Column: Erik Nieuwenhuis – Hotelpennen
Hotelpennen
Er schijnen hoteleigenaren te zijn die de tekst ‘Deze handdoek is gestolen uit hotel…’ in hun handdoeken laten borduren. Ik ben ze nooit tegengekomen. Helaas, want ik zou er een aansporing in zien om zo’n handdoek in mijn koffer mee te smokkelen. Normaalgesproken ben ik er te schijterig voor. Stel dat de kamermeisjes in de tijd die jij nodig hebt om van kamer 316 naar de lobby te komen je kamer inspecteren en naar de receptionist bellen met de mededeling dat mr. Neuwienjus kostbaar hoteltextiel heeft gejat. De schaamte!
Aan minizeepjes, shampoo, schoenpoetsdoekjes, echter, is in huize Neuwienjus nooit gebrek, evenmin als aan hotelpennen. Ik maak mezelf wijs dat dat geen diefstal is en als het dat wel is, diefstal van een soort die moreel gezien nog net door de beugel kan. Thuis gaan die pennen in een la, waar ze vaak jaren liggen, voor ik ze snel voor vertrek in mijn tas stop en ze ergens bij een koffiehuis achter een benzinepomp vergeet. Dat helpt bij het sussen van mijn geweten. Ik ben een soort Robin Hood, op mijn eigen manier.
Er zijn ook pennen waar ik aan gehecht ben. Om twee redenen: ze schrijven lekker (5 punten) of ik heb ze gejat op een plek die me dierbaar is of waar ik goede herinneringen aan heb (10 punten). Niet zelden gebruik ik de informatie op de pen in het infokader bij mijn reisverhalen. Dat ziet er dan ongeveer zo uit:
We overnachtten in Hotel Edelseife (www.edelseife.de), een prettig no-nonsense hotel met magistraal uitzicht op de Palmolive-keten. Vriendelijk en behulpzaam personeel, driesterrenkeuken (probeer de kaneelspätzle!), sauna en Kaspische massage (niet bij de prijs inbegrepen).
Ik zou daar natuurlijk graag aan toevoegen: ‘maar hun pennen houden er na één keer schrijven mee op’ of ‘na gebruik van de douchegel-en-shampoo-in-één roken we nog veertien dagen naar gedroogde vis.’ Maar dat vinden mijn opdrachtgevers nooit goed.
De laatste aanwinst is een pen die me door mijn nieuwe vriend en reisgenoot Matti met enig ceremonieel werd overhandigd, nadat we samen een fles Koskenkorva hadden geleegd. ‘Hotelli Hetan Majatalo’ staat erop. Ik kan nog niet goed zeggen hoe dierbaar deze pen me uiteindelijk zal worden. Dat geldt niet voor de op het oog nogal saaie fijnschrijver uit de Travellodge in Memphis. Gejat op de eerste avond van een reis door de US in 1997. En ook niet voor de pen die me op het spoor van die hotelhanddoeken zette. ‘This pen used to belong to Twede’s Café, now it belongs to a good friend.’ Die goeie vriend, ben ik! Ik nam hem mee nadat ik in Twede’s (de R&R-diner uit Twin Peaks) een kop vieze koffie en een stuk kersentaart had afgerekend.
Van mijn voornemen om vanaf nu in elk hotel waar ik een pen jat een pen uit een ander hotel van een ander continent achter te laten, zal wel weer niks terechtkomen.
Erik Nieuwenhuis