Roos en graven: J.C. Bloem (1887-1966)
Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij
Het graf van J.C. Bloem (1887-1966) bevindt zich te Paasloo. Een piepklein dorpje waar je al te gemakkelijk aan voorbijrijdt: voor je er erg in hebt ben je Paasloo alweer uit.
Eenmaal op het kerkhofje aanbeland moesten de fotograaf en ik even speuren naar het graf. Gelukkig schoot een vriendelijke dorpsbewoonster ons te hulp en wees ons de stenen waar Bloem en zijn echtgenote Clara Eggink zich onder bevinden. De vrouw bleek zelfs bekend met het echtpaar (niet met de poëzie): als jong meisje bracht zij geregeld medicijnen naar de dichter die even verderop in het buurtschap Kalenberg resideerde.
Toen de vrouw was vertrokken zette ik een vriendelijke glimlach op en nam een bevallige pose aan, leunend tegen de zerk van Bloem. Dat had ik beter niet kunnen doen, dat leunen, want de grafsteen klapte pardoes achterover. Daar sta je dan, denkend aan de dood.
Met veel moeite hesen de fotograaf en ik de steen weer overeind: bovenstaande foto is na het incident genomen. Een voorzichtig lachje op mijn tronie, met mijn voeten de zerk stuttend.
Roos Custers
We zijn op de fiets op weg naar Paasloo op zoek naar het graf van
de dichter J.C.Bloem.
We dwalen over het kerkhof maar vinden geen enkele aanwijzing dat de dichter hier begraven zou zijn.
Maar op foto’s in een litterair blad had ik daar toch echt een foto
van gezien. Tot we toch wel min of meer tot onze verbazing twee,
waarschijnlijk recente, horizontale stenen waarin gebeiteld:
Clara Eggink en in de andere J.C.Bloem vinden. We hebben een foto gemaakt, maar daarbij was strijklicht nodig geweest en daar was het nog te vroeg op de dag voor zodat de teksten niet zichtbaar bleken.
In het prachtige kerkje van Paasloo heb ik nog een bescheiden donatie
in het busje gedaan.