jaren tachtig. Ook de komst van uitgever Vic van de Reijt zorgt voor een ommekeer in de neergang die in de decennia daarvoor is ingezet. Er komen weer spraakmakende literaire auteurs, naast de enorme hoeveelheid, cabaret- en liedboekjes waarin de uitgeverij zich ook is gaan specialiseren, naar Nijgh & Van Ditmar, met als absolute topauteur Arnon Grunberg.
Wat 175 jaar Nijgh & Van Ditmar vooral laat zien is de invloed die de uitgevers kunnen hebben op het uitgeefbeleid. Het ligt maar helemaal aan de literaire smaak van de hoogst verantwoordelijke en aan de manier waarop ze omgaan met hun auteurs of de uitgeverij een bloeiend bestaan heeft of niet. Het had af en toe maar weinig gescheeld of de uitgeverij was te gronde gegaan. Hopelijk haalt de uitgeverij ook de tweede eeuwgrens.
Coen Peppelenbos
C.J. Aarts & M.C. van Etten – 175 jaar Nijgh & Van Ditmar. Amsterdam. 512 blz. € 45,-
Het was natuurlijk nog perfecter geweest als dat ene foutje precies op bladzijde 175 had gestaan… 😉
Mooie recensie!
Alleen een aanpassing: de auteur heet van Etten ipv van Zetten.
Kan dat aangepast worden?
Wat een stupide fout (en consequent doorgevoerd). Heb het veranderd.