Gedicht: Gerrit Krol – De nieuwe kerk
Op zaterdag 30 november vindt in de Nieuwe Kerk in Groningen een herdenkingsdienst plaats voor Gerrit Krol. Over deze kerk schreef hij in 2003 een gedicht voor de bundel Poëtisch Groningen. De kerk staat dicht bij de Korreweg, waar Krol zijn jeugd en oude dag doorbracht. Maar behalve de ligging vond Krol vooral de vorm van deze kerk mooi.
De oudste protestante kerk
die al weer eeuwenlang
de Nieuwe heet –
van buiten een achthoek
heeft hij er binnen vier,
lijkt hij gespiegeld
in de flonkeringen van
een zwarte dodekaëder, met deze
mathematische pracht
bij te dragen tot
de Harmonie der Sferen
zoals de Ouden dachten dat
Zon, Maan en de planeten
in hun eindeloze gang
het keurmerk droegen van een Plan
en dus de hand van God.
Het plein met deze kerk bekroond
verborgen onder hemelhoog geboomte.
Vier paden die opgaan tot Gods woord
het aangezicht des Heren.
De kansel ontvangt de dominee die
van een voetstuk weet hoe klein
de ruimte is die men heeft.
Gerrit Krol
Het mooie van dit gedicht zit hem voor mij in de tegenstellingen, de verwijzingen naar de retorica, maar bovenal in het besef dat de dichter
in eenvoudige bewoordingen zijn wijsheid, zijn relativeringsvermogen laat doorsijpelen voor wie er ontvankelijk voor is, zonder iemand in woord te beledigen, omdat de woorden en zinnen en de combinaties hiervan zo multi-interpretabel zijn. Alleen de vorm al van het gedicht, briljant. Het dekt in alle opzichten de inhoud.