Recensie: Marcel Rözer – Zo vader
Hoe lang kan een verloren oorlog duren?
Marcel Rözer (1959) is een typische exponent van zijn generatie. Altijd maar druk met het bedenken van plannetjes, waarbij er hartstochtelijk naar gestreefd wordt om ze ook waar te maken. Zo runde hij al een café, haalde een bevoegdheid Engels en Duits, gaf een tijdje les en werkt al weer een jaar of acht als zelfstandig sportjournalist voor verschillende media. Enige tijd presenteerde hij op geheel eigen wijze het sportnieuws bij Goedemorgen Nederland. Van zijn hand verschenen boeken over Beckenbauer en Cruijff, Hiddink en de vuile (voetbal)oorlog in Argentinië, toen, een groot trauma voor vooral de leeftijdgenoten van Rözer, in 1978 Nederland de wereldtitel voetbal is ‘ontstolen’.
Niet slecht voor de zoon van een arbeider in de staalgieterij van DRU in Ulft in de Achterhoek. Rözer gaat nu een stap verder. Hij schreef met Zo vader een roman over het oorlogsverleden van zijn vader en de wijze waarop dit generaties lang doorwerkt. ‘Zo zoon’ is het eerste wat bij je opkomt bij de geslaagde titel. In eerste plaats is dit boek natuurlijk een zoektocht van de auteur zelf. Een therapeutisch werk, waarbij het gevaar van vals sentiment op de loer ligt. De zogenaamde bekentenisliteratuur dient altijd met argusogen bekeken te worden.
Opa Rözer blijkt een fanatieke NSB’er te zijn geweest die zijn vrouw en kinderen in zijn geloof in een nieuwe toekomst heeft meegesleurd. Kurt Rözer, negentien jaar, ging zelfs zo ver dat hij dienst nam bij de SS. Na de oorlog werd er vooral heel luidruchtig gezwegen. Een broer van Kurt die niets met de Duitsers van doen wilde hebben, sprak jaren niet meer met hem. De twee zoons die Kurt in de jaren vijftig kreeg, weten van niets. ‘De samenleving’ is in een dorp geen loos begrip. Op een gegeven moment moet je toch weer met elkaar verder.
Aanvankelijk begint Marcel Rözer op zijn geheel eigen montere, ietwat slapstickachtige toon aan het verhaal. Toch voel je al, op het juiste spoor gezet door de ondertitel, direct de pijn, de plaatsvervangende schaamte en de twijfel van ‘de zoon van’ die pas ver na de dood van zijn vader achter diens oorlogsverleden komt. ‘Ach, dat nu net iemand van Rözer een boek over een vuile oorlog moet schrijven.’
De schrijver zoekt een verklaring, haast een vergoelijking voor de keuze van die jongeman. De omstandigheden van de arbeiders in het ‘slavendorp’ waren beroerd. In Duitsland ging het onder Adolf bergopwaarts. De arbeiders zoeken steun. (Na de oorlog wordt opa Rözer een fanatiek PvdA-aanhanger.) Maar Rözer probeert zijn vader niet vrij te pleiten. Hij tracht gaandeweg de tekst zichzelf een houding te geven. Wanneer een man zelf vader wordt beseft hij eens te meer dat hij een schakel is tussen twee generaties. Heeft hij zelf ook iets van die agressie in zich? Was zijn vader echt goed fout en heeft hij veel mensen afgeknald aan het oostfront? ‘Die Rözers, je weet niet wat je eraan hebt.’
Rözer is goudeerlijk in dit boek. Hij spaart zichzelf geenszins. Hoofdstukken over zijn therapie bij een psychologe die verdacht veel op Angela Merkel lijkt zijn ontluisterend en ontroerend tegelijk. Komen de angstaanvallen indirect toch van de oorlog? Hier is iemand aan het werk die niet alleen een lekker leesbaar memoir wilde oplepelen, maar het ook niet schuwt om zijn eigen potentiële donkere kant bloot te geven. Kortom, een échte schrijver dus.
Zo vader is een boek vol met menselijkheid. De vader is net zo goed een zorgzame, fijne bondgenoot voor zijn kinderen. Maar lachen doet hij nooit. Hoe heeft zo’n lieve man toch voor de verkeerde kant kunnen kiezen? We kunnen een voorbeeld nemen aan de mensen in het dorp Ulft. Waar velen nog steeds zwart-wit denken, weten de zwijgzame types, de Achterhoekers spreken omfloerst, allang dat het leven een groot grijsgebied is. Maar vergeven is uitersts moeilijk. Jammer voor Marcel Rözer is dat zijn vader altijd gezwegen over zijn daden. Het heeft wel een indringend boek opgeleverd.
Gelukkig is de lichting 1959 in zijn geheel uitgeloot voor militaire dienst. Rözer draagt in zekere zin de oorlog met zich mee, maar heeft gelukkig nooit aan een gewapend conflict mee hoeven doen. Het motto voor de rest van zijn leven luidt: ‘Vader, geen geheimen meer.’ Het is te hopen dat deze ontdekkingstocht voor Marcel Rözer een overwinning is en geen nepzege. Dader en slachtoffer, het zit hoogstwaarschijnlijk allemaal in ons.
Overal en altijd zullen er mannen zijn die in een groep het slechtste in elkaar naar boven halen.
Guus Bauer
Marcel Rözer – Zo vader. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 224 blz. € 16,95.