Onlangs reageerde dichter Rense Sinkgraven nogal teleurgesteld over de verhuizing van de schrijfmachines van Willem Frederik Hermans naar boekhandel Limerick in Gent. Sinkgraven voerde actie voor Groningen en noemde de jury incompetent en de voorlichting slecht. Tzum vroeg aan Stichting Onterfd Goed een reactie op de beschuldigingen. In een reactie schetst de Stichting een breder beeld van de problematiek. ‘Dat de discussie pas na afloop van het project losbarstte is wel erg reactief, te laat!’

Het volledige antwoord:

Waar de commotie rondom de schrijfmachines van W.F. Hermans goed voor is.

De jury heeft gekozen, de winnaar is bekend. Boekhandel Limerick uit Gent heeft het beste plan ingediend voor de herbestemming van de verzameling van W.F. Hermans. Afgelopen week zijn de machines opgehaald. De uitkomst van dit project is niet onopgemerkt gebleven. Er zijn Kamervragen gesteld, antwoorden gegeven, blogs en artikelen geschreven. Een prijsvraag? Vertrekt de verzameling naar het buitenland? Hoe kwam de jury tot dat besluit?

Tijd om onze motivatie uit de doeken te doen. Voorop staat het feit dat we (Stichting Onterfd Goed) niet zomaar een prijsvraag hebben uitgeschreven om dit stuk erfgoed een nieuwe eigenaar te geven. We willen de discussie openbreken over de waarde van cultureel erfgoed en hoe er op dit moment mee omgegaan wordt in Nederland. Op politiek en publiek niveau en vanuit museale instellingen.

Het probleem

De verzameling van Hermans is onderdeel van de collectie van het in 2011 gesloten museum Scryption. Wat kan er gebeuren als een museum noodgedwongen de deuren moet sluiten? De collectie komt letterlijk op straat te staan. Als dit het geval is, dan wordt een collectie aan musea aangeboden. Hebben zij geen interesse, dan wordt de collectie vaak via een veiling aan de hoogste bieder verkocht en verdwijnt zij uit het publieke bezit.

In Nederland beheren we naar schatting 65.000.000 museumobjecten. Daarvan is 5% zichtbaar voor het publiek en staat 95% in het depot. Het grootste deel zal het depot in één mensenleven niet verlaten. Daarbij komt het feit dat veel musea in Nederland dezelfde soort objecten verzamelen. Als musea meer naar buiten zouden treden met hun verzamelbeleid en inhoud van hun collecties, dan zou er meer samengewerkt kunnen worden. Verzamel jij de stofzuigers? Dan doe ik de wasmachines. Wil jij een wasmachine van mij lenen voor een tentoonstelling, dan zal ik alles doen dit zo makkelijk mogelijk te maken. Dit klinkt logisch, misschien vanzelfsprekend, maar helaas is dit niet de realiteit.

Birgit Donker, directeur van het Mondriaan Fonds, beaamt het belang van het voeren van deze discussie. Op het blog van het fonds schrijft zij:

“Een debat dat de komende tijd alleen maar actueler zal worden. Niet alleen bij musea die noodgedwongen de deuren sluiten maar ook andere musea zullen zich moeten buigen over de prangende vraag: kan dit weg? Het hoort bij collectiebeleid dat er niet alleen wordt aangekocht, maar dat er ook wordt afgestoten. Waarbij de vraag leidend moet zijn: wat is de waarde voor dit museum? Niet de financiële waarde, maar de kunst- en cultuurhistorische waarde, de maatschappelijke- en de belevingswaarde moeten daarbij zwaar wegen.”

Over de typemachines van Hermans

De prijsvraag is beoordeeld door een publieksjury (stemmen en reacties op de publiekspoll) en een vakjury, waarin de laatste de grootste stem had. Voor de vakjury waren drie criteria leidend: (I) vernieuwing van erfgoed, (II) passie voor verzamelen (in lijn met Hermans en Scryption) en (III) toegankelijkheid voor en participatie van het publiek. In de jury had één van de oud-bestuursleden van het Scryption zitting. Hij is geen conservator of museoloog, maar naar zijn indruk was de gekozen bestemming in overeenstemming met het verzamelbeleid van broeder Ferrerius en met de aard van deze collectie.

De vakjury is in beraad gegaan nadat er een openbaar debat is geweest over de ethiek van het ontzamelen, met de Hermans verzameling als uitgangspunt. Eén van de conclusies was dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen de verzamelwoede van een schrijver en wat erfgoed is.

Bij het opstellen van de prijsvraag heeft Onterfd Goed ervoor gekozen het belang de collectie bij elkaar te houden groter te achten dan het feit dat één of meerdere machines wel in het publieke bestel bleven en de rest verloren zou gaan. Ons standpunt is dat wanneer het bij een particulier terecht komt, het met evenveel zorg en liefde behandeld zal worden. Eén van de voorwaarden van de prijsvraag is dat de verzameling minstens 20 jaar bij elkaar blijft en dat het de gehele periode zichtbaar moet zijn voor het publiek. De winnaar van de prijsvraag heeft gezegd hieraan te voldoen. De gehele verzameling wordt zichtbaar in de boekwinkel, waar iedereen, kosteloos, de verzameling kan bekijken.

Hoe belangrijk is de vraag wat Willem Frederik Hermans zelf gewild had? Het is bekend dat Hermans een moeizame relatie had met Groningen. Zou hij zich niet in zijn graf omdraaien als zijn verzameling daar was terechtgekomen? De laatste jaren van zijn leven heeft hij in Brussel gewoond. Hij had een goede band met België. De keuze voor Gent is wat dat betreft dus niet vreemd.

Belangrijke vraag die gesteld moet worden: Had Nederland ook op zijn achterste poten gestaan, wanneer Hermans (of de erven) besloten had de verzameling aan de Koninklijke Bibliotheek in Brussel te schenken? Had Nederland dan ook Kamervragen gesteld, omdat het een Nederlandse schrijver betreft en hadden we dan gevochten om het in Nederland te krijgen? Als we hierop ja antwoorden, dan kunnen we met recht spreken van Nederlands erfgoed. Zo nee, waarom dan nu wel?

Dat de discussie pas na afloop van het project losbarstte is wel erg reactief, te laat! Wij willen met onze stichting musea bewegen om proactiever te worden. Niet afwachten, maar nu al plannen met elkaar maken en samen beslissen wat nu Nederlands erfgoed is.

Meer weten? www.onterfdgoed.nl of mail communicatie@onterfdgoed.nl.