Recensie: Oek de Jong – Pier en oceaan
Een nieuwe familieroman
Wie aan het genre ‘familieroman’ denkt, denkt aan de naturalistische romans van Louis Couperus, zoals De boeken der kleine zielen, of De klop op de deur van Ina Boudier-Bakker. Of iets recenter: de Anton Wachter-cyclus van Vestdijk. Het zijn romans uit vervlogen tijden.
De laatste roman van Oek de Jong, Pier en oceaan, kun je ook gerust een familieroman noemen. De Jong beschrijft de lotgevallen van een familie, gedurende meerdere generaties. Van de bovengenoemde romans is Pier en oceaan het meest verwant aan de cyclus van Vestdijk. Abel Roorda, de hoofdpersoon uit De Jongs roman, doet in veel opzichten denken aan Anton Wachter: een eenzelvige, teruggetrokken jongen, gevoelig, de fascinatie voor zijn moeder, het voortdurend observeren, de eerste verliefdheid.
Maar Pier en oceaan is veel gelaagder dan andere familieromans uit de Nederlandse literatuur. Dit komt doordat we de voorgeschiedenis van Abel Roorda kennen. Hoewel hij de hoofdpersoon van de roman is, maken we pas na honderd bladzijden kennis met hem. Eerst volgen we zijn moeder, Dina Houttuyn, die hoogzwanger van hem op weg is naar Amsterdam, om haar ouders te bezoeken en haar broer, de fotograaf Gregoor Houttuyn. De lezer krijgt te weten hoe ze Lieuwe Roorda, haar man, heeft leren kennen, hoe het huwelijk verliep en wie de grootouders van Abel zijn.
De lezer krijgt niet alleen de gevoelens van Abel te lezen, maar leest ook over de emoties van andere personages in Pier en oceaan. Dan zitten we in het hoofd van de moeder, dan weer in het hoofd van vader, of grootvader. Deze wisselende perspectieven houdt De Jong de hele roman vol en ze dragen bij aan de gelaagdheid van Pier en oceaan.
Lijfelijkheid
Pier en oceaan sluit naadloos aan bij het eerdere werk van De Jong. Vooral Opwaaiende zomerjurken, een bildungsroman over de jongen Edo Mesch, ademt tussen de regels door. Zoals de zwemscènes, die in het debuut van De Jong eveneens sterk aanwezig waren. En ook nu worden de passages overheerst door lijflijkheid.
Toen verscheen hij op de duikplank, zijn gestalte afgetekend tegen de hemel, hij liep over de plank met een aantal snelle, maar ingehouden en afgemeten passen, die hij niet voor de eerste keer leek te maken, hij zette af en zweefde weg, zijn armen spreidend in de lucht. Op het hoogste punt slaagde hij erin zijn lichaam een snaakse draai opzij te geven, voordat hij loodrecht naar beneden stortte en soepel als een vis in het water gleed.
De stijl in Pier en oceaan kun je sensitief noemen. Alle registers worden opengetrokken: wat de personages zien, ruiken, voelen en horen. De uiterlijkheden van personages worden uitvoerig besproken, alsook de innerlijke gevoelens van hen. Het adagium less is more gaat in de roman van De Jong niet op, maar dat is niet erg. Ook al zijn er weinig mooie zinnen in de roman te ontdekken, je wordt wel door de meanderende stijl meegenomen. Je wilt alleen maar meer en meer.
In een kleine stoet liepen ze naar het graf. Voorop, in vol ornaat, de doodgraver, die het kistje op zijn onderarmen droeg, daarachter de dominee, ondanks de warmte in een lange zwarte jas, daarachter Lieuwe Roorda en zijn vader. Uitgestorven lag de begraafplaats erbij in het helle juli-licht. De bomen ruisten, de wind rukte aan alles waar hij vat op kreeg. Ergens viel een zinken emmer om en rolde rinkelend over een tegelpad. Uit de verte kwam het gejoel van het zwembad. Plechtig schreed de doodgraver met het kistje in zijn armen over de paden. Hij probeerde er nog iets van te maken.
De Jong heeft een tijdsbeeld neergezet. Dat kan ook niet anders als je zoveel jaren van een familie beschrijft: de roman begint in 1952 en eindigt in 1971. Je ziet verschillende maatschappelijke veranderingen in de roman terugkomen. Neem het bezoek van Abel aan zijn grootouders in Friesland, in het hoofdstuk ‘De stamhouder’. Het is begin jaren zeventig; Abel is rond de twintig en draagt lang haar. Dat bevalt zijn grootvader niet (‘Geeft je moeder je geen geld voor de kapper, jong’).
Even later neemt de generatiekloof toe, als het over het geloof gaat. De grootouders van vaderskant zijn zeer christelijk, Abel gelooft niet in God. De generatie Roorda is aan het veranderen. Maar er is een mooie tegenstelling tijdens dit bezoek, want het Friese landschap is níet veranderd. Voortdurend doemen er beelden op uit Abels jeugd:
Abel keek naar de verfomfaaide witte haren waarin de pet een afdruk had achtergelaten. opeens herinnerde hij zich de hand van zijn moeder, hoe ze die eens door zijn grootvaders haar had gehaald om het te fatsoeneren.
Tien jaar hebben we moeten wachten op een nieuwe roman van Oek de Jong. Pier en oceaan was het wachten waard; het is een rijke roman. Oek de Jong heeft het genre ‘familieroman’ nieuw leven in geblazen.
Bart Temme
Oek de Jong – Pier en oceaan. Atlas Contact, Amsterdam. 804 blz. € 39,90.