Recensie: Literatuur zonder leeftijd, winter 2012
Hoe geef je een e-book cadeau?
Het tijdschrift Literatuur zonder leeftijd zet in het winternummer dat eind vorige maand verscheen in weerwil van de titel de leeftijd juist centraal. Dat wil zeggen: in het blad over jeugdliteratuur wordt jong talent gezet tegenover gevestigde namen. Dat gebeurt in dubbelinterviews met een jonge en oudere dichter (Florian Kuilberg en Ted van Lieshout), schrijver (Simon van der Geest en Imme Dros) uitgever en bibliothecaris. Naast die interviews wordt in artikelen de stand van zaken in de jeugdliteratuur van de eerste jaren van dit millennium onder de loep genomen.
Zon inventariseert Wilma van der Pennen hoeveel debutanten er bij zijn gekomen tussen 2000 en 2012, bij welke uitgeverij en meer. Het interessants zijn de cijfers over de geboortejaren van de debutanten. Er is een vloegolf aan debutanten aanwezig die geboren zijn tussen 1960 en 1969 (158 in totaal maar liefst). Het merendeel van die debutanten (rond de dertig per jaar, dat getal is vrij constant) schrijft voor de leeftijdscategorie 12-15 jaar, zoals uit onderstaande tabel blijkt.
Leeftijdscategorie Aantal debuten 0-4 jaar 15 4-6 jaar 49 6-9 jaar 43 9-12 jaar 109 12-15 jaar 137 15+ 47
Opmerkelijk vindt Van der Pennen, omdat de laatste jaren er veel aandacht wordt besteed aan het Young Adultboek. Misschien zijn er titels van voor 2008 die nu tot die nieuwe categorie behoren en toen nog niet als zodanig werden aangemerkt.
Jaap Friso raast in vogelvlucht door het grote aantal debutanten heen en komt tot een positieve conclusie: ‘Kuijer, Biegel en Pelgrom hebben wel degelijk opvolgers.’ Jan van Collie inventariseert nieuwe dichters en hij doet dat aan de hand van de vijf delen Poëziespektakel die tot dusver zijn samengesteld door Ted van Lieshout. Van Collie is kritischer dan Friso en analyseert de gedichten met een scherp oog en nogal subjectieve criteria: originaliteit, authenticiteit en vakmanschap. Hij komt tot de conclusie dat de kwaliteit nogal uiteenloopt en geeft hier en daar harde oordelen, naast lovende woorden. Over Benny Lindelaufs gedichten zegt hij dat ze: ‘precies de juiste spanning tussen herkenbaarheid en geheim [bevatten]’ waarna hij enkele regels citeert en vervolgens niets uitlegt. Het is goed dat iemand een kwaliteitsoordeel durft te vellen (juist in een tijdschrift waarin sommige artikelen een wetenschappelijk neutrale houding hebben), maar je zou toch meer onderbouwing verwachten.
Laten we afsluiten met een citaat van Imme Dros, die in tegenstelling tot Simon van der Geest, niets ziet in de digitale ontwikkeling. ‘Denk jij dat het zo is, Simon, dat oma op de verjaardag van haar kleinkind komt met een e-book? Vroeger kwamen grootouders met het laatste Griffelboek of met een boek dat ze veel gelezen hadden in hun jeugd, maar in ieder geval met een ding, iets in hun handen. Ga je iemand een e-book cadeau doen? Ik weet niet eens hoe ik dat zou moeten doen.’ In die laatste constatering schuilt de leeftijdskloof en dat laat dit sympathieke tijdschrift toch maar weer mooi zien.
Coen Peppelenbos
Literatuur zonder leeftijd, winter 2012, 164 blz. (Men doet erg hun best om te voorkomen dat mensen een abonnement nemen of een nummer kunnen bestellen, maar zoek hier verder). Een jaarabonnement kost € 32,- (vier dikke nummers).