Recensie: Ronald Giphart – De wake
En de jenever verbroederde
De lancering van het laatste boek van Ronald Giphart, de verhalenbundel De wake, is in alle rust verlopen. Ging hij de vorige keer nog naar IJsland, ter promotie van de gelijknamige roman, deze keer heb ik hem nauwelijks gezien, op een optreden in het programma ‘Koffietijd’ na. Zou het misschien komen omdat de drie verhalen gerelateerd zijn aan een ziekenhuis en Giphart aan het begin van vorig jaar moest vertrekken als schrijver bij het VUmc. In dat ziekenhuis werden tv-opnamen gemaakt zonder dat de patiënten wisten dat ze gefilmd werden. RTL moest het programma terugtrekken en het ziekenhuis besloot daarop bijna alle publicitaire acties te staken. Eerder schreef Anna Enquist De verdovers en ze ontving veel lof; na het debacle rond het programma van Reinout Oerlemans kreeg Giphart (die niets met dat programma van doen had) ladingen kritiek over zich heen op weblogs en sociale media. Ik hoop niet de schrijver te geïntimideerd was om een vrolijke presentatie te houden.
De verhalen in De wake laten zien dat Giphart technisch iets meer durft. De perspectieven zijn nogal opvallend: een keer vanuit een dode man, een keer vanuit de blik van een kind dat in coma ligt en een keer vanuit een hart. Dat is nogal gevaarlijk omdat de verhalen wel geloofwaardig moet blijven. In ‘De wake’ lukt dat uitstekend. Dit verhaal is overigens echt gekoppeld aan de VU, omdat het als kerstgeschenk werd geschreven voor de Letterenfaculteit. Plaats van samenkomst is de gebedszaal op de vijftiende verdieping van de Vrije Universiteit. ‘Het hoogstgelegen Nederlandse filiaal van de firma Zingeving & Troost der Bedrukten.’ Hoofdpersoon Siem werkte op de VU en wordt in een dodenwake omringd door oude studievrienden en jonge studenten. Wat wordt er over je verteld als je dood bent? Iedereen zou het willen weten en Siem maakt het mee. ‘Een decamerone met mezelf in de hoofdrol: men vermeide elkaar met geschiedenissen over het dode lichaam in het midden van de zaal. En de jenever verbroederde.’
In het verhaal ‘Mooie mama’s’ kom je langzaam achter de geheimen van de moeder van de veertienjarige Koos. Zij is wel heel erg geïnteresseerd in de studenten die tegenover de school van haar zoon woonden. De herinneringen van Koos, die vaak de verhalen van zijn moeder en haar vriendinnen afluistert en daardoor een aardig beeld krijgt het liefdesleven van vrouwen die hun jeugd kwijt zijn, maar nog wel als seksuele wezens door de wereld willen gaan.
Het derde verhaal, ‘Hartstocht’, is helemaal een tour de force, omdat het hart van een jong Indisch meisje wordt getransplanteerd in een oude Nederlands politicus die naar India is gegaan omdat de wachtlijsten in Nederland te lang zijn. Verandert je brein als je van hart verandert? Onwillekeurig denk je: daar zit een roman in. Voorlopig moeten we het met deze drie verhalen doen waar het vertelplezier van de bladzijden afspat.
Coen Peppelenbos
Ronald Giphart – De wake. Podium, Amsterdam. 176 blz. € 17,50.