Vandaag plaatst de website van Boekblad een lange reactie op de affaire Monique Burger, waarin vooral het eigen stoepje wordt schoongeveegd. Hoofdredacteur Lucie Th. Vermij vindt de houding van collega-boekhandelaren nogal laf:

Eveneens pijnlijk was het om te moeten constateren dat bijna geen van de collega-boekhandelaren reageerde – noch ondersteunend, noch kritisch. Blijkbaar heerste de angst dat de woede zou overslaan naar hún winkel.

Dat is tegengesteld aan wat ik waarnam. De boekhandelaren reageerden wel, maar voornamelijk op Facebook en op Twitter. Vermij denkt nog steeds dat je met een deels afgeschermde site ook de discussie binnenskamers houdt. Op Facebook zag ik als een van de eersten Daan van der Valk de column van Burger prijzen (‘geweldige blog’) en onder meer de boekhandelaren Bart van Aken en Cor Wiersma vonden dat ‘leuk’. Zelfs de hoofdredacteur van Boekblad reageerde op dat openbare Facebookbericht:

lucie vermij

Er lopen, ook in het stuk van Vermij op Boekblad, twee dingen door elkaar. Er is één groep die Burger verdedigt, een groep die stelt dat Burger mag zeggen wat ze vindt en dat ze eerlijk is. De andere groep die Burger verdedigt zegt dat zij juist iets anders bedoelde dan ze schreef. Op de site De Nieuwe Boekhandel heeft Burger, nadat de winkel was beklad en er een ruit was ingegooid, een verklaring gezet:

De afgelopen dagen is het me pijnlijk duidelijk geworden hoe zorgvuldig je moet zijn bij het onder woorden brengen wat je bedoelt. Ik was geschokt door armoede die plots zichtbaar werd en heb daar, achteraf met totaal verkeerde woordkeuze, uitdrukking aan proberen te geven.

We geloven de boekhandelaar op haar woord en kunnen dus concluderen dat de helft van de mensen die haar verdedigt dat doet vanwege een verkeerde interpretatie van haar bedoelingen.

Terug naar het stuk van Vermij op Boekblad. Daarin zegt ze dat Burger de redactie een mail had gestuurd met ‘een eerlijk stuk’, waarna de redactie haar vroeg om dat eerlijke stuk als blog te mogen plaatsen.

Zoals wij het lazen was Monique oprecht geschokt door wat ze zag. Ze formuleerde haar bevindingen echter niet erg politiek-correct, en als je nauwgezet leest ook niet al te consistent. Maar haar intentie was ons inziens integer: zij agendeerde de armoede in Nederland.

Je kunt je afvragen of je de armoede agendeert door arme mensen te stigmatiseren en uit te lachen, maar we nemen aan dat de intentie van Burger zuiver was. Is het dan niet de taak van een redactie, in dit geval de redactie van Boekblad, om te zeggen dat intentie niet helemaal strookt met de manier waarop die verwoord is?

Vermij maakt in haar stuk weer een draai:

Boekblad is het als platform niet ‘eens’ of ‘oneens’ met de column van Monique Burger. Wij vinden dat iedereen in het vak daar mag schrijven over wat hij of zij ziet en ervaart.

en

‘Iedereen is het erover eens: Monique heeft zich ondiplomatiek uitgelaten.’

Als dat zo is en je weet dat als redactie van te voren, dan laat je willens en wetens een boekhandelaar in de val lopen. Dan kun je wel zeggen dat je opeens staat te kijken van de storm van verontwaardiging die is opgestoken naar aanleiding van je berichtgeving, dat de sociale media een kwestie ‘buiten proportie’ uitvergroten, maar je ontslaat jezelf van de plicht om een stuk te redigeren. Als er maar een redacteur zou zijn geweest die zijn taak serieus had genomen, dan was de hele rel niet geboren.