Recensie: Pieter Waterdrinker – Lenins balsem
Moskou, het tweede Manhattan
Pieter Waterdrinker (1961) is onze enige ware correspondent uit Moskou, of beter gezegd: hij is de chroniqueur van dat wonderlijke pandemonium, ‘die andere wereld die Rusland heet.’ Sinds hij midden jaren negentig zich aldaar vestigde, al pendelend tussen Moskou en Sint Petersburg, bouwt hij gestaag aan een on-Nederlands oeuvre waarin steevast de oostenwind blaast: koud, snoeihard, meedogenloos zelfs, maar wel degelijk ook zwoel en geladen met de typische Slavische weemoed, barstend van levenslust en liefde die tot het uiterste gaat, geladen met doodsverachting die de angst verbloemt. Proost! We trekken een lange neus.
Ten onder gaan we immers allemaal.
Zoals de wind waait, schrijft Waterdrinker. Ook in zijn nieuwste roman Lenins balsem, die vooral de chaos van de eerste jaren na de val van de Berlijnse Muur beschrijft die ‘de Westerse middelmaat binnenbracht’. De val die voor de Russen in de eerste jaren nog uiterst abstract is. De Russische beer heeft al zijn kracht verloren, maar eigenlijk willen bestuurders en bevolking er nog niet aan. Het land is op dat moment nog een grote openluchtgevangenis, waar wetteloosheid eerder regel is dan uitzondering. Waterdrinker voert een bont gezelschap opportunisten op: sjacheraars, pooiers, hoeren en zwarthandelaren. De markt is vrij en de Russen grijpen, nog wel een beetje onwennig, alles wat ze pakken kunnen. De dollar is de munteenheid die alle deuren opent. Iemand die stempels zet en een oogje toeknijpt, verdient gemakkelijk wat bij.
Hoofdpersoon Olaf Weber, net als Waterdrinker afkomstig uit Zandvoort en als puber ook meteen geraakt door het werk van een der grote Russische schrijvers, is de zoon van een kruideniersechtpaar dat hun nering met naïeve goedheid dreef. Wanneer zijn ouders sterven heeft Olaf alleen nog familie in Frankrijk. Een zekere tante Felicia, duidelijk een vrouw van de wereld en tevens de maîtresse van Olafs opa. Olaf wil niet zo eindigen als zijn vader, die weliswaar als jongeman op de grote vaart had gezeten, maar in de badplaats in een stofjas veranderde. Geheel bij toeval wordt Weber voor een Belgische reisorganisatie tijdelijk gestationeerd in Moskou. Zeer amusant is de naïviteit van de eerste ramptoeristen beschreven, die ‘de louche werkelijkheid’ allemaal reuze spannend vinden. Het geld wordt hen op eenvoudige wijze uit de zak geklopt, bewust als ze worden gemaakt van het ‘historische moment’.
Petersburg was de stad van de liefde; Moskou die van het stinkende geld en van de seks.
In Moskou ontmoet Olaf de beroepsschuiver en liefhebber van jong vlees Alexander Perelman, zeg maar Sasja. Hij heeft een wereldidee. Eens in het anderhalf jaar wordt het lijk van Lenin, opnieuw gebalsemd. Daarnaast worden om de zoveel weken zijn gezicht en handen ingesmeerd met een levenselixer. Onze eigen anatoom Ruysch speelt nog een belangrijke rol. Op die wijze verbindt de schrijver, een verhalenverteller pur sang, deze geschiedenis overtuigend aan ons land.
Dan begint een hilarische konkelfoestocht om de formule in handen te krijgen. Hoeveel dames smachten er immers niet naar de ultieme zalf om rimpels te laten verdwijnen en er weer ‘net zo jong als je dochter’ uit te zien. Een meesterlijk idee van Waterdrinker. Hij schmiert er in deze roman heerlijk op los. Daarnaast is Lenins balsem een informatief boek over een erbarmelijke periode in het grootste land ter wereld, die eigenlijk tot op de dag van vandaag voortduurt, althans voor de plattelandsbevolking die nog steeds in armoede leeft. De verschillen tussen arm en rijk zijn inmiddels extreem opgerekt.
Worden Olaf en Sasja ook stinkend rijk met hun elixer of blijkt alles een wassen neus? Olaf steekt bijna al zijn vergaarde dollars in het project. Onder het motto: ‘in ieders leven komen de heiligen maar een paar keer voorbij. En in de meeste levens geheel niet.’ Tante Felicia komt met haar minnaar, een parfumeur, naar Moskou toe. Olaf slaagt erin met de gekochte identiteit van een wetenschapper het eerste gedeelte van het balsemen van Lenin bij te wonen. Waar Waterdrinker elders weet te ontroeren, vooral inzake de liefde, ‘die schurft van de menselijke ziel’, is hij hier heerlijk gruwelijk. Van schaamlippen reconstrueert men een neus. Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek, a la Waterdrinker.
Wederom hilarisch zijn de beschrijvingen van de aanslagen op Lenin, ná zijn dood. Tot op de dag blijkt Vladimir Iljitsj Oeljanov nog voor verdeeldheid te zorgen. Rusland is nu veranderd, er heeft een unieke metamorfose plaatsgevonden, maar tegelijkertijd blijkt alles bij het oude te zijn gebleven. Het bijwonen van een buitenlander van het balsemen van Lenin is nu weer schier onmogelijk geworden. In moedertje Rusland is de xenofobie immers weer teruggekeerd. Maar de elite heeft tegelijkertijd wel hun tegoeden in het Westen ondergebracht. Bij de Bijenkorf in Amsterdam wordt tegenwoordig ook in het Russisch reclame gemaakt.
Guus Bauer
Pieter Waterdrinker – Lenins balsem. Prometheus, Amsterdam. 408 blz. € 19,95.