Roos en graven: F. Bordewijk (1884-1965)
De auteur van het boek Bint, dat vrijwel iedere scholier op zijn leeslijst zet – al dan niet vanwege de geringe omvang -, die schrijver dus, F. Bordewijk (1884-1965), ligt begraven op het fraaie kerkhof Oud Eik en Duinen te Den Haag.
Ook de fotograaf en ondergetekende behoren tot de Bint-lezers, ondanks het feit dat de eerste helemaal niets op heeft met strengheid en orde. (Ook hoekig en nors kun je zijn denken en doen niet noemen, kijk maar naar die scheve foto.)
Ik heb me niet slechts tot Bint beperkt. Het gehele oeuvre, want men kan ook doorslaan in z’n voorkeuren, bleek iets te veel gevraagd maar de liefde voor Bordewijk zit erin geramd en dat dreef ons op een gure dag naar de Hofstad. Je hebt een hobby of niet.
Het was koud, de lucht was grijs, het motregende. Ideaal interbellumweer, passend bij de sfeer die opstijgt uit Bordewijks romans. Ik zie nu eenmaal geen zonnetje in een strakblauwe lucht als ik denk aan tucht, orde en zakelijkheid.
Na enige tijd rondgelopen te hebben, vonden we de sobere steen waaronder Bordewijk en zijn vrouw te rusten liggen. Het marmer vermeldt dat Ferdinand Bordewijk bij leven advocaat was. Niets over zijn schrijverschap. Ook de namen die hij bij zijn geboorte meekreeg, ontbreken op de steen. Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emil had zichzelf al veel eerder bij de burgerlijke stand laten inkrimpen tot Ferdinand. Op zijn boeken resteert nog slechts een F. Geen woord te veel.
Vanwege de natte bladeren rond de steen – ik wilde er niet tussen gaan liggen – en de voor de fotograaf onmogelijke opgave om het liggende graf en de staande Roos in één foto te persen, ben ik neergedaald op de vochtige dekplaat. De laatste eer.
Ik acht u, ik dank u, ik groet u.
Roos Custers (foto: © Dolf Verlinden)