Recensie: Jean-Philippe Toussaint – De waarheid omtrent Marie
Een angstig paard op het vliegveld
Er bestaan boeken die het leven van een recensent niet gemakkelijk maken. De waarheid omtrent Marie is er zo een. Het is het derde deel in een reeks over Marie, de (ex-)geliefde van de ik-figuur. Je hoeft de andere delen niet te kennen om deze roman te kunnen lezen. Dit deel is zelfs veruit het beste. En daar begint de moeilijkheid.
Voor een intrige of een plot hoef je bij de in Brussel geboren Franstalige schrijver Jean-Philippe Toussaint niet aan te kloppen. Je leest eerder scènes uit een leven die samenhang krijgen doordat de hoofdpersonen dezelfde zijn. Ook de onopgesmukte stijl doet je niet grijpen naar de nieuwste Toussaint. En toch blijven die scènes in je geheugen gegrift. Neem het begin van de roman waar Marie met haar nieuwe geliefde Jean-Christophe een lome liefdesnacht beleeft. Buiten onweert het. Midden in de nacht krijgt Jean-Christophe een hartstilstand en vanaf dat moment breekt de paniek uit. Als de uit bed gebelde ik-figuur bij het appartement van Marie aankomt zie hij nog net het lichaam van de nieuwe minnaar in de ambulance getakeld worden. Toussaint heeft zestig bladzijden nodig om deze gebeurtenis te vertellen en je hangt aan zijn lippen omdat elke emotie langskomt, zonder dat deze expliciet gemaakt wordt. De totale verwarring van Marie als ze een ambulance probeert te bellen en niet luistert naar de telefonist die om de adresgegevens vraagt, de nog steeds aanwezige liefde van de ik-figuur voor Marie, juist op een nacht als deze. Het is allemaal aanwezig.
Jean-Christophe blijkt in de paardenfokkerij te zitten en Marie heeft hem ontmoet in Japan. Daar besluit ze impulsief met deze man terug te reizen als blijkt dat een paard van hem gedrogeerd blijkt te zijn bij de paardenrennen. Samen met het paard proberen ze zo snel mogelijk het land te verlaten. Ook hier ontploft de scène weer als het paard losbreekt op het vliegveld. Opnieuw onweert het. Het angstige paard draaft rond, het vliegverkeer ophoudend, en laat zich slechts met moeite vangen. Bladzijdenlang houdt Toussaint je aandacht vast. Op zich is dat raar, want de ik-verteller is niet eens aanwezig bij deze gebeurtenis: ‘maar toen kreeg ik opeens het gevoel dat ik misschien tot een nieuwe waarheid zou kunnen komen die zou uitgaan van wat het leven was geweest en het zou ontstijgen, zonder zich te bekommeren om waarschijnlijkheid of waarheidsgetrouwheid’. De ik-figuur kan er dus wel prachtige fictie van maken. En dan moet het paard nog het vliegtuig in en krijg je weer zo’n scène. En daarna nog één. De waarheid omtrent Marie bewijst de kracht van de verbeelding.
Coen Peppelenbos
Jean-Philippe Toussaint – De waarheid omtrent Marie. Vertaald door Marianne Kaas. Prometheus, Amsterdam. 200 blz. € 18,95.
Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 1 april 2011.