Recensie: Louis Couperus – Psyche
In 2013 is het 150 jaar geleden dat Louis Couperus geboren werd. Daarom is het dit jaar Louis Couperusjaar. Reden voor Doeke Sijens en Coen Peppelenbos om het Verzameld werk van de schrijver te lezen van deel 1 tot en met deel 50. Vandaag deel 14: Psyche.
Pas op voor saters
Metamorfoze, de poëticale roman met autobiografische inslag, eindigt met een scène waarbij Aylva en zijn kersverse vrouw Emilie een boekenkast aan het inrichten zijn. Intussen leer je veel over zijn veranderde voorkeuren. Potgieter en Zola bekoren de auteur niet meer zo, die ‘Bedenkelijk weinig’ ‘moderne Hollandse auteurs’ op de planken heeft staan. Zijn vrouw voegt de sprookjes van Leander en Grimm toe. Het boek dat Couperus vervolgens publiceerde was Psyche.
Psyche is geen volkssprookje en is zeker niet bedoeld voor kinderen. Couperus heeft de oude mythologische vertelling over Eros en Psyche naar zijn hand gezet. Hij gebruikte de thematiek al eerder in zijn poëzie. Psyche leeft samen met haar twee oudere zusters en haar stokoude vader in het ‘Rijk van het Verleden’. Haar oudste zus, kroonprinses Emeralda, is uit op de macht; haar zus Astra is op zoek naar kennis en tuurt onafgebroken naar de sterren. Psyche is nog jong, ‘Prinses van de Naaktheid met de Wieken’, maar zonder het vermogen te vliegen. Zij loopt vaak verloren over de kasteelmuren en kijkt hunkerend uit over het onafzienbare land. Gedragen door het paard Chimera dat het luchtruim in een eindeloze gang doorkruist, tot de grens en weer terug, weet ze te ontsnappen aan de beperkingen van haar bestaan.
De jonge Eros, van het Rijk van het Heden, komt de hand van een van de oudsye dochters vragen, maar wordt verliefd op de te jonge Psyche. Ook de oude koning vindt haar nog te jong. Pas als hij sterft, Emeralda de macht overneemt en Psyche vlucht, is zij oud genoeg om samen met Eros een paar te vormen. Zoals gezegd heeft Couperus de oude mythe naar zijn hand gezet. Als de twee elkaar voor het eerst ontmoeten, zegt Eros:
Uwe Hoogheid heet Psyche? Zij draagt den naam van de stammoeder van haar geslacht, zooals ik draag den naam van den god die het mijne verwekte? Ze zijn dus nazaten van de oorspronkelijke figuren.
Ondanks een harmonieus samenzijn in het Rijk van het Heden wordt Psyche verleid door saters en ze wordt meegetrokken in die wereld van drank, dans en onkuisheid, ze laat zelfs haar vleugeltjes afknippen, Eros dodelijk verdrietig achterlatend. Pas na boetedoening, waarbij ze zelfs de onderwereld trotseert, zal ze herenigd worden in het Rijk van de Toekomst, met Eros en met haar vader, de twee mannen die onbaatzuchtig van haar gehouden hebben.
Psyche werd een groot succes en ook nu, meer dan een eeuw later, is het verhaal goed te lezen. Dat komt vooral omdat Couperus veel laat gebeuren. Er zijn nog wel uitvoerige beschrijvingen van landschappen, maar omdat er veel actie is en er vlotte dialogen zijn, behoudt dit sprookje zijn frisheid.
In de tijd dat het boek uitkwam werden vooral de parallellen en overeenkomsten met het oude mythologische verhaal benadrukt. Biograaf F.L. Bastet doet het anders: hij geeft een autobiografische interpretatie (blz. 203 en verder) van Psyche die ik nogal gewaagd vind. Psyche is eigenlijk Couperus zelf.
Het sprookje, aldus geïnterpreteerd, leert ons dat Couperus zich zijn androgyne aanleg niet alleeen volledig bewust is geworden – hoe zou hij ook niet -, maar dat hij er ook bovenuit heeft willen stijgen. Alleen de vleugels der verbeelding konden hem kracht geven zo de toekomst vernieuwd tegemoet te gaan. Een hogere, platonische, sekseloze Eros leek bereikbaar. In díé toekomst kon Couperus zijn vader gelouterd onder ogen gekomen.
Het boek is een symbolistische samenvatting van het zielsproces dat Couperus op andere wijze in Metamorfoze heeft beschreven. Het ijdelheidsbesef luidde het ogenblik in waarop hij besloot nooit meer na te denken.
Die interpretatie is misschien interessant, maar maakt het verhaal wel platter, want je kunt Psyche ook lezen als een zoektocht naar liefde en de betekenis daarvan, de werking van fantasie en het ontbreken daarvan en dan krijgt het verhaal een veel algemenere strekking. Die strekking lijkt me na al die jaren wel enigszins moralistisch, want de vergeestelijkte liefde wordt als goed verondersteld, terwijl de aardse, lichamelijke variant als slecht wordt gezien. Geen wonder dat de roman zo in de smaak viel bij de burgers.
Coen Peppelenbos
Louis Couperus – Psyche. L.J. Veen, Amsterdam, 1992 (oorspronkelijke uitgave L.J. Veen, Amsterdam 1898). 128 blz.
(Afbeelding omslag via de site van het Louis Couperus Genootschap, waarop een schat aan achtergrondinformatie staat.)