Column: Karel ten Haaf – Vertalingen
De lezer (m/v) die nog weet dat ik mijn vorige bijdrage, ruim een maand geleden, eindigde met de zin ‘En nu het mooiste, waarover de volgende keer: het merendeel van de “kopie-typoscripten” betreft proza dat niet werd gepubliceerd’ en die derhalve verwacht nu – eindelijk! – een vervolg op mijn reeksje stukkies over het werk van René/Renate Stoute onder ogen krijgen, die lezer komt bedrogen uit: bevangen door een enorme sloomte (hoera! de winter is weer in het land) heb ik nog niet al het gepubliceerde proza van Stoute kunnen controleren op het daarin aan- dan wel afwezig zijn van (fragmenten uit) die kopie-typoscripten – en daarom vandaag iets heel anders.
Samen met Daniël Dee stel ik het (vecht)sportleven van Peter Aerts te boek. Behalve in het Nederlands, moet die biografie ook verschijnen in het Japans; dat was de enige voorwaarde die Aerts stelde alvorens zijn medewerking toe te zeggen: dat we er alles aan moesten doen om het boek ook in Japan uit te geven, daar Aerts in dat land de status bezit die Johan Cruyff hier heeft. Makkelijk gezegd natuurlijk, maar hoe pak je dat aan, welke uitgever in Japan benader je daarvoor? Na veel gezoek, gemail en geïnformeer hebben we een kandidaat – maar die wil natuurlijk t.z.t. wel wat kunnen lezen alvorens een contract te tekenen. Dus moet er vertaald worden.
Nu heb ik zelf een klein beetje ervaring met vertalen naar een Aziatische taal, in mijn geval het Mongools – maar dat was een getrapte vertaling: alvorens naar Mongolië af te reizen had ik een aantal van mijn gedichten naar het Engels laten overzetten. In Ulaanbaatar zette ik mij samen met twee Engelssprekende Mongolen aan het vertalen; hoe dat eraan toeging heb ik beschreven in mijn inmiddels niet meer in de handel zijnde debuutroman Steppen zonder autoped. [geen reisverhaal] (Uitgeverij Passage, Groningen 1999) – de kunst van het dialogen schrijven verstond ik nog niet echt:
Dash en Dorjyn waren in eerste instantie wat huiverig poëzie te vertalen. ‘Dichters gebruiken heel andere woorden dan gewone mensen,’ zo verklaarden ze eensgezind – deze jonge werklozen.
‘Ik gebruik in het Nederlands ook niet de taal van de dichters,’ zei ik tegen ze. ‘Ik schrijf in de taal van de straat, van wat jullie net noemden de gewone mensen. Iedereen moet mijn gedichten kunnen lezen. Dus ook in het Mongools wil ik mijn poëzie in spreektaal en niet in het gezwollen, met moeilijke woorden doorspekte, brallerige taalgebruik der would-be-intellectuelen,’
Dash en Dorjyn lezen hardop Everts Engelse vertaling, waarna ik die ter verduidelijking breedsprakig parafraseer en van uitleg voorzie. Dan wordt er in het Mongools gediscussieerd. Af en toe een vraag in het Engels aan Evert, Olga en mij gesteld. En bij het licht van een knijpkat in cyrillisch schrift geschreven. Staat het gedicht op papier, dan vertaalt Dorjyn letterlijk vanuit het Mongools terug naar het Engels, zo mogelijk woord voor woord. Ik geef daarop commentaar, soms ook Evert, of Olga. Die op- en aanmerkingen worden na nu en dan verhitte discussie in het Mongools in de tekst verwerkt en vervolgens vertaalt Dorjyn opnieuw letterlijk terug naar het Engels. Het werkt fantastisch, dit systeem, en ik heb het gevoel aanwezig te zijn bij een vertaalgroepje op Poetry International – maar dan beter: hier zijn de vertalers letterlijk mensen van de straat, jongeren die dagelijks de taal van mijn poëzie spreken.
[pp. 48-49]
(Tijdens de vertaling van het gedicht ‘een nieuw kerstlied’ stuitten we op een onverwacht probleem: in Mongolië kent men het kerstfeest niet – althans in 1997 was dat zo.)
Om de biografie van Peter Aerts op deze wijze te vertalen, dat zien Daniël en ik niet zo zitten, dus we moeten hiervoor maar een echte vertaler zien te vinden – eentje van vlees en bloed, want als we de website van onze beoogde uitgever door Google Translate halen dan is duidelijk dat machinaal vertalen vooralsnog hermetischer teksten oplevert dan bedoeld:
Heerlijke gebakken stomme idioot Tobikkiri uitgebracht op 17 december 2012 952 yen + belasting en lachen Pupu ~ tsu lichaam, een wonder recept 140 tekens. “Tweet” dat wat meer dan 200 000 mensen om te volgen is te boeken is.
Karel ten Haaf