De lezersjury van Bond tegen vloeken is geschrokken van het taalgebruik in de dit jaar genomineerde kinderboeken.

De jury die namens de Bond tegen het vloeken de boeken las, constateerde dat in sommige boeken naast grove scheldwoorden ook (zelf)verwensingen voorkomen.(…) Negatief qua taalgebruik noemde de jury Ik en de Rovers van Siri Kolu, Toen kwam Sam van Edward van de Vendel en Vuurbom van Harm de Jonge.

Tzum.info vroeg jeugdauteur Harm de Jonge om een reactie:

Mensen willen in hun taal verbazing, ontzetting, woede en andere grote emoties uiten en zoeken dan krachtige termen. Het gebruiken van superlatieven, “je woorden kracht bij zetten” door een vuistslag op tafel of een kernachtig woord is een natuurlijk iets. Dat mensen daar de naam van God bij gebruiken is te begrijpen, maar dat keur ik net als de Bond af. Verbazingswoorden als Goh en Tje zou ik kunnen gebruiken, zonder me te realiseren dat het eigenlijk God en Jezus betekent. Maar in mijn boeken komt geen godslasterlijke taal voor. De manier waarop De Bond Vuurbom aan de schandpaal nagelt zonder bewijzen te noemen, vind ik dan ook niet correct. Ik zal het boek nog eens nalezen op zoek naar wat ze bedoelen. De hoofdpersoon roept een keer in angstpsychose God aan, niet vloekend, maar om hulp roepend. En de deugniet in het boek hangt een crucifix omgekeerd aan de wand, maar dat is geen vloek dat is een situatie die in het boek al als afkeurenswaardig wordt genoemd. Er komt in het boek wel een straatmeisje voor, dat geen blad voor de mond neemt en een keer zegt: ‘Jezus, man!’ Maar dat is haar karakter. Ik noem ook nog wel eens het woord allemachtig. Ik herinner me een situatie, waarbij een jongen een meisje leuk vindt en haar vraagt dicht bij zijn mond allemachtig te zeggen, omdat hij weet dat ze haar lippen dan stulpt en ze zo toevallig die van hem zullen raken.

De bond, ik vind het treurig wat ze doen: een boek lezen op zoek naar verkeerde woorden, dus lezen met zoekende ogen, en dan als het ware jubelen ‘Ik heb een lelijk woord’. Zo lees je literatuur niet, ook niet als je in een jury zit.