Roos en graven: Gerrit Achterberg (1905-1962)
Op een van de mooiste kerkhoven van ons land vonden de fotograaf en ik na lang zoeken eindelijk het graf van de dichter/moordenaar Gerrit Achterberg (1905-1962). Misschien een beetje flauw, dat dichter/moordenaar, maar er schuilt voor mij in elk geval een grote aantrekkingskracht in die combinatie. Prachtige gedichten schrijven én je hospita omleggen, dat is het, om haar vervolgens te bezingen in lyrische poëzie over de onbereikbare geliefde.
Na de moord in 1937 kreeg Achterberg TBR opgelegd wat hem niet belette om – tijdens zijn resocialisatieperiode – in 1946 te trouwen met Cathrien van Baak. Samen liggen ze nu onder deze zwerfkei, op het Rusthof in de bossen bij Leusden. Het graf is omgeven door gigantische rododendrons wat het vinden ervan beslist niet vergemakkelijkte. Toen ik mij eenmaal met bescheiden glimlach naast de kei had geposteerd moest de fotograaf zich een weg naar achteren banen om genoeg afstand voor de foto te krijgen; hurkend schoof hij steeds verder door het donkere struikgewas tot hij opeens achterover klapte over een tot op dat moment onzichtbaar stenen bankje. In plaats van in stille aanbidding naar de kei te loeren hebben we toen vijf minuten keihard moeten lachen, lachen met Achterberg, het kan!
Roos Custers (foto: © Dolf Verlinden)
\’Prachtige gedichten schrijven én je hospita omleggen, dat is het, om haar vervolgens te bezingen in lyrische poëzie over de onbereikbare geliefde.\’ Achterberg schreef al poëzie over de onbereikbare geliefde (veelal \’gij\’ genoemd) vóórdat hij z\’n hospita \’omlegde\’. Ik heb twee vragen: 1) Hoe kom je erbij om de hospita in verband te brengen met de onbereikbare geliefde. 2) Meen je werkelijk dat hij zijn hospita omlegde \’om (= met het doel, WDV) haar vervolgens te bezingen\’?
Achterberg werd door zijn hospita Roel van Es betrapt toen hij haar zestienjarige dochter Bep probeerde te verkrachten (15 december 1937). Het meisje dat het overleefde werd vereeuwigd in de gedichtencyclus Zestien. In 2002 werd zij opgespeurd door Godert van Colmjon (Trouw, 16 november 2002).
Overigens is het kwatrijn Grafschrift (uit de bundel Osmose) dat op de steen staat een keuze geweest van Harry Mulisch.
Het stuk van Colmjon is in z\’n geheel terug te lezen op http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2777885/2002/11/16/Het-meisje-van-zestien.dhtml Tamelijk huiveringwekkende lectuur.