Reportage: Manuscripta ten dode opgeschreven
‘Ik proef plastic,’ zei Arthur Japin toen hem gevraagd werd wat hij proefde in de wijn die hij aangeboden kreeg van Nicolaas Klei. En dat vatte misschien wel goed samen hoe de vernieuwde Manuscripta was: onecht, levenloos, smakeloos. Er zullen vandaag ongetwijfeld juichende verhalen verschijnen. Geloof ze niet. Manuscripta is ten dode opgeschreven.
Na enkele succesvolle edities op het terrein van de Westergasfabriek besloot de CPNB de start van het boekenseizoen te verplaatsen naar de Uitmarkt. De opzet van het evenement werd veel kleinschaliger en dat bleek ook toen we zondagmorgen aankwamen. Er was één tent waar tweehonderd mensen in konden en één kleine tent voor honderd mensen. Er was nog een piepklein tentje voor ‘Het Literaire Vluggertje’ (ha ha), maar daar is de redactie niet naartoe geweest uit angst dat we Hanneke Eggels tegen zouden komen. Verder een uitzichttoren, een bar en een boekenrad waar boeken verloot werden. Als je ze niet meer verkopen kunt, dan kun je ze in ieder geval nog weggeven.
We waren net op tijd voor het eerste programma. Zarayda Groenhart interviewde Anna Chojnacka, Eric Corton en Victor Meijer. Ik wist niet wie Groenhart was, maar collega Temme vertelde me dat ze het programma Spuiten en Slikken presenteerde. Ze was niet uitgekozen vanwege haar literaire kennis. Het deuntje van de autobiografische achtergronden werd weer eens gespeeld. Eric Corton heeft een autobiografie geschreven aan de hand van zijn auto’s en noemt het boek Auto-biografie (ha ha). Chojnaka schreef over haar Poolse achtergrond (‘Ik vind het mooi hoe je vertelt dat je zo’n hele cirkel hebt gemaakt.’) en Meijer heeft een traumatische jeugd op papier gezet (‘Als ik zie hoe jij die moeder beschrijft, dan denk ik: goh.’). Je verkruimelde op je stoel, terwijl je luisterde naar de antwoorden vol ‘of zo’, ‘weet je wel’, ‘een stukje verwerking’ en dan kwamen er ook nog vragen uit de zaal waarbij mensen gingen melden dat ze de titels van de boeken zo mooi vonden. De enige die af en toe probeerde om het gesprek in de richting van de literatuur te wenden was Victor Meijer, die de fictionalisering van zijn materiaal aan de orde stelde, maar daarin was de presentatrice niet zo geïnteresseerd. Het hoogtepunt van dit gesprek was de man die de microfoons regelde en door de zaal stapte met de publieksmicrofoon. Als ik me maar op hem richt, dan houd ik het vol, dacht ik.
Toen dit programma afgelopen was, moesten we ons haasten naar de andere kant waar een ander programma begonnen was, maar helaas zat de kleine tent daar al vol. Jet Boeke werd geïnterviewd en Angela Groothuizen die ook is gaan schrijven. Vroeger gingen BN’ers schilderen, nu schrijven ze boeken. Vanuit de deuropening konden we nog een glimp opvangen.
We besloten maar even een ommetje maken langs de randen van het Museumplein waar de kraampjes van de uitgevers stonden. Lang niet alle uitgevers waren aanwezig. De meeste aanwezige uitgevers verkochten stapels ramsjboeken van hun eigen fonds (zet een zwarte streep onder je boek en je hebt ramsj). Een introductie op het nieuwe jaar kreeg je niet echt.
Heel vroeger was de start van het boekseizoen een evenement voor de pers. Op een enkele vertegenwoordiger van de pers na, zag ik nauwelijks journalistieke belangstelling, alhoewel de die hards Peter de Rijk en Guus Bauer er natuurlijk wel waren.
De twee tenten op Manuscripta zaten steeds redelijk vol tot bomvol, dus dat zal wel leiden tot positieve persberichten, maar de mensen die ik sprak waren in grote meerderheid negatief tot uiterst negatief. Roel Weerheijm van de Boekenkrant keek met enige verbijstering rond en een journalist uit het noorden had spijt van de reis. Gelukkig had ze andere mensen ontmoet op andere plekken, want voor de literatuur hoefde je niet te komen. Toen ik tegen iemand van de organisatie (die niet met name genoemd wilde worden) met enige ironie zei dat ik ‘een diepterportage’ wilde schrijven over Manuscripta zei ze dat dat met zoiets plats niet kon.
Tijd voor een nieuw programma: Andrea van Pol interviewde Marco van Houwelingen (Aangeschoten wild) en Kris Van Steenberge (Woesten). Het gemeenschappelijke element hier was ‘het debuut’. Van Steenberge debuteert op latere leeftijd met een boek waarin de Eerste Wereldoorlog een rol speelt. Die inhoud contrasteerde nogal met de roman van Marco van Houwelingen die nogal uitweidde over de vakantie die hij met zijn broer door Zuid-Amerika maakte. Meer dan het boek stond de aanleiding tot het boek centraal. Andrea van Pol vonden we het beste uit het geheel komen. We slopen tien minuten voor tijd de tent uit om aanwezig te zijn, bij het interview van Wim Brands met Abdelkader Benali en Tatiana de Rosnay. We konden nog net een stoel op de laatste rij bemachtigen.
Op de een of andere manier boterde het niet tussen Wim Brands (die het steeds had over ‘Badder Harry’, die een rol speelt in het nieuwe boek van Benali) en Abdelkader Benali. Brands vroeg naar het het thema in het boek van Benali en toen Benali aan een opsomming begon, werd hij onderbroken met de vraag: ‘Je noemt nu veel thema’s, maar wat is het nou het belangrijkste thema?’ Benali: ‘Ik heb juist mijn best gedaan om al die thema’s erin te krijgen.’ Even later na weer een onderbreking zei Benali: ‘Oh, je wilt gewoon een talkshow.’ Het gesprek eindigde wat ongemakkelijk. Voordat de bestsellerauteur Tatiana de Rosnay werd geïntroduceerd konden wij hem smeren naar de uitgang, onze stoelen achterlatend voor enkele opgetogen vrouwen met moeie benen.
Het programma ‘Flesje open met’ (ha ha) Judith Koelemeijer, Nicolaas Klei en Wim Daniëls lieten we maar even achterwege, vooral omdat de combinatie ons een klein beetje gezocht leek. We deden zelf eerst even een flesje open. Daarna bleek dat we niet meer in de tent konden met Joost Zwagerman en Nico Dijkshoorn, wat zowel een teleurstelling als opluchting betekende. Buiten werd inmiddels Bart Van Aken verkozen tot Beste Boekverkoper.
Nicolaas Klei (van de bestseller Omfietswijngids) had blijkbaar twee keer betaald, want hij mocht aan het einde van de middag weer aanschuiven bij het programma ‘Hef het glas met’ (ha ha). Wim Brands (‘Ik drink niet. Niet vanwege een alcoholisch verleden of zo, ik drink gewoon niet.’) interviewde Mirjam Rotenstreich en Arthur Japin. De boeken van Rotenstreich en Japin hadden al niets met elkaar te maken, maar voor Brands was het nog lastiger dat Klei er ook bij zat, want die moest ook een deel van de aandacht krijgen. En dat allemaal binnen een half uur. Japin kreeg zelfs bij het programma Koffietijd meer ruimte om te vertellen over zijn nieuwe boek.
Wat is nu de conclusie? Iedereen deed zijn best om het vrolijk en leuk te houden, maar het was een rampzalige dag. Fijn waren de ontmoetingen met enkele mensen uit het vak en af en toe proefde je dan weer de liefde voor literatuur, belangstelling voor de inhoud van de boeken, interesse in de drijfveren van de schrijvers. Voor de rest is Manuscripta een marketinginstrument geworden voor uitgeverijen die fors willen betalen voor aandacht. Vanuit de inhoud wordt niet meer gedacht. De crisis in het boekenvak kon niet beter geïllustreerd worden dan met deze Manuscripta.
Coen Peppelenbos
Edward van de Vendel en ik waren er ook, maar wij \”moesten\” samen met Jet Boeke en Angela Groothuizen, die in de ochtend al een keer waren geweest, dus daar kwam je niet voor terug. Andrea van Pol was prettig en uitstekend, maar volgens mij vond ze Angela net wat interessanter of leuker dan ons.
Voordat wij naar de tent moesten hebben wij anderhalf uur in een kraam gezeten om te signeren. Wat je stelt is wel juist: we hadden erg veel concurrentie doordat we pal naast een bak met ramsjboeken zaten en die trok aanmerkelijk meer publiek dan wij (Philip Hopman en ik).
Toen jullie geïnterviewd werden was net het Beste Boekverkopersonderdeel aan de gang. Ik heb jullie dus echt gemist.
Ook ik ben teleurgesteld in de afgelopen editie van Manuscripta. (Klik op mijn naam voor een terugblik.)
Gewoon weghalen uit Amsterdam en in een meer boekengericht deel van het land organiseren. Zuid Nederland misschien? Zeeland? Combineren met onze Vlaamse vrienden en vriendinnen? Daar gebeurt literair gezien immers meer en zo lijkt het ook met meer passie.
Ik had al gehoord dat het was uitgekleed en ben dan ook niet gegaan. Volgend jaar in Grunn doen, Coen?
Het viel me mee. Maar dat kwam omdat ik er echt helemaal niets van verwachtte. Ook zorgde ik dat ik ruim een half uur voor een interview al aanwezig was in de zaal zodat ik steeds een mooie zitplaats redelijk vooraan haf.
Ik heb het programmaboekje van vorig jaar nog – toen waren er niet twee, maar liefst 12 (twaalf) podia met interviews en andere gebeurtenissen rond boeken.
Ik miste ook heel erg de nieuwe boeken voor het komende jaar. Reuze jammer. Die ramsj was leuk maar ik heb al genoeg boeken.
De enige meevaller was dat er dit jaar geen argeloze buitenlandse auteur onderworpen werd aan het Dunglish van Guus Bauer.
Maar verder? Nauwelijks de moeite waard.
In allerlei opzichten geheel niet mee eens met bovenstaande klaagzang. Het is maar door welke bril je kijkt. En dit is wel heel erg negatief. Wij (6 man uit oosten) hebben genoten en vonden het de reis waard. Veel gezien en gehoord. Aardige en goede interviews. En ja, eindelijk gewoon lezerspubliek dan die grijze bende (wij zijn dat ook niet). Natuurlijk hadden ze misschien wat \”moeilijkere\” literatuur kunnen programmeren, maar echt gemist. Die kraampjes van de uitgevers staan al jaren op de Uitmarkt en vormen geen onderdeel van Manuscripta volgens mij. Er is daar nog nooit anders verkocht dan ramsj. Wij hebben (en ik hoorde veel meer positieve geluiden) in ieder geval heel veel plezier gehad. En met ons volgens mij velen gezien de steeds volle tenten waaruit nauwelijks iemand wegging. Graag volgend jaar weer en meer.
Peter, in je laatste woord (\”meer\”) zit nu precies het probleem. Het wás altijd \”meer\”, nu is het minder. Dat vinden veel mensen heel jammer.
Ik heb ook een leuke dag gehad hoor, maar het was echt niet te vergelijken met het Manuscripta van de jaren hiervoor.
Is Manuscripta niet juist uitgekleed omdat bovenstaand verhaal ook op voorgaande edities van toepassing was? Manuscripta was, m.a.w., altijd al ten dode opgeschreven. Wel is het stervensproces nu ook echt begonnen: we zien het festival in een hoekje wegkruipen.