Interview: Vonne van der Meer over Het smalle pad van de liefde
In Het smalle pad van de liefde schrijft Vonne van der Meer met een lichte, nuchtere toon over onderwerpen als dood, affaires en een religieus ontwaken. Vooral dat laatste wilde ze al een aantal jaren uitdiepen. Dat ze zichzelf uitdaagt illustreert de volgende uitspraak perfect, ‘dat is wat me gaande houdt, de gedachte; dit is te hoog gegrepen, dit gaat me nooit lukken’.
Nadat hun jongste kind Björn omkomt verruilen Floris en Françoise Nederland voor Frankrijk. In de jaren die volgen proberen ze een nieuw bestaan op te bouwen. Dat gaat ze niet onaardig af, maar Björns dood blijft als een ongenodigde gast rondhangen. Zeven jaar later leren ze May en Pieter Akkerman kennen. De klik tussen de stellen is er meteen. Beide gezinnen, met in totaal vier kinderen, komen nader tot elkaar, en hoewel Björns dood een zowel bijna verzwegen als prominente rol blijft spelen, komen de Akkermans steevast hun vakantie vieren in Frankrijk. Het Smalle Pad van de Liefde is een verhaal over liefde en leven, dood en verwerking, relaties en religie. Met deze elfde roman voegt Vonne van de Meer een compact en nauwkeurig hoofdstuk toe aan haar oeuvre.
Wanneer kreeg je de eerste ingeving voor dit verhaal en wat deed je toen?
Die kreeg ik tijdens Pasen 2009. Ik deed toen niets. Als het een goed idee is herinner ik het me de dag erna ook nog wel. Ik loop er een poosje mee rond, maak wat aantekeningen. Een maand na die ingeving begon ik aan De vrouw met de sleutel, en dacht ik een hele poos niet meer aan wat Het Smalle Pad van de Liefde zou worden. Zo gaat het bijna altijd. Ik heb veel aanzetten tot romans en verhalen liggen. Ze moeten rijpen voordat ik eraan begin. Van een paar hoop ik zeer dat het niet bij een idee blijft.
De titel is veelzeggend. Het is makkelijk, verleidelijk, misschien wel onontkoombaar om een zijpad in te slaan. Wat wist je van het verhaal toen je eraan begon?
Altijd als ik begin te schrijven weet ik vrij veel. Ik denk het verhaal scène voor scène door en maak een schema met daarin flarden dialoog en beelden. Dat wil echter nog niet zeggen dat ik ook zeker weet dat het gaat lukken. Het bewijs is toch het schrijven zelf: kan ik de woorden vinden die de personages recht doen? Als iets in de opzet, of een overgang, niet klopt, dan komen de zinnen niet en moet ik een ander pad inslaan.
Was het een moeilijk verhaal om te schrijven?
Bijna ieder verhaal en iedere roman is een steile berg die ik moet beklimmen. Dat is ook wat me gaande houdt, de gedachte; dit is te hoog gegrepen, dit gaat me nooit lukken.
Op de witte omslag zien we een lichaam. Hoe verhoudt het artwork zich tot het verhaal van Het smalle pad van de liefde?
Het is gewoon een heel mooi, eenvoudig suggestief omslag. Ik ga dat beeld niet uitleggen.
De verteller haalt de lezer soms uit het verhaal. Een aantal zinsneden: ‘Laat ons niet stilstaan bij het rampjaar, niet zwelgen in…’, ‘Verder nu met dit verhaal’ of ‘Hier had het verhaal kunnen eindigen, maar…’. Waarom kies je ervoor dit te doen?
Het ontstond al schrijvende en ik was er blij mee. Het is allemaal zo hevig wat de personages meemaken dat ik kennelijk de behoefte voelde af en toe wat afstand te nemen. Ik ben mijn eigen eerste lezer, dus als ik die ervaring heb ga ik er vanuit dat ik niet de enige zal zijn.
In hoeverre is deze roman autobiografisch?
In elk boek en in ieder personage leg je veel van jezelf, maar dat maakt het nog niet tot een autobiografisch boek.
May ontmoet de religieuze Heleen. Kun je hier iets meer over vertellen?
May zoekt iemand om haar hart bij te luchten. Heleen heeft indruk op haar gemaakt. In de Auvergne, waar een groot deel van het verhaal afspeelt, zijn een paar momenten dat de lezer merkt dat May niet afwijzend tegenover het geloof staat. We leven in een tijd dat je niet struikelt over mensen die je meer over geloof kunnen vertellen. In de familie of vriendenkring kom je ze waarschijnlijk niet tegen. Als May een afspraak met Heleen heeft gemaakt merkt ze, ook tot haar eigen verbazing, dat ze het helemaal niet meer over haar minnaar wil hebben, maar over bidden. Ze heeft een hoop te vragen.
Auteursportret: Annaleen Louwes
Komen wat dit betreft veel eigen ervaringen terug in deze roman?
Er is in mijn eigen leven geen Heleen geweest, maar toen ik begin jaren negentig nieuwsgierig naar het geloof begon te worden, ben ik colleges theologie gaan volgen. Later heb ik voor de Volkskrant een serie portretten gemaakt van religieuze mannen en vrouwen, in Kameroen, Caïro, Amsterdam en Vught. Van al die mensen heb ik wel iets geleerd. Als je een onbekend gebied betreedt heb je ook een kaart of gids nodig. Heleen is voor May die gids, en voor sommige lezers misschien ook.
Er zijn scènes waarin de kinderen een kapel voor de overleden Björn bouwen. Er wordt door de personages verschillend op gereageerd. Hoe zou jij reageren?
Ik zou er geen probleem mee hebben als een van mijn kinderen uiting aan zijn verdriet geeft door een kapelletje voor een gestorven dierbare te bouwen.
De katalysator van het verhaal is de dood van Björn, gelinkt aan de surfdrang van Floris. De zee en Vlieland spelen een belangrijke rol in je werk. Weet je waarom?
Ik zit vaak op Vlieland te werken. Het is er stil, ik word er door niets of niemand afgeleid. Aan zee kan ik vrijer ademen, beter nadenken. Als in Amsterdam veel dingen te doen heb en niet naar Vlieland kan, ga ik wel eens een paar uur naar Wijk aan Zee. Het is de geur, de ruimte, het geluid van de zee, maar ik heb het gevoel dat ik dat aan Nederlanders toch niet hoef uit te leggen.
Pleeg je veel onderzoek, naar bijvoorbeeld surfen?
Ik zoek altijd iemand die me kan vertellen wat ik moet weten. Een beroep of sport brengt een bepaalde terminologie met zich mee. Zo’n detail als een surfer die gaat rennen zodra hij de zee ruikt haal je niet van het internet. Nadat ik de surfscène had geschreven heb ik wel filmpjes gekeken om een bepaalde manoeuvre beter te kunnen beschrijven. Ik kon nu eenmaal niet bij de surfer die ik had geraadpleegd achterop de plank staan.
Wat voegt deze roman toe aan je oeuvre? Is dat iets waarover je nadenkt voordat je je aan een verhaal zet?
Ik heb nog nooit eerder, alleen in toneelvorm; Weiger nooit een dans, een roman geschreven over wat je een religieus ontwaken zou kunnen noemen. Dat wilde ik toch wel erg graag een keer gedaan hebben. Het was echter geen kwestie van stampvoeten. Op zekere dag komen een paar verhaallijnen bij elkaar, één lijn is nooit genoeg. Nora Pärt, de vrouw van Arvo Pärt, zei: er moeten altijd twee melodielijnen bij elkaar komen, met één vleugel kun je niet vliegen. Nu, als je die vleugels dan hebt wil je ook opstijgen en de reikwijdte van je idee verkennen.
Het smalle pad van de liefde, 218 bladzijden, Atlas Contact