Recensie: Bernlef – De een zijn dood
Bernlef op herhaling
Aan de dood valt nog fors te winst te behalen. Dat weet de voormalige rechercheur Wim Terlinde die erfenisjager van beroep is. Als de drukker Roderick Vos dood wordt gevonden in zijn appartement en er zich geen erfgenamen melden, begint het werk van Terlinde. Vindt hij geen erfgenaam, dan vervalt de nalatenschap aan de belastingdienst en loopt hij een deel het bedrag mis. Het uitgangspunt in De een zijn dood van Bernlef roept automatisch spanning op. Waar is de erfgenaam?
Al snel vindt Terlinde mensen die de drukker hebben gekend. Dat levert geen positief beeld op. Zijn klanten voelen zich getild: ze hebben hun levensverhaal voor enkele duizenden euro’s opgeschreven en nu zitten ze met een stapel onverkoopbare boeken. Dat overkwam bijvoorbeeld Sofie de Winter die een jeugd vol incest van zich afschreef en daarna haar driehonderd gedrukte boeken ritueel verbrand heeft, op één boek na dat Terlinde in zijn bezit heeft.
Het zou jammer zijn om de plotveranderingen, die gepaard gaan met steeds een andere verteller, hier te verklappen, maar eentje is noodzakelijk. Terlinde onderneemt een lange reis om de laatste erfgename, het nichtje Francien Vos, op te sporen. Via Zweden komt hij in een klein plaatsje in Schotland waar Francien samenwoont met een beeldhouwer. Hij komt te laat, want ze is met een psychose opgenomen in een inrichting en niet in staat om hem te woord te staan. Als ze onder curatele komt te staan verdwijnt het geld in Schotse handen, in Nederland gaat het geld naar de belastingdienst. Terlinde moet een list verzinnen om het geld toch binnen te halen en dat doet hij door Sofie te laten doorgaan voor Francien. De beweegredenen van de erfenisjager zijn niet helemaal geloofwaardig in deze dubbelgangersroman. Waarom besluit Terlinde opeens tot zo’n illegale actie? Niets in zijn karakter maakt deze keuze inzichtelijk.
Bernlef lijkt op herhaling. We kennen de speurder uit Onder ijsbergen en Boy, we kennen zijn voorliefde voor Scandinavië, we kennen iemand die is opgenomen in een inrichting uit Op slot en De pianoman. Daarnaast zijn bepaalde verhaalelementen nogal overbodig. De vrouw van Terlinde is na een slopende ziekte overleden en hij denkt nog veel aan haar (zie ook Buiten is het maandag), maar met dat gegeven wordt niets gedaan. De roman is zelfs potsierlijk als Terlinde lovend praat over de zegeningen van de computer, maar als hij een paspoort in handen krijgt, loopt hij naar een kopieerapparaat voor een kopie. Een moderne speurder had al lang een fotootje genomen met een digitaal cameraatje of een mobieltje. De compagnon van Terlinde regelt alle reizen via internet, maar als hij een plaatsje in Zweden zoekt, staat hij op ‘om de wegenatlas van Europa erbij te pakken.’ Het wrikt en kraakt dus aan alle kanten in deze leesbare, maar niet helemaal geslaagde roman.
Coen Peppelenbos
Bernlef – De een zijn dood. Querido, Amsterdam. 204 blz. € 17,95.
Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 21 januari 2011.