Recensie: Paolo Giordano – Het menselijk lichaam
Met discipline tegen jezelf vechten
Iedere soldaat in Het menselijk lichaam heeft zijn eigen redenen om te vluchten. Maar een ding hebben zij allemaal gemeen: ze worden achtervolgd door een verleden waar ze niet mee kunnen afrekenen. Het verleden van de schrijver Paolo Giordano is inmiddels ook bekend. Hij schreef het met prijzen overladen boek De eenzaamheid van de priemgetallen. Het menselijk lichaam is de tweede grote roman van de Italiaanse schrijver.
Als je de achterflap van het boek leest krijg je de indruk dat het verhaal gaat over Alessandro Egitto. Een jonge legerarts die met het verleden in zijn backpack is vertrokken naar Afghanistan. Maar Het menselijk lichaam kent meer dan één hoofdpersoon. Het verhaal gaat over een groep soldaten die allemaal een ander verleden achter zich aan zeulen. En dat is het interessante aan deze roman. Je leert de verschillende jongemannen kennen als individuen, en volgt dan hoe zij zich profileren binnen een groep, voor én na de missie.
Giordano werkt langzaam toe naar het moment dat het peloton van adjudant René (in het dagelijks leven prostituee) in Afghanistan op expeditie gaat. Maar voordat zij vertrekken gaat het al mis. De parachutes die boven hun kamp worden gedropt raken verstrikt, het proviand slaat stuk op de stenen en het beloofde feestmaal, dat onder andere bestond uit kalkoenvlees, gaat niet door. Om toch aan de vleesbehoefte te kunnen voldoen besluiten zij een koe te kopen op de lokale markt. Na een gulzige vreetpartij volgt de voedselvergiftiging. Het volledige peloton kampt met darmproblemen. De meesten komen er op tijd bovenop, maar een enkeling begint op halve kracht aan de expeditie Mother Bear.
Over de expeditie lees je steeds vanuit een ander personage, uit een groep mannen, en een enkele vrouw. Dat maakt de roman sterk, omdat de schrijver daardoor de vaart in het verhaal houdt, en tegelijkertijd stoort het soms, omdat het karakter van een personage te oppervlakkig blijft. Adjudant René is een van de personages die wel volledig uit de verf komt. René heeft het begrip stilzitten uit zijn lichaam en geest heeft verwijderd. Met afleiding en discipline (hardlopen, gewichtheffen, klanten voorzien van seksueel genot) probeert hij de vreselijkste trauma’s uit zichzelf te verdrijven. Wanneer de soldaten terug zijn gekomen van het front verplicht hij zich met diezelfde discipline om alle nabestaanden te bezoeken. Tijdens zijn bezoek aan Flavia, de weduwe van een van de gesneuvelde soldaten, kan hij het niet laten om haar aan te bieden haar tuin te onderhouden. Ze staat het hem eenmalig toe, maar als hij niet opnieuw wordt uitgenodigd duwt zijn volhardende karakter hem de auto in en rijdt hij dag in dag uit naar haar huis om buiten de wacht te houden.
In de proloog beschrijft Giordano de ontmoeting tussen Egitto en René tijdens een ceremonie, dertien maanden na de expeditie. Giordano maakt pijnlijk duidelijk wat er over blijft van de band die je opbouwt wanneer je verschrikkingen deelt:
Er schuift een wolk voor de zon, en plotseling wordt het donkerder. De luitenant en de ex-adjudant zwijgen. Ze hebben het belangrijkste moment van hun leven met elkaar gedeeld, zij tweeën, ze stonden naast elkaar, net als nu, maar dan midden in de woestijn en midden tussen de pantservoertuigen. Zouden ze elkaar echt niets meer te zeggen hebben?
Zoals gezegd wordt duidelijk dat alle mannen hun eigen redenen hebben om te vertrekken naar Afghanistan. Op zoek naar een ander bestaan, waarin ze zichzelf nuttiger zouden kunnen maken, hopen zij enigszins af te rekenen met het verleden. Als lezer volg je die ontwikkelingen en kom je er achter dat er helemaal niet wordt afgerekend, maar dat het verleden gewoon is verlengd; er is een oorlogsmissie aan toegevoegd. Giordano zou dus zo maar een vervolg kunnen schrijven, want als lezer wil je weten hoe het de leden van het peloton verder zal vergaan.
Jan-Willem Dijk
Paolo Giordano – Het menselijk lichaam. De Bezige Bij, Amsterdam. 352 blz. € 19,90.