Reportage: High tea met Louis Couperus
Dit is het Tzum-proefpanel in het chique Hotel des Indes. Je loopt daar nog zo de negentiende eeuw binnen. De bediening verwelkomt je nog met ouderwetse hartelijkheid. De serveerster vouwde zelfs het servet nog op onze schoot. Roos Custers moest een lach onderdrukken.
We waren eerst op pelgrimage geweest in het piepkleine Louis Couperusmuseum om de piepkleine tentoonstelling te zien van Menno Voskuil over het jubeljaar 1913. Dit jaar is het 150 jaar geleden dat Couperus werd geboren en opnieuw jubelen wij. Hotel des Indes (dat ter plekke overigens niet bekakt Frans wordt uitgesproken, maar als hotel des endes, zoals Joop van den Endes) jubelt ook mee met een speciale Louis Couperus High Tea.
De eerste thee, een soort sterk water van Chinees gras was enigszins kleur-, geur- en smaakloos. Dat kon niet van de eerste gang gezegd worden: ‘Sandwich van bruine casino met
gerookte kalkoen en caesar spread, Couperus brood met authentieke specerijen, lamspastrami en “cooler raita” van aubergine, Zachte zomer pompernikkel met “haegse oude” kaas, olijven en basilicum, koude vispate van schotse zalm met
crème fraîche en komkommer’. Ik had Dolf en Roos op het hart gedrukt niets tussen de middag te eten, dus we hadden wel trek in iets. De eerste twee gangen waren hartig, de andere twee zoet. Het Couperus-brood had een sterke smaak, wat niet helemaal gezegd kon worden van de pompernikkel, maar het was voor het eerst dat ik een gerecht met zo’n naam tot me nam. Pompernikkel is een prachtig woord. Waarom is dat eigenlijk verdwenen? De koude vispaté was meer dan verrukkelijk. De eerste trek was gestild, op naar de tweede gang.
De menukaart zei: ‘Mais soep “Eline Vere” met gamba en een mozaïek van avocado met gezouten limoen, Krokante humus cake met tomaten salsa en bloemkool couscous, Getruffeerde poularde schenkel op aardappelmuffin.’ Dolf en Roos vonden Eline Vere lekker, ik proefde niet zo heel veel smaak aan mijn soepje al was de garnaal die opdook wel smakelijk. Het stukje kip was echter bijzonder goed gelukt (vond ik, Roos gaf de helft aan Dolf). Waarschijnlijk was dit iets anders dan een plofkip van de Jumbo. Bij deze gang kregen we een iets sterkere thee. Couperus hield ervan om zelf thee te maken en uit te schenken, naar alle waarschijnlijkheid de enige culinaire bezigheden die hij ooit heeft uitgeoefend.
Bij de derde en vierde gang kregen we weer een andere thee, een theemelange deze keer, maar die paste goed bij de meer zoete gang die we kregen: ‘Traditionele scone met vanille en citroen, Brood en boterpudding, Jam, Ganache, Mascarpone room.’ Het woord ganache moest ik thuis ook opzoeken, maar dat is normaal de vulling van bonbons, dat nu bij de bovenstaande scone werd geserveerd. Roos Custers wilde wel een potje. Na deze gang bemerkten we dat al die kleine hapjes toch ook wel erg vullend waren. Maar ik keek wel uit naar de meest zoete gang: ‘Merengue schelpjes met marrasquino mousse, Javaanse petite four, Cilinder limoen, Tartelette met toffee.’
Het koekje en de bonbon onderop de schaal was een extraatje. het limoentaartje was verfrissend zoet (als die combinatie bestaat). Dat chocoladetaartje was een Javaanse petit four. Ik weet niet precies wat er Javaans aan was, noch wat er petit aan was. Het was buitengewoon heerlijk en zonk als een betonblok in mijn maag. De merengue heb ik nog volledig opgegeten, maar van de rest heb ik steeds een hapje genomen, bang dat ik misselijk zou worden en het hele oeuvre van Couperus er weer uit zou vomeren.
De Louis Couperus High Tea-en zijn nog tot eind deze maand mee te maken (zie voor meer info hier). Wij waggelden na afloop door de regen naar De Posthoorn, een andere beroemde Haagse gelegenheid. Daar werden we meteen weggejaagd van ons tafeltje. We dronken nog een glas, maar hadden geen zin in bitterballen.
Goeie tip, ik ben toevallig toch in de buurt.