Recensie: Ji-young Gong – De uren die we deelden
Vlakke karakters en het vraagstuk van de dood
Schuld, straf, wanhoop, vergeving en liefde: veel grote thema’s uit het leven krijgen een rol in De uren die we deelden van de Zuid-Koreaanse auteur Ji-young Gong. Het klinkt veelbelovend, de hooggespannen verwachtingen worden echter niet waargemaakt door de auteur.
De 30-jarige docente Yu-jeong is ongelukkig door een traumatische gebeurtenis uit haar jeugd. Haar tante Monica stelt haar voor een keus: in therapie of met haar tante mee op bezoek bij een ter dood veroordeelde jongeman in de gevangenis. Ze kiest – zij het niet van harte – voor het laatste en onherroepelijk voelt ze zich aangetrokken door de innemende Yun-su, die het slachtoffer is geworden van zijn eigen kansarme leven. Daar waar Yu-jeong, ondanks alle kansen die het leven haar heeft gegeven, zelfdestructief handelt, probeerde Yun-su in zijn vrije leven altijd juist te handelen, zelfs wanneer er geen uitkomst voorhanden leek. Wanneer de auteur dichterbij het verhaal van Yun-su was gebleven, had de roman wellicht veel meer indruk kunnen maken op de lezer.
De uren die we deelden is bovenal een aaneenschakeling van voorspelbare gebeurtenissen. Yu-jeong zegt in het begin van het verhaal:
En ik? Als ik echt eerlijk ben, moet ik zeggen dat ik een hopeloos geval was. Ik leefde voor mezelf, sleurde andere mensen mijn leven in onder het mom van liefde of vriendschap (…) leefde alleen voor mezelf en wilde zelfs alleen voor mezelf sterven.
Wat volgt is hoofdstukken lang flashbacks naar haar vroegere leven en hoe het nu anders moet. Ze stemt toe in het bezoeken van de ter dood veroordeelde Yun-su en guess what: er komt een moment dat Yu-jeong vervalt in haar oude levensstijl: ze komt op een gegeven moment niet opdagen. Mede dankzij de overredingskracht van haar tante komt Yu-jeong tot inkeer en gaat weer mee met de bezoeken aan Yun-su. Met name deze passages die we lezen vanuit Yu-jeong kunnen maar weinig tot de verbeelding spreken. Ze overschaduwen de rauwe, poëtische aantekeningen in het ‘blauwe schrift’; 19 beknopte passages waarin de ter dood veroordeelde Yun-su zijn levensverhaal uit de doeken doet:
Ik vond het niet erg een pak slaag te moeten incasseren – ik was er zelfs aan gewend –, maar de gedachte dat ik mijn blinde broertje alleen moest achterlaten in die zaal bij die dieren maakte me gek. Ik huilde dan ook als een dier.
De roman kan echter niet bouwen op deze passages, bovendien wordt het schuldgevoel van Yun-su nauwelijks uitgewerkt – is dat gevoel bijvoorbeeld wel terecht? De roman zou interessanter zijn geworden wanneer de auteur deze verhaallijn meer had uitgediept, waarbij de vraagstukken van (on)schuld, straf en vergeving niet aan de oppervlakte zouden zijn gebleven, zoals nu het geval is.
De veel langere hoofdstukken, telkens volgend op een dagboekpassage van Yun-su, die we lezen vanuit het oogpunt van Yu-jeong, overtuigen niet, met name door de eerder benoemde voorspelbaarheid van de gebeurtenissen en de vlakte van het karakter. Ze overschaduwen het verhaal van Yun-su. Yu-jeong zegt op pagina 144: ‘Hoewel ik er een hekel aan had clichés te gebruiken (…).’ Dit is echter het probleem van de roman zelf: die blijft steken in clichébeelden en weinig uitgediepte karakters, met een voorspelbaar einde als gevolg.
Sterk zijn wel de citaten voorafgaand aan ieder hoofdstuk. Van de Bijbel tot Dostojevski, van Herodotus tot Bob Dylan en van T.S. Eliot tot Nietzsche: Gong weet wie ze moet aanhalen om indruk te maken op de lezer. Het neemt echter de indruk niet weg dat ze zich op deze manier in een traditie tracht te plaatsen, waar ze niet in past: literatuur die haar sporen heeft verdiend, interessante filosofische gedachten en geëngageerde songteksten. Op De uren die we deelden zijn deze karakteristieken niet van toepassing en ze zullen dat vermoedelijk ook niet worden.
Het is jammer; Gong had de Zuid-Koreaanse literatuur op de kaart kunnen zetten in Nederland, maar wat uiteindelijk bijblijft van De uren die we deelden zijn de moeizame vertaling (inclusief spel- en taalfouten), de geforceerde gesprekken tussen de hoofdpersonages en de uiterst voorspelbare gedachtegangen van Yu-jeong.
Elske Dorgelo
Ji-young Gong – De uren die we deelden. Vertaald door Sora Kim Russell. The House of Books, Vianen/Antwerpen. 320 blz. € 18,95
In tegenstelling tot het bovenstaande vond ik het een prachtig boek,
Het heeft mij geraakt, misschien zijn naar onze maatstaven de karakters niet genoeg uitgebeeld , ik denk dat je dat vanuit koreaans perspectief anders kan bekijken;
Al met al vond ik het wel een mooi boek ,