Column: Guus Bauer – De zwarte lijst
De zwarte lijst
Juristen en mediators lijden er vrijwel allemaal onder. Ze kunnen uitstekend zaken voor derden oplossen, maar niet voor zichzelf. Uw inktslaaf neemt het daarom op voor een ietwat goedgelovig schrijvertje, een vijftiger die tot zijn eigen verbazing een boek had geschreven waarover hij zelf na herlezing (stiekem dik) tevreden was. Het verhaal – door een journalist van naam en faam ook nog eens bestempeld als een literair kleinood – moest en zou in vertaling verschijnen. Op eigen kosten van het schrijvertje. Niets was hem de tekst te veel.
Toevalligerwijs werd zijn pad gekruist door iemand met een officiële vertaalstatus. Gebruiksaanwijzingen, folderteksten, documenten, transcripties, tafelgesprekken. Van alles had zij reeds met succes overgezet in haar moerstaal. De vertaling van een boek was ook voor haar een mooie kans. Het schrijvertje betaalde een voorschot. We schrijven over januari enige jaren her. Voorwaarde was dat de tekst in september klaar zou zijn. Het was immers slechts een novelle. De Buchmesse in Frankfurt in oktober, dat was het doel.
‘Hier moet je het mee doen,’ zei de vertaalster tegen het eind van dat jaar. Het schrijvertje protesteerde. Met die paar pagina’s kon zijn agente natuurlijk niets aanvangen. Die had tijdens de beurs een aantal uitgevers behoorlijk warm gemaakt. Er ontstond een patstelling. Het literaire klimaat koelde intussen behoorlijk af. ‘Eerst betalen, dan krijg je de rest van de tekst,’ zei de vertaalster. De omgekeerde wereld. Het schrijvertje werd met zijn eigen woorden gechanteerd. Daar paste hij voor.
Het schrijvertje raakte kort daarop zwak, ziek en misselijk. Weinig kans naar het leek op de gladiolen. Hij verzocht de vertaalster om een nieuwe rekening ‘voor journalistiek werk’, belast immers met het nultarief aangaande btw. Het antwoord: ‘Maar dan verlies ik inkomsten, een kleine zelfstandige mag een gedeelte van de btw houden.’
Van nog meer empathie getuigden de periodieke mailberichten aan het schrijvertje:
‘Je hebt me wijsgemaakt dat je ziek bent, maar ik heb rondvraag gedaan en je vertoont helemaal niet de uiterlijke kenmerken.’
‘Een lezing? Zo, ben je uit de dood opgestaan?’
‘Ik weet dat het inmiddels beter met je gaat.’
Waar haalt mevrouw de vertaalster de kennis vandaan? Uw inktslaaf vraagt zich af of hij namens het schrijvertje ook nog loslippige dokters en verpleegsters moet aanpakken. Voorwaar, mevrouw, laat u dit gezegd zijn: mocht u het schrijvertje nog eenmaal benaderen, op welke wijze dan ook, hier of in het hiernamaals, dan zal mr. Bauer bij al zijn literaire contacten wereldwijd, ja, dus ook in uw moederland, twijfel over u zaaien. Waarvan akte.
Guus Bauer