Reportage: Literaturiajournaal – Wakefield, Dautzenberg, Pignon
Voordrachtskunst: Amerika versus Nederland
Tonight, Poets, let’s turn our wrists so far backwards
the razor blades in our pencil tips
can’t get a good angle on all that beauty inside.
Step into this
with your airplane parts
and repeat after me with your heart:
I no longer need you to fuck me as hard as I hated myself.
Make love to me like you know I am better than the worst thing I ever did.
Go slow.
I’m new to this
but I have seen nearly every city from a rooftop without jumping.
I have realized that the moon did not have to be full for us to love it.
That we are not tragedies
stranded here beneath it .
Buddy Wakefield – fragment uit We were emergencies
De aftrap van Literaturia (sinds vijf jaar onderdeel van het Noorderzonfestival in Groningen) bleek een heuse Amerikaanse show. De aanvankelijk zogenaamd schutterende Buddy Wakefield, tweemaal wereldkampioen Poetry Slam, slingerde een tot in detail geconstrueerde voordracht het publiek in. Na het bekende ‘Hello Gggggggroningen’ volgden, begeleid door zwaaiende armen en opengesperde ogen, een paar lange gedichten. Wakefield weet zijn verzen te brengen. Stand-up comedy wisselt hij af met metrische stukken, ondertussen balancerend tussen zelfspot en grote existentiële vraagstukken. Omdat de Amerikaan het predicaat dichter ook nog eens eer toekent met zonderlinge zinnebeelden, was het jubelen na het eerste literaire optreden tijdens Literaturia.
A.H.J. Dautzenberg en Joubert Pignon brachten vervolgens een ‘voorleesshow’, een juiste betiteling van de voorstelling. Er werd voorgelezen. De razor blades van Wakefield (zie boven) kregen in het werk van A.H.J. Dautzenberg eveneens een weinig verheffende rol, omdat ze in van alles en nog wat werden gestoken: er vloeiden heel wat fictieve liters bloed de zaal in. Het publiek maakte een reis terug in de tijd dankzij vormkritische ‘snookergedichten’ en werd getrakteerd op drollen en konijnen en draaiende schrijvers. Ook wel zonderling.
Marleen Nagtegaal